Suzanne Kleijn promoveert op nieuwe Nederlandse leesbaarheidsformule

In het kader van haar promotieonderzoek ontwikkelde Suzanne Kleijn (Language and communication) een nieuwe leesbaarheidsformule waarmee de moeilijkheidsgraad van teksten gemeten kan worden. Daarmee kan bepaald worden voor welke doelgroep een tekst geschikt is. Op 6 april a.s. verdedigt ze haar proefschrift in het Academiegebouw in Utrecht.

Hoe kun je nagaan welke tekst geschikt is voor welke lezer? Die vraag leidde in de jaren twintig van de vorige eeuw al tot de ontwikkeling van de zogenoemde leesbaarheidsformules, meetinstrumenten die precies zouden voorspellen hoe leesbaar een bepaalde tekst is voor een bepaalde doelgroep.

Ondanks latere kritiek op deze formules, is er nog altijd veel vraag naar een meetinstrument dat in een paar tellen iets zegt over de moeilijkheid van een tekst. Daarom is er met nieuwe computertechnieken en inzichten uit experimenteel onderzoek de laatste jaren gewerkt aan een nieuwe leesbaarheidsformule voor het Nederlands: U-Read.

U-READ

U-Read is gebaseerd op tekstbegripsdata van 2900+ leerlingen uit 2-vmbo tot 4-vwo. Leerlingen maakten speciale clozetoetsen over 120 teksten, waarbij zij woorden invulden die uit de teksten waren weggelaten. Hoe beter dat lukt, hoe makkelijker de tekst is.

Om de moeilijkheid van teksten te voorspellen maakt U-Read gebruik van kenmerken zoals woordfrequentie (hoe hoger, hoe beter), aantal inhoudswoorden per deelzin (hoe lager hoe beter), concreetheid van naamwoorden (hoe concreter, hoe beter), en de afstand tussen woorden die grammaticaal bij elkaar horen (hoe korter, hoe beter). Met deze kenmerken voorspelt U-Read tekstmoeilijkheid 20% beter dan de oude CLIB- en Flesch-Doumaformules.

Verbeteren van teksten

De 120 teksten die zijn meegenomen in