Jos Damen bekijkt nieuwe ontwikkelingen op informatiegebied en geeft een beargumenteerd waardeoordeel. De lezer krijgt afwisselend een tof initiatief of een sof voorgeschoteld. Deze keer: het openzetten van bibliotheekcatalogi.
Door: Jos Damen
Nederlandse universitaire bibliotheken waren er snel bij. Al in de jaren zeventig en tachtig maakten ze hun bibliotheekcatalogi digitaal, en vanaf de jaren tachtig werd dat bezit via hun eigen online catalogi aan een breed publiek gepresenteerd. Het antwoord op de vraag ‘In welke bibliotheek is dit boek beschikbaar?’ kon voortaan op het web gevonden worden. Dat was een belangrijke eerste stap naar open toegang, waar Google Books en anderen in de 21e eeuw op voortbouwden. Openbare bibliotheken kwamen ook met online catalogi. Vanaf eind jaren tachtig kwam de NCC (Nationale Centrale Catalogus) beschikbaar, eerst met alle tijdschriften en daarna met alle boeken die in Nederland te vinden waren. In 1998 leverde PICA samen met de bibliotheken de website Picarta.nl, die ook tijdschriftartikelen bevatte. Picarta telt nu meer dan 15 miljoen boektitels, een half miljoen tijdschriften, 50 miljoen artikelen en verder landkaarten, brieven, cd’s en nog veel meer.
Wet van remmende voorsprong
Helaas blijkt de wet van de remmende voorsprong van toepassing. De NCC is al 30 jaar beschikbaar en Picarta al bijna 20 jaar, maar beide zitten achter een betaalmuur: je hebt een bibliotheekpasje nodig om te kunnen zien in welke bibliotheek een boek in Nederland aanwezig is. Dat is prehistorisch – en niet uit te leggen aan een nieuwe generatie lezers en bibliotheekgebruikers. Die generatie snapt niet waarom metadata niet openbaar is, in een tijd dat er zelfs veel full-text online te vinden is. Dat wringt nog meer, omdat een deel van die metadata met openbaar geld gemaakt is: bibliotheken hebben met elkaar miljoenen uitgegeven om die titels netjes in de GGC te kloppen, en elk jaar betalen ze ook nog een forse som om Picarta en de NCC voor hun gebruikers open te stellen. En 22 procent van de Nederlandse bevolking is lid van een openbare bibliotheek, dus 78 procent heeft geen directe toegang tot die metadata.
Geen toegang zonder pasje
Er zijn positieve voorbeelden. Bijna alle bibliotheken hebben hun eigen catalogi openbaar gemaakt, en ook sommige gespecialiseerde catalogi zijn goed toegankelijk, zoals het Centraal Bestand Kinderboeken, de STCN (oude drukken) en Adamnet. Verder hebben veertien grote Openbare Bibliotheken zich samen ‘geopend’. Maar dat zijn witte raven. Picarta.nl en de NCC zitten achter het betaalmuurtje, en het kost weinig moeite om tegen andere muren op te lopen. Wie wil weten waar de brieven van Constantijn Huygens of W.F. Hermans bewaard worden, moet tientallen aparte catalogi langs, want de zogenaamde nationale brievencatalogus CEN vereist een inlogcode. Sommigen noemen de Nationale Bibliotheekcatalogus en WorldCat als bruikbare alternatieven. Was het maar waar. NBC+ lijdt aan hetzelfde euvel als de NCC: inlog met bibliotheekpasje is verplicht. WorldCat is een oceaan aan informatie, terwijl gebruikers willen weten wat in Nederland op papier of open digitaal beschikbaar is – dat is nu te ingewikkeld.
In België wel openbaar
Kan het anders? Onze zuiderburen bewijzen het. Op unicat.be hebben tientallen universiteiten en hogescholen, openbare, religieuze en museumbibliotheken hun catalogi samen opengezet. Doet dat Belgische voorbeeld goed volgen? Gaat Nederland bibliotheek.nl verrijken met alle metadata van de KB en de UB’s? Nog steeds niet, helaas.
Wie is schuldig?
Het antwoord is makkelijk te vinden: alle partijen hebben wagonladingen boter op hun hoofd. Universitaire bibliotheken trekken zich steeds meer terug in hun eigen vesting en verzorgen met graagte vooral hun eigen studenten en medewerkers. OCLC (dat PICA overnam) moet een ander financieel model verzinnen en vindt dat niet makkelijk. Openbare bibliotheken vinden dat ze genoeg gedaan hebben (14 onder 1 knop) en hun nieuwe stiefmoeder, de Koninklijke Bibliotheek, worstelt al jaren met het probleem, maar komt niet in actie. Het ministerie van OCW heeft nauwelijks aandacht voor bibliotheken. Plannen genoeg, maar er wordt niet doorgepakt. En daarom wacht een meerderheid van de Nederlanders al meer dan twintig jaar op een vrij toegankelijke nationale Nederlandse bibliotheekcatalogus.
Jos Damen is hoofd bibliotheek & ICT van het Afrika-Studiecentrum, Universiteit Leiden.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 4 / 2017. Het gehele nummer kun je hier lezen.