Lessons learned uit de praktijk
Een leven lang leren kan op vele manieren. Bijvoorbeeld door een cursus of een opleiding te volgen. Maar er bestaat ook zoiets als ‘informeel leren’, waarbij het geleerde als het ware een ‘bijproduct’ van andere activiteiten is. Zes informatieprofessionals vertellen ieder ze hoe binnen hun vakgebied iets hebben bijgeleerd.
Door: Ronald de Nijs
Master volgen
Elsbeth Kwant: ‘Leren en werken geeft energie’
Vier jaar geleden kwam Elsbeth Kwant, strategisch adviseur bij de Koninklijke Bibliotheek, tot de ontdekking dat haar verwachte pensioendatum in het jaar 2044 ligt. Met een werkzaam leven van nog dertig jaar in het vooruitzicht wilde ze ‘een nieuw plateau van kennis leggen’, mede op basis van haar werkervaring van de afgelopen vijftien jaar. Bij de VUCA Academy vond ze de ideale master: Managing Information and Sustainable Change. ‘Dat bood me een basis om met behoud van de menselijke maat dingen zo te leren veranderen dat ze passen in een gedigitaliseerde wereld.’
De studie ervaarde ze als ‘geestverruimend’. ‘Ik kon enerzijds het geleerde direct toepassen in de praktijk, anderzijds heb ik heel veel bijgeleerd op zowel persoonlijk als zakelijk vlak.’ Ze kijkt nu anders naar vraagstukken waar ze mee in aanraking komt: ‘Voel ik echt aan wat er speelt, welke denksystemen helpen me om daar iets mee te doen en dan vooral die twee stappen toetsen door de aanpak of oplossing uit te proberen.’ Terugkijkend zegt Kwant: ‘De combinatie leren en werken gaf me veel energie. Het versterkt elkaar: je bent effectiever in je werk, maar je onthoudt ook beter wat je leert.’
Schrijven
Roeland Smeets: ‘The Network Society prikkelde me om een blogserie te starten’
Hoewel Roeland Smeets met zijn zeventig jaar de pensioengerechtigde leeftijd ruimschoots is gepasseerd, werkt hij nog altijd als schoolmediathecaris. Zijn werkgever is al tweeëntwintig jaar het Barlaeus Gymnasium in Amsterdam. Hoe daag je jezelf uit om steeds nieuwe dingen uit te proberen en te leren? ‘Een jaar of zes geleden las ik het boek The Network Society van Manuel Castells. Ik realiseerde me toen pas goed dat onze samenleving wereldwijd grondig verandert door onder andere media- en technologische ontwikkelingen.’
Het boek prikkelde Smeets om voor Mediawijzer.net, waar hij al eerder voor had geschreven, een blogserie te starten. Dat werd ‘De Netwerkmaatschappij’. Onlangs verscheen deel 22, getiteld ‘Netwerken versterken – op school’. Hierin laat Smeets zien dat het – onder begeleiding – elkaar aanleren van ict-basisvaardigheden en informatievaardigheden door jongeren goed is voor de cohesie in de klas. Ook de mediatheek is volgens hem een dagelijks ‘leer-bindmiddel’ voor de school: ‘Je leert er samen en het is er ook nog eens leuk met vrienden.’
Het lezen en het schrijven brengt hem verder als mediathecaris, concludeert Smeets. ‘Ik blijf bij over de kern van mijn werk: leerlingen en docenten in contact brengen met goede, hoogwaardige informatie.’
Detachering
Sita Bhagwandin: ‘Ik kijk graag rond bij andere organisaties’
‘Van nature ben ik een nieuwsgierig persoon. Ik kijk graag rond bij andere organisaties,’ zegt Sita Bhagwandin. Dankzij die drijfveer is ze sinds afgelopen mei officieel als bibliografisch metadataspecialist bij de Koninklijke Bibliotheek (KB) in dienst getreden. ‘De afgelopen jaren ben ik drie keer gedetacheerd geweest. Ik wilde niet alleen iets bijleren, maar was ook op zoek naar een baan dichter bij huis.’
