UB in wording (2): Groei naar academische dienstverlener


Projectnieuwe Universiteitsbibliotheek UvA

Gestart in: september 2019

Einddatum: ergens in 2023

Aantal dagen tot oplevering: circa 1050

Architect: MVSA Architects en Architectenbureau J. van Stigt


Door Robin van Schijndel

Vakblad IP volgt de wording van de Universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Eens per kwartaal zal een thema rondom de bouw worden belicht. In dit nummer deel 2: de context van de totstandkoming van de nieuwe UB.

Waarschijnlijk zijn er ooit meer dan tweehonderd UvA-bibliotheken geweest, zelfstandig en/of onderdeel van een vakgroep. Kenmerkend voor de huisvesting van de UvA is, tot in de jaren zestig van de vorige eeuw, het enorme aantal panden verspreid over Amsterdam waarin de faculteiten en voorzieningen van de UvA zijn gehuisvest. Vanaf de jaren zestig worden er voor het eerst grote gebouwen neergezet, zoals die van architect Norbert Gawronski op het Roeterseiland en het beeldbepalende P.C. Hoofthuis van Theo Bosch en Aldo van Eyck. Dit kan worden gezien als de eerste aanzet tot campusvorming. 
Uiteindelijk kiest de UvA ervoor om onderwijs en onderzoek te concentreren op vier campuslocaties. Dat zijn geneeskunde in Zuidoost (AMC), natuurwetenschappen op het Science Park in Watergraafsmeer, sociale wetenschappen op de Roeterseilandcampus en geesteswetenschappen op de laatste te realiseren campus: het Universiteitskwartier in de binnenstad waar de nieuwe UB wordt gerealiseerd. Met het concentreren van campuslocaties zijn tientallen kleine bibliotheken samengevoegd en opgegaan in de UB en de campusbibliotheken.

Meer dan boeken
Tot circa het jaar 2000 worden de ruimtes en studiezalen in de bibliotheken van (de klassieke) universiteiten gedomineerd door opencollectiesopstellingen en studieplekken die vooral ondersteunend zijn aan het gebruik van de collecties. Daarna komt er, ook in de UvA-bibliotheken, dankzij digitale beschikbaarheid en centrale depotplaatsing een proces op gang om de open collecties in omvang terug te brengen. Uiteindelijk leidt dit bij de UvA tot inkrimping van ruim 45 naar minder dan 10 kilometer open collectie.
Tegelijkertijd herkent de UB de ontwikkeling van een toenemende belangstelling voor en vraag naar studeren op de campus. De UB anticipeert hierop door vele ruimtes te veranderen in studieplekken. In 2010 neemt de bibliotheek alle computerwerkplekken van de IT-afdeling over en integreert ze het beheer ervan in haar studieplekkenbeleid. Ook breidt ze de dienstverlening van de UB-balies naar studenten uit met IT.Op dit moment beheert de UB het merendeel van de UvA-studieplekken; van de circa vijfduizend heeft ze er ruim vierduizend in beheer. Conform het studieplekkenbeleid worden in nauwe afstemming met faculteiten en de facilitaire afdeling van de UvA nieuwe plekken in zalen gerealiseerd die bijvoorbeeld voor digitaal toetsen maar ook voor (activerend) onderwijs kunnen worden ingezet.

Ontwikkeling in dienstverlening
Al in 1990 is vastgesteld dat de UB aan de Singel als gebouw gedateerd is en als bibliotheek geen toekomst heeft. Vanaf 2001 heerst het idee dat een nieuwe UB naast toegang tot de collecties vooral studie, werk, ontmoeting en verblijf moet faciliteren. Deze functies zijn dan ook in vierkante meters ruim bedeeld.In de tussentijd ontwikkelt de bibliotheek zich verder als dienstverlener. Zo blijken de bibliotheken op Roeterseiland en Science Park een aantrekkelijke partner op de campus. Niet alleen vanwege hun collecties, support op locatie en op afstand, digitale voorzieningen en onderwijs- en onderzoekondersteuning. Maar ook vanwege hun gebruik en inzet van de beschikbare oppervlakte, openingstijden, brede dienstverlening en grote aantallen bezoekers. De eerdergenoemde regie op studieplekken zorgt ervoor dat de studieplekken in vele campusgebouwen herkenbaar zijn als bibliotheekvoorzieningen.Een divers voorzieningenniveau met studiezalen, onderwijsruimtes, horeca en een atrium of plein voor verblijf en evenementen is altijd het uitgangspunt geweest voor de nieuwe UB in het Universiteitskwartier. Het dakterras kan worden gezien als de kers op de taart. Een bibliotheekgebouw dat inspiratie biedt aan studenten, medewerkers en bezoekers om te studeren en aan nieuwe en/of betere ideeën of onderzoek te werken. De keuze van de UvA om juist deze bibliotheek te bouwen illustreert dat de bibliotheek zich succesvol heeft doorontwikkeld als academische dienstverlener.

Veranderlijk en aanpasbaar
Het is een hele kluif om in het programma van eisen van de UB zowel de monumenten als de nieuwbouw in te passen, niet alleen voor de cascoarchitecten, maar ook voor het UB-team dat verantwoordelijk is voor het vloerplan en het interieur. Met de kennis uit het recente verleden is het een gegeven dat verandering een constante zal zijn. De circa 14.000 vierkante meters met 358 ruimtes van de nieuwe bibliotheek zijn in veel gevallen dusdanig ontworpen dat zij gemakkelijk van functie kunnen wisselen: vandaag collectieruimte, morgen onderwijszaal, nu kantoorvloer, straks active of hybrid learning space. Sommige ruimtes kunnen op verschillende momenten in de week door verschillende doelgroepen worden gebruikt. Vergaderruimtes voor medewerkers zijn in het weekend bijvoorbeeld projectruimtes voor studenten.Het atrium zal aankomende studenten imponeren op open dagen en de monumentale voormalige ziekenhuiszalen zullen het ‘thuis’ van generaties studenten worden. Eenheden en netwerken die nu in ontwikkeling zijn, maar die bij het ontwerp van de nieuwe bibliotheek nog niet in beeld waren, zoals het Data Science Centre, worden desgewenst ruimtelijk ingepast zodat zij zich in de context van de UB van de eenentwintigste eeuw kunnen profileren. 

Deel 3 van deze serie verschijnt in IP #7 van dit jaar.


Robin van Schijndel is sectorhoofd campusdiensten Universiteitsbibliotheek Amsterdam.

Deze bijdrage komt uit IP #4/2021. Het hele nummer kun je hier lezen.