Door: Vincent Janssen
Sinds juli is de wereld een schisma rijker: je bent een Pokémon GO-speler of je bent het niet.
Net als miljoenen voormalig Gameboyverslaafde Pikachu-vangers, verheugde ik mij al tijden op de release van Pokémon GO. Toen medio juli de app legaal te downloaden was in de appstores, werden we echter verrast met een lange lijst van ‘app permissions’: toegang tot je contacten, Google inbox, het continu tracken van je locatie, de energie-instellingen van de telefoon, en nog veel meer. Bij de iOS-gebruikers had de Pokémon-app zelfs toegang tot de inhoud van je e-mails, iets wat zelfs de privacyverslinders Facebook en Instagram niet wagen. Wie zou zo dwaas zijn om dát te accepteren? Nou, ik dus.
Waarom ik mijn privacy de deur wees om op mijn balkon Pidgeys te bekogelen met Poké-ballen is haast onbegrijpelijk. Je zou denken dat de informatieprofessional wel beter weet. In mijn euforische staat drukte ik echter met een trillende duim op ‘accepteren’ en ging ik in zee met het indringende privacybeleid. Zelfs de kleine lettertjes, waarin stond dat ‘de verzamelde informatie (waaronder locatiegegevens) gedeeld kan worden met derden’ schrikten mij ditmaal niet af. Mijn instinct om fictieve wezens tot slaaf te maken overwon de ratio.
Hoewel Niantic Labs, de maker van de app, de apprechten intussen heeft aangepast, hebben de meer dan 100 miljoen gebruikers initieel toegestemd om zich te laten BigBrother-en. In retrospectief was Pokémon GO een moment van capitulatie. Mijn begeerde privésfeer, die ik met ingewikkelde wachtwoorden en een flinke dosis achterdocht bescherm, bleek uiteindelijk kansloos tegen de hunkering naar de nostalgische Pokémon en de druk ‘om erbij te horen’.
Mijn jarenlange inspanningen om privégegevens zoveel mogelijk uit bedrijfshanden te houden, deed ik zonder aarzeling teniet omdat bijna iedereen het ook deed. En ook omdat ik er altijd van droomde een Pokémon-trainer te worden. Pokémon GO is niet de eerste app met angstaanjagende rechten en het zal zeker niet de laatste zijn.
De app-permissies van het multiplayer spel Ingress (ook van Niantic) waren zelfs nog grondiger. Het spelen in een online augmentend-reality omgeving komt blijkbaar met een hoge prijs. Een prijs die we plotseling maar al te graag en zonder aarzeling betalen. Pokémon GO heb ik inmiddels de prullenbak in geswipet. Het meest beschamende is echter dat ik de app niet verwijderd heb vanwege privacyoverwegingen, maar omdat het een ontzettend teleurstellend spel was. Of het spijtgevoel en de bittere nasmaak van Pokémon GO mij in de toekomst ervan weerhouden dezelfde fout te maken betwijfel ik. Als er namelijk een Game of Thrones GO of Star Wars GO verschijnt ben ik waarschijnlijk weer de eerste fanboy die zijn Google-account op straat smijt.
Vincent Janssen is redacteur van IP en specialist Scientific Information bij de Maastricht University Library.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 6 / 2016. Het gehele nummer kun je hier lezen.