Impact stories creëren, als informatiespecialist co-auteur van een artikel worden, handige tools en buttons ontdekken om de full-text van een artikel te vinden: het waren enkele van de inspirerende ontwikkelingen en take home-messages tijdens het goedbezochte EAHIL in Cardiff begin juli, een internationaal congres voor medisch informatiespecialisten. Centraal stond de impact van de medisch informatiespecialist.
Door: Irma van Houts, medisch informatiespecialist Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en lid van de werkgroep BMI-communicatie
Eigenlijk was het congres na de eerste keynote spreker al geslaagd. Iemand die met slechts een paar PowerPoint-sheets, een whiteboard met stift en een eigen verhaal een zaal van zo’n 350 toehoorders kan boeien – en dat bijna twee uur lang – mag met recht een inspirerend spreker genoemd worden. Het gaat hier om Cormac Russell, Managing Director van Nurture Development en faculty member van de Asset-Based Community Development (ABCD) Institute (Northwestern University, Chicago).
Russell is een echte community-denker: voor hem komt contact vóór content. Het zal dan ook niet verbazen dat hij voor ‘librarians’ een vergelijkbare rol ziet weggelegd als die van andere professionals in de gezondheidszorg. Hij ziet medisch informatiespecialisten namelijk eerst en vooral als community-builders. Het gesprek over het werk komt vóór de evidence, vertelde hij. “Jullie moeten niet alleen effectief zijn in jullie werk, maar ook affectief zijn naar de onderzoekers en de gebruikers toe.”
Revolutie
Russell’s keynote ging over de rol van professionals in de gezondheidszorg, dus ook over die van de medisch informatiespecialisten. Hij vindt dat de laatste groep een stapje terug moet doen als professional om het eigenaarschap terug te geven aan degene bij wie dat thuishoort, de patiënt of burger, aan de community dus. De rol van de professional in de gezondheidszorg verandert van ‘aan’ en ‘voor’ burgers naar ‘met’ en ‘door’ burgers of patiënten.
Russell ziet gezondheid als een sociaal en een politiek vraagstuk en veel ziektes zijn volgens hem in de eerste plaats een maatschappelijk in plaats van een gezondheidsprobleem. En een maatschappelijk probleem moet je niet medicaliseren: “They are not ill, they are lonely,” meent Russell. Volgens hem moeten we de regie dus teruggeven aan degene die hiervoor verantwoordelijk is, namelijk aan de burger of patiënt.
Dit omdenken is een revolutie van het hart, zo besloot hij kernachtig. Het thema van de toegevoegde waarde oftewel impact van de professional kwam als een rode draad terug in de sessies en workshops, posterpresentaties en keynotes.
Contact vóór content
Ook het verhaal van Jane Falconer had de nodige impact. Deze medisch informatiespecialist uit Groot-Brittannië vroeg zich af in welk stadium de informatiespecialist het best bij onderzoek betrokken kan worden. Als een artikel eenmaal gepubliceerd is, is het eigenlijk al te laat, aldus Falconer. Achteraf feedback geven is immers lastig. “Should I tell them that their research is rubbish?” vroeg ze met haar fijne Britse humor aan de aanwezigen.
Net als Russell constateerde Falconer dat de conversatie vóór de evidence komt: “Hoe eerder wij bij onderzoek betrokken worden, hoe beter de kwaliteit ervan”. Om dat te bewerkstelligen, zullen informatiespecialisten in contact moeten treden met de onderzoekers: het contact komt vóór de content. Kom de bibliotheek uit en ga naar de onderzoekers en de gebruikers toe, luidde haar conclusie én advies. Het was een sterk betoog, doorspekt met die typisch Britse humor. Falconer kreeg voor haar ijzersterke verhaal terecht een award van de organisatie van EAHIL.
‘Take home message’
Een spreker waar je evenmin omheen kon, was Andrew Booth. Met zijn vele publicaties over reviews en literatuuronderzoek was hij een ‘must see’. Hij sprak over de ‘fifty shades of review’, over de talloze vormen ervan, zoals de kwalitatieve, kwantitatieve, rapid, systematic en de Cochrane Reviews (Gouden Standaard). Hoe zie je door de bomen het bos met alle verschillende soorten reviews?
Terecht stelde hij de vraag welke review past bij welk type onderzoek. En: hoeveel zoekresultaten zijn er nodig voor een review en wanneer is het goed genoeg? Als academicus pur sang gaf Booth veel feiten en cijfers, overzichten en tabellen en op basis daarvan trok hij conclusies. Hij liet bijvoorbeeld zien dat de systematic reviews waar informatiespecialisten aan hebben meegewerkt, beduidend meer referenties hebben dan diegene waar geen informatiespecialist bij betrokken is geweest. Dit pleit dan ook voor auteur- of co-auteurschap van een informatiespecialist bij een artikel.
Een ‘take home message’ was dan ook om met Scopus, Web of Science of Google Scholar een overzicht te maken van de reviews waar informatiespecialisten aan hebben meegewerkt en wat de impact van dat artikel is. Dit zou per instelling kunnen worden gedaan, al kan dat natuurlijk ook landelijk. Een prikkelende uitdaging voor de BMI, de groep Biomedisch Informatiespecialisten van Nederland.
Impact stories
Op het congres kwam nog een andere inspirerende uitdaging voorbij: het creëren van impact stories. Een van de Nederlandse congresgangers opperde gelijk om aan dit onderwerp een BMI-themadag aan te wijden. Verzamel ‘casestudies’ maar noem ze ‘impact stories’, was het advies van Nicola Pearce-Smith, werkzaam bij Public Health England.
Deze vorm van storytelling laat zien hoe de resultaten van literatuuronderzoek bijdragen aan beslissingen om de praktijk te veranderen. Zo is de impact van informatiespecialisten direct zichtbaar. Op de website van haar organisatie is zowel een sjabloon als een overzicht van impact stories te vinden. Een concreet, verfrissend en uitdagend verhaal waarmee je als professional direct aan de slag wilt gaan.
Nederlandse awardwinnaar
Het internationale congres kende ook bijdragen van Nederlandse bodem. Die kwamen uit Groningen, vanuit het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Zo was er een presentatie over het gemak van LibGuides, een cms-systeem voor de bibliotheekwereld, door Els Kloens: “Met name de chatfunctie en de kalender om eenvoudig een afspraak te maken met een medisch informatiespecialist zijn erg handig.”
Haar collega Guus van den Brekel had een eigen expositiestand over het vinden van de full-text van een artikel, ‘How to get the pdf’, open access-buttons en andere handige tips hiervoor. Van den Brekel was hiermee een van de drie awardwinnaars tijdens het galadiner in Cardiff City Hall.
Gastland in 2019
Gastland voor EAHIL 2019 is Zwitserland. Van 17-20 juni worden in Basel, evenals in Cardiff, ruim 350 deelnemers verwacht, vooral uit Europa maar ook uit Afrika. Bij EAHIL 2018 waren zo’n 10 medisch informatiespecialisten uit ziekenhuizen en van universiteiten uit Nederland aanwezig. Ook waren er tientallen exposanten, van wie sommige eveneens sponsor waren.
Met vier keynotes, tientallen presentaties en workshops, plus nog een aantal workshops die voorafgingen aan het driedaagse congres, maakte EAHIL 2018 zijn slogan ‘inspiring, involving and informing’ dubbel en dwars waar. Het Royal Welsh College of Music and Drama en Cardiff stonden een week lang in het teken van EAHIL. Over de impact van medisch informatiespecialisten gaan we zeker meer horen.