Bij de Universiteitsbibliotheek Utrecht hield Bhagwandin zich bezig met het catalogiseren van gedrukte boeken, full-text artikelen en digitale proefschriften. Vanuit die functie werd ze op eigen verzoek voor een half jaar gedetacheerd bij het Nationaal Archief. ‘Mooi dat ik die kans kreeg,’ zegt ze. ‘Het was een leerzame tijd. Het ontsluiten van archieven is toch heel anders dan het ontsluiten van boeken. En je werkt met andere standaarden en systemen; zo heb ik hier kennisgemaakt met XML.’
De tweede detachering volgde op een uitwisseling tussen de KB en de Universiteitsbibliotheek Utrecht. ‘Ik kwam terecht op de acquisitieafdeling van de KB en maakte kennis met de gang van zaken omtrent het ontvangen van gedrukte tijdschriften en kranten.’ De derde keer werd ze gedetacheerd nadat ze had gesolliciteerd op haar huidige functie van bibliografisch metadataspecialist. ‘Ik werd aangenomen, maar wilde mijn vaste aanstelling in Utrecht niet meteen opgeven.’ Dankzij een detachering kreeg ze de kans om haar nieuwe functie uit te proberen. Met succes. Na een jaar volgde een vast contract bij de KB.
Dankzij deze uitstapjes is Bhagwandin tot de conclusie gekomen dat ze veel meer in haar mars heeft, als ze maar een kans krijgt. ‘Mijn motto is dan ook dat je meer moet durven en geen afwachtende houding aan moet nemen.’
Master volgen
Johan de Visser: ‘Een mastertitel is carrière-technisch interessant’
Johan de Visser, informatiemanager bij de DIV-afdeling van het Erasmus MC, zit in de laatste fase van zijn master Archiefwetenschap. ‘Ik werk aan mijn afstudeerscriptie.’ Maar aan die studie gingen twijfels vooraf. ‘Was ik wel slim genoeg om een universitaire studie te gaan volgen? En hoe zou het zijn om als bijna vijftiger in een collegezaal met alleen maar jonge studenten te zitten?’ Nu zegt De Visser: ‘Je moet gewoon beginnen, een goede planning maken en blijven ademen.’ En de belangrijkste les: ‘Studeren is niet zozeer een kwestie van slim genoeg zijn, het draait om nieuwsgierigheid en doorzettingsvermogen.’
Nadat hij in 2010 de hbo-opleiding Management Documentaire Informatievoorziening (HMDI) had afgerond, ging hij aan de slag als leidinggevende van de afdeling DIV, waar hij eerder adviseur en waarnemend afdelingshoofd was. ‘In de HMDI-opleiding ging het vooral om de wat- en hoe-vraag van informatie- en archiefbeheer, maar ik was ook benieuwd naar het waarom. Ik had sterk het gevoel dat ik lacunes in mijn vakkennis had om een archiefafdeling goed te kunnen leiden en om als gesprekspartner naar andere archiefinstellingen te kunnen fungeren.’ De Visser koos voor een master Archiefwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Het maakt mijn positie sterker en een mastertitel is carrière-technisch interessant.’
De wetenschappelijke benadering die een universitaire studie kenmerkt helpt hem bij het nadenken over hoe hij het archiefbeheer wil gaan opzetten en onderhouden. ‘Niet acteren op de waan van de dag, maar een stap vooruit denken.’ Bovendien leverde zijn studie hem ‘een vrachtlading aan nieuwe soft- en hardskills’ op. En er is nog andere aangename kant: ‘Op mijn werk word ik regelmatig uitgenodigd om vanuit mijn expertise mee te denken over zaken waarbij ik eerder niet in beeld was.’
