Victorines 2021: ‘Karaokelezen zou een vrij eenvoudige manier van leesondersteuning kunnen zijn’

Door Cindy Lammers

Jaarlijks onderscheidt het Victorine van Schaickfonds publicaties die vernieuwing in het informatievak helpen stimuleren. De oogst van 2021 bestond uit dertien inzendingen, waarvan er twee een prijs wonnen: PLEK3 (initiatiefprijs) en Laurie Bastemeijer (scriptieprijs) voor haar onderzoek naar audio- en karaokeboeken in het vmbo-onderwijs. IP vroeg haar om uitleg.

SCRIPTIEPRIJS (1500 EURO): LAURIE BASTEMEIJER

Required Listening: The effects of using audio- and karaoke books in fiction education at Dutch vmbo schools. Het is de naam van de winnende scriptie van Laurie Bastemeijer, het resultaat van onderzoek dat ze deed voor haar masteropleiding Book & Digital Media Studies aan de Universiteit Leiden. In haar scriptie vergelijkt ze de effecten van het luisteren naar luisterboeken en het lezen van papier, specifiek binnen de context van het fictieonderwijs op het vmbo. Uit ander onderzoek blijkt namelijk dat de leesvaardigheid en leesmotivatie bij vmbo-leerlingen vaak lager zijn dan gemiddeld. De jury is daarom van mening dat de maatschappelijke relevantie van de scriptie groot is. Daarnaast heeft ze wetenschappelijk belang: ‘Het is goed om te weten of audioboeken leerlingen kunnen stimuleren en ondersteunen, maar ook om de valkuilen van audiolezen te leren kennen’, aldus de jury.

Ook het vervolgonderzoek dat Bastemeijer bepleit, juicht de jury toe. ‘Vooral dual channel reading – het gelijktijdig lezen van en luisteren naar een tekst zoals bij karaokeboeken – is een vorm van lezen die nog relatief onbekend is, maar veelbelovend lijkt voor zwakkere lezers.’

HOE BEN JE OP JE SCRIPTIEONDERWERP GEKOMEN?

‘Bij de masteropleiding houden we ons bezig met het boek in alle mogelijke vormen. Het is realiteit dat het papieren boek steeds meer concurrentie krijgt van nieuwe media. Veel van die media zijn zogenaamde short form texts, korte tekstjes dus, zoals op sociale media. Jongeren lezen gemiddeld steeds minder lange teksten, en als gevolg worden hun leesvaardigheid en leesplezier ook minder. Ik vond het audioboek een interessante “middenweg”: dezelfde lange teksten, maar dan via een ander kanaal. Op middelbare scholen wordt audiolezen nog een beetje wantrouwend bekeken, dus ik vroeg me af of dat terecht is. Mijn vraag was eigenlijk: zou audiolezen jongeren kunnen prikkelen om toch die verhalen mee te krijgen, of misschien zelfs van papier te gaan lezen?’

WAAROM SPECIFIEK DE VMBO-DOELGROEP?

‘Nederlandse jongeren scoren in vergelijking met andere Europese jongeren vrij laag op het gebied van leesvaardigheid en leesgedrag, dat is op alle niveaus zo. Ook zijn die vaardigheden bij Nederlandse scholieren in korte tijd snel gedaald. In Nederland zie je die trend helaas het sterkst bij vmbo-leerlingen. Volgens de meest recente cijfers heeft een kwart van hen op vijftienjarige leeftijd eigenlijk een te slechte leesvaardigheid om goed te kunnen meekomen in de samenleving. Onze maatschappij is nog steeds heel tekstueel ingericht; als je niet goed kunt lezen heeft dat vaak grote sociale en economische gevolgen. Overigens is het natuurlijk niet zo dat elke vmbo-leerling moeite heeft met lezen. Ik richt me in het onderzoek vooral op de zwakkere lezer.’

HOE ZAG JE ONDERZOEK ERUIT?

‘Verrassend genoeg was er nauwelijks vergelijkend onderzoek gedaan naar het lezen van audio versus papier. Ik heb een heel uitgebreid literatuuronderzoek opgezet, waarbij ik met name sociologische en pedagogische studies naar audiolezen heb verzameld, maar ook bijvoorbeeld onderzoeken uit de neuropsychologie. Denk dan aan pilots met voorlezen in de klas, ervaringen met audioboeken en auditieve interventies bij zwakkere lezers, maar ook onderzoeken naar wat er in de hersenen gebeurt bij het beluisteren van tekst. Al die informatie heb ik vergeleken met wat we al weten over de effecten van het traditionele lezen.’

WAT ZIJN IN HET KORT JE CONCLUSIES?

‘Het was fijn geweest als er een eenduidige, praktische conclusie uit mijn onderzoek was gerold. Dat is helaas niet het geval. Of een audioboek een nuttig alternatief is voor een papieren boek hangt grotendeels af van het doel waarmee je iets leest. Op het gebied van leesplezier kunnen audioboeken een prettig alternatief vormen voor zwakke lezers. Jongeren die niet zo goed kunnen lezen, hebben vaak weinig zelfvertrouwen als ze een boek oppakken; ze geloven niet dat ze “moeilijke” boeken aankunnen. Als ze de tekst dan horen en merken dat ze het best kunnen volgen, is dat motiverend. Audioboeken kunnen jongeren die worstelen met vloeiend lezen ook in contact brengen met ingewikkeldere thema’s en taalgebruik.

