Tijdgeestonderzoeker Farid Tabarki: ‘We leven in een vloeibaar tijdperk’

Farid Tabarki is tijdgeestonderzoeker bij Studio Zeitgeist. Om een brug naar de toekomst te slaan, kijkt hij naar ontwikkelingen die over zo’n vijf à tien jaar zullen plaatsvinden. In 2012 is hij uitgeroepen tot ‘Trendwatcher of the Year 2012-2013’. Bij de eerste editie van het EIM (Enterprise Information Management) Zomerevent op 25 juni in het Kurhaus Scheveningen is Tabarki keynote spreker. ‘De informatiemanager krijgt in dit vloeibare tijdperk een steeds strategischer rol in de organisatie.’

Door: Ronald de Nijs

Vorig jaar was Farid Tabarki in Colombia. Het viel hem op dat de retail zich er voor een groot deel heeft verplaatst naar de abri’s in metrostations. ‘De abri’s tonen posters met artikelen van winkelketens en de bijbehorende streepjescodes. Terwijl je staat te wachten op de metro, scan je met een app de producten die je graag wilt hebben. De afrekening vindt automatisch plaats en de boodschappen worden aan de deur bezorgd. Je hoeft er niet voor thuis te blijven, want in Colombia hebben de meeste appartementencomplexen een doorman. Die is de hele dag bezig met het aannemen van boodschappen.’

Deze ontwikkeling in de Colombiaanse retail is een voorbeeld van het ‘vloeibare tijdperk’ waar we ons volgens Tabarki nu in bevinden. ‘Samen hebben we de afgelopen honderd jaar een mooie samenleving opgebouwd die is gebaseerd op concepten die we in de Industriële Revolutie hebben ontdekt. Denk aan het top-down organiseren. Dat heeft ons heel ver gebracht. Wat je nu ziet is dat onze gestructureerde samenleving van de afgelopen honderd jaar, en dat geldt ook voor onze bedrijven en onze piramidale economieën, als het ware wegsmelten door nieuwe technologieën.’

Een van de dominante ontwikkelingen is wat Tarbarki ‘radicale decentralisatie’ noemt. ‘We zien dat het individu centraal is komen te staan in welk proces dan ook, commercieel of niet-commercieel. We kunnen steeds meer zelf: zelf onze energie produceren met behulp van zonnepanelen, zelf producten printen met een 3D-printer, zelf financier of bankier worden dankzij crowdfunding en ga zomaar door. Mensen worden steeds onafhankelijker van grote partijen. De hele keten is eigenlijk op z’n kop gezet: het gaat nu bottom-up in plaats van top-down.’

Platforms

‘Er ontstaan nu allerlei platforms die centraal georganiseerd zijn, zoals Uber en Airbnb. Tegelijkertijd zorgt zo’n Airbnb ervoor dat een stad of dorp één groot hotel is geworden – een decentrale ontwikkeling. Elke vierkante meter vastgoed is een potentiële hotelkamer omdat die kan worden aangeboden op platforms zoals die van Airbnb. Gevestigde organisaties staan nu voor de uitdaging om hun producten en diensten ook via eigen platforms aan te bieden, zodat ze door een veel grotere groep mensen gebruikt kunnen worden.’

En dat brengt veranderingen met zich mee aan zowel de aanbod- als aan de afnamekant. ‘Dankzij Airbnb is er dus een veel grotere markt van (potentiële) hotelkamers ontstaan. In andere industrieën zie je eenzelfde ontwikkeling. Hoe ga je als financiële instelling om met platforms die ervoor zorgen dat mensen nu samen een product kunnen financieren?’ Tabarki noemt dit een ‘1.0-discussie’: mensen konden voor de opkomst van dergelijke platforms nog niet met elkaar in verbinding staan. Interessanter vindt hij fase 2.0: ‘Hoe kun je garanderen dat de verbindingen die nu ontstaan duurzaam zijn en dat er allerlei diensten omheen ontwikkeld worden. Nu is je via Airbnb verhuurde woning niet verzekerd – en die zekerheid wil je als verhuurder wél hebben. Verzekeringsmaatschappijen kunnen daarop inspringen met nieuwe producten.’

Ambitieuze overheid

Kan de overheid in dit tijdperk waarin burgers nu allerlei zaken zelf doen, terugtreden? Nee, zegt Tabarki. ‘In plaats daarvan zie ik liever een ambitieuze overheid. De overheid kan een belangrijke rol spelen in het creëren van platforms. De energietransitie is een goed voorbeeld: we kunnen onze daken met zonnepanelen bekleden en als we dat een beetje slim aanpakken, maken we onze steden voor een groot deel zelfvoorzienend op het gebied van energie. Maar nu zie ik nog vooral een overheid die het de burger moeilijk maakt om deze technologie te omarmen. Een ambitieuze overheid stelt juist alles in het werk om het bijzondere dat nu kan, zelf energie opwekken, mogelijk te maken. Grote groepen burgers, netwerken en woningcorporaties kunnen dit dan oppakken. Het vergt van de overheid een andere mindset.’