Voordrachten geven
Ursula Oberst: ‘Het geven van lezingen is leerzaam’
Eigenlijk had Ursula Oberst, scientific information specialist bij het Afrika-Studiecentrum, een ander antwoord willen geven op de vraag wat zij als een onderdeel van een leven lang leren ziet. ‘Ik dacht meteen aan de WikiTechstorm 2018. Tijdens deze hackathon, afgelopen oktober, hebben vijftig mensen uit dertien landen twee dagen lang samengewerkt en van elkaar geleerd.’ Maar ze was zich er niet eerder van bewust dat het geven van lezingen in binnen- en buitenland ook heel leerzaam voor haar is. ‘Als de gelegenheid zich voordoet, houd ik voordrachten over innovatieve projecten die we bij het Afrika-Studiecentrum doen. Het profileren van mijn eigen instituut, kennis (en leed) delen met vakgenoten en partnerinstellingen leken mij belangrijke redenen om lezingen te houden. Vaak brengt het je ook nog eens op interessante locaties,’ zegt Oberst lachend.
Dit jaar staan haar lezingen in het teken van Wikidata, een project dat draait om de gratis, crowdsourced, meertalige database in een voor mens en machine leesbaar formaat. Die lezingen bereidt Oberst, zoals al haar presentaties, altijd zeer grondig voor. ‘Ik houd zelfs proeflezingen voor collega’s. Hun reacties, de soms onverwachte vragen vanuit het publiek plus het voorbereidend werk zetten mij weer aan het denken en laten mij aspecten zien waaraan ik niet eerder heb gedacht. Achteraf bezien moet ik het leeraspect van mijn voordrachten veel hoger rangschikken en meer waarderen,’ aldus Oberst. ‘Het brengt me verder in mijn vakgebied.’
Leiderschapsprogramma volgen
Tanja de Boer: ‘LIBER leadership programme verlegt je horizon’
Een aanrader noemt Tanja de Boer, sinds afgelopen augustus hoofd Collectie en onderzoek bij het Kröller-Müller Museum, het LIBER leadership programme. ‘Ik wilde een betere leider worden,’ verklaart ze de reden van haar deelname aan het programma, verzorgd door de Ligue des Bibliothèques Européennes de Recherche (LIBER). Ze eindigde het eenjarige opleidingstraject in de zomer van 2018, toen ze nog als hoofd Collectiebehoud bij de Koninklijke Bibliotheek werkte.
Juist het internationale aspect van het programma trok haar aan. ‘Het verlegt je horizon en brengt je tot andere inzichten,’ vindt De Boer. Ze merkte dat Nederland in vergelijking met andere landen heel weinig hiërarchisch is. ‘We betrekken medewerkers bijvoorbeeld vaak al vroeg in verandertrajecten. In Midden-Europa bijvoorbeeld is zoiets ondenkbaar.’
Voor haar medecursisten was de vraag vaak: ‘Ik zit in het middenmanagement, hoe maak ik een volgende stap naar het directeurschap? Wat voor kwaliteiten heb ik daarvoor nodig? En natuurlijk: kán ik die stap maken,’ zegt De Boer. Voor haarzelf was de vraag of ze directeur van de KB wilde worden niet van toepassing. ‘Natuurlijk zou ik ergens anders in zo’n functie aan de slag kunnen, maar ik ben tot de conclusie gekomen dat ik die ambitie nu niet per se heb.’
Wat ze vooral geleerd heeft is dat ‘je jezelf altijd meeneemt. Je kunt zeker werken aan verbetering van je gedrag, maar uiteindelijk is het belangrijk dat je jezelf goed kent. Self awareness is het begin van leiderschap.’
In haar baan bij het Kröller-Müller Museum geeft ze een nieuwe afdeling vorm. ‘Daar kan ik de aangereikte tools en ontwikkelde inzichten goed inzetten. Denk aan een bepaalde manier van vragen stellen zonder antwoorden te geven.’ Fijn daarbij is dat het groepje van het LIBER leadership programme waarmee De Boer een jaar lang is opgetrokken, elkaar nog steeds ziet. ‘Ik heb er niet alleen een geweldig netwerk bijgekregen, ook kan ik met vragen bij deze collega’s terecht.’
Ronald de Nijs is eindredacteur van IP
Deze bijdrage komt uit IP nr. 9 / 2018. Het gehele nummer kun je hier lezen.