Toch zitten er veel haken en ogen aan audiolezen. Als je veel moeite hebt met het ontcijferen van geschreven tekst, helpt alleen luisteren niet om die vaardigheid te verbeteren. Het grootste nadeel van audiolezen is dat het inherent afleidend is: bij het lezen van papier helpen je hand- en oogbewegingen mee om je concentratie te behouden. Als je echt goed wilt luisteren, zou je eigenlijk de hele tijd in een steriele, stille omgeving moeten zitten. Dat doet natuurlijk niemand, dus de kans is groot dat iemand steeds afgeleid raakt bij het luisteren. Er is daardoor minder sprake van onderdompeling, en dat heeft dan ook weer negatieve effecten op het ontwikkelen van bijvoorbeeld je woordenschat of je inlevingsvermogen. Ik ben er overigens wel sceptisch over of er echt zo veel meer onderdompeling plaatsvindt wanneer je een zwakke lezer zonder extra ondersteuning door een boek laat ploegen.

Als laatste is er nog een praktische drempel die audiolezen lastig maakt. Om een audioboek echt behulpzaam te maken, moet het best van hoge kwaliteit zijn en het liefst te customizen, zodat snelheid en stem aangepast kunnen worden. Er is nog geen manier om alle leerlingen toegang te geven tot dat soort audioboeken. Niet alles is beschikbaar of goed vindbaar via openbare platforms zoals de online bibliotheek. En hoewel we vaak denken dat elke tiener wel een smartphone heeft, bleek in de coronacrisis toch dat er duizenden kinderen zijn die geen geschikte elektronica hebben voor hun schoolwerk. Dan blijft een fysiek boek uit de (school)bieb toch een stuk toegankelijker.’

JE HEBT HET OOK OVER KARAOKELEZEN: WAT ZIJN DE VOORDELEN HIERVAN EN WAT IS HET EFFECT OP INFORMATIE TOT JE NEMEN, SPECIFIEK VOOR ZWAKKERE LEZERS?

‘Karaokelezen is een vrij nieuwe vorm van lezen die op dit moment vooral wordt aangeboden aan mensen met dyslexie. Je kunt dan naar een boek luisteren, terwijl je op het scherm van een tablet de tekst kunt volgen: net als bij een karaokemachine dus. Ik heb het in mijn scriptie niet alleen over karaokelezen, maar ook algemener over lezen via twee kanalen: lezen met een papieren boek terwijl je meeluistert. Dit zou een vrij eenvoudige manier van leesondersteuning kunnen zijn die best veelbelovend lijkt. Door de papieren tekst erbij te houden, zou je je mogelijk weer beter kunnen concentreren op de inhoud. Het is alleen niet helemaal duidelijk of dit echt werkt, of dat het moeten gebruiken van twee bronnen misschien een te hoge drempel is. Daar zou in de toekomst nog meer praktijkonderzoek naar moeten worden gedaan.’

De scriptie van Bastemeijer is te vinden in het Student Repository van de Universiteit Leiden via: https://bit.ly/scriptieLaurie.


INITIATIEFPRIJS (2000 EURO): PLEK3

De initiatiefprijs ging naar het team van PLEK3 van Bibliotheek Venlo. De jury is onder de indruk van de manier waarop met PLEK3 ‘op innovatieve wijze de maatschappelijke rol van de openbare bibliotheek wordt neergezet’ [PLEK1 is de sociale omgeving van thuis, PLEK2 de sociale omgeving van school en PLEK3 een derde sociale omgeving die losstaat van thuis en school, bijvoorbeeld de bibliotheek – red.]. De droom van Bibliotheek Venlo is dat alle kinderen tot 18 jaar in Venlo toegang hebben tot rijke informatie, in het bijzonder ook kwetsbare groepen, en dat is een inspirerend voorbeeld voor de bibliotheekbranche in meest brede zin, aldus de jury. ‘De relatie met het onderwijs als onderdeel van de Gelijke Kansen-agenda van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) verankert het initiatief stevig in het educatieve veld. Het laat zien hoe de aanpak van verschillende vaardigheden kans biedt om ook op langere termijn achterstanden op jonge leeftijd te voorkomen en de kansenongelijkheid onder kinderen tegen te gaan.’

De jury hoopt met de toekenning van de prijs de bekendheid van PLEK3 te vergroten en daarmee de kans om het concept in meer vestigingen van openbare bibliotheken te realiseren. PLEK3 is in 2020 gestart als pilot, met de Koninklijke Bibliotheek als partner en met subsidie van het VSBfonds en de provincie Limburg.


Victorine van Schaick

De Victorine van Schaickprijs is vernoemd naar Victorine van Schaick, een Nederlandse bibliothecaris en docent die zich in haar leven sterk heeft gemaakt voor het bibliotheek- en informatievak. Nadat ze in 1976 bij een verkeersongeluk om het leven kwam, richtten vakgenoten het Victorine van Schaickfonds op, waaraan Van Schaicks familie haar hele nalatenschap doneerde. Sinds 1978 onderscheidt het fonds jaarlijks publicaties die bijdragen aan vernieuwing van het informatievak, in samenwerking met beroepsvereniging KNVI.


Cindy Lammers is hoofdredacteur van IP.

Deze bijdrage komt uit IP #9/2021. Het hele nummer kun je hieronder lezen of downloaden.