De overheid van Estland heeft zo’n omslag wel al gemaakt. ‘De Estse overheid is volledig digitaal; alle diensten en producten worden online aangeboden. Je kan zelfs als niet-Est digitaal burger worden van dit land en gebruikmaken van de diensten die daarbij horen, bijvoorbeeld als het gaat om het registreren van je bedrijf.’

Chief technology officer

‘Onlangs las ik dat slechts vier van de honderd New York Stock Exchange (NYSE) bedrijven, oftewel bedrijven die op de beurs van New York genoteerd staan, een chief technology officer (CTO) in dienst hebben. Dat is toch ondenkbaar in een tijd waarin technologie zo bepalend is voor je primaire processen. Ik vind het schokkend dat zo weinig mensen op het niveau van de Raad van Bestuur van deze materie verstand hebben.’

‘Bij de overheid zal het nog erger zijn. Dus het lijkt me volledig terecht dat technologie zowel op rijks- als regionaal niveau een veel belangrijker dossier wordt binnen de portefeuilles van de overheid. En nog belangrijker: actie! Het plan van Nationaal Commissaris Digitale Overheid Bas Eenhoorn dat elk college een wethouder voor informatievoorziening zou moeten hebben is een stap in de goede richting.’ Gezondheid en privacy De overheid kan ook een grote rol spelen in de zorg, vindt Tabarki. ‘Je hebt nu de discussie over privacy en wat je wel en niet mag opslaan als het gaat om ziektebeelden van patiënten. Stel nu dat we een systeem ontwikkelen dat de privacy van burgers goed beschermt en dat we gebruik kunnen maken van de kennis die we verkrijgen dankzij het verzamelen van medische big data. Dan kan de overheid veel beter en sneller bepaalde risico’s waarnemen en ervoor zorgen dat mensen op individuele basis niet ziek worden. Preventie dus in plaats van achteraf, na het ziek worden, optreden. Dat vraagt om een platform waar overheid, verzekeringsmaatschappijen en burgers gezamenlijk in participeren.’ ‘Of neem de Apple Watch. Dit slimme horloge kan de drager dag en nacht monitoren en aangeven hoeveel beweging hij of zij dagelijks heeft. Je kunt bijvoorbeeld een verzekeringspremie per dag met elkaar afspreken. Mensen die een dag niet zoveel bewogen hebben, betalen meer premie dan mensen die dat wel deden, want het is een mogelijke indicator of iemand over een paar jaar wel of niet ziek wordt. Dit is een flinke discussie die we als samenleving moeten aangaan. De vraag is hoever we daarin willen gaan.’

Streaming muziek

‘In zo’n veranderend systeem moet de waarde die technologie genereert steeds opnieuw gedefinieerd worden. De waardes in het oude systeem, in de gestructureerde samenleving, waren evident,’ aldus Tabarki. ‘Maar een waarde kan radicaal veranderen. Neem bijvoorbeeld bezit. Bij wie staan er nog lp’s of cd’s in de kast? Heel veel mensen gebruiken nu een app om naar streaming muziek te luisteren. We luisteren dus nog altijd naar muziek, maar we willen er liever toegang toe hebben dan de muziekdragers bezitten.’

Gouden berg

Informatieprofessionals en -managers zitten op een gouden berg van toenemende data, aldus Tabarki. ‘Maar we moeten wel gaan bedenken wat de relevantie van die data is: wat wil ik van een klant, een burger weten om – en daar komt die waarde weer om de hoek kijken – betere producten, betere dienstverlening of hechtere samenwerkingsvormen te bewerkstelligen? In dit nieuwe tijdperk moeten die doelen van zowel organisaties als de overheid weer hoog op de agenda staan.’

‘Het gaat er steeds meer om holistisch, dus vanuit het totaalplaatje, boven die grote hoeveelheid data te gaan hangen en vanuit die helikopterview de juiste verbanden tussen de data te zien. We kunnen dan wel steeds grotere hoeveelheden data ter verwerking aan machines overlaten, maar iemand moet toch een aantal variabelen ingeven die belangrijk zijn voor de uitkomst van die stapel data. Dáár moet een informatiemanager over gaan nadenken: met welke doelen stellen we ons deze vraag of zetten we een proces in gang. De informatiemanager krijgt daarmee een steeds strategischer rol in een organisatie; hij zal vaker ondersteuning gaan bieden bij strategische vraagstukken.’


Informatievoorziening van een tijdgeestonderzoeker

Inspiratie en best practices doet Farid Tabarki op tijdens zijn reizen. Het is voor hem een zintuigelijke manier om de tijdgeest te vatten. Elke keer bezoekt hij een nieuw land, totdat hij – zo is de bedoeling – uiteindelijk de hele wereld heeft gezien. De teller staat inmiddels op 129. Verder maakt hij gebruik van ‘klassieke’ bronnen: artikelen van journalisten en wetenschappers die voor hem als het ware het ‘voorwerk’ doen in bepaalde thematieken. Tot slot voedt zijn werk als dagvoorzitter en gespreksleider bij debatten hem met de praktijk van alledag.


Ronald de Nijs is eindredacteur van IP.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 5 / 2015. Het gehele nummer kun je hier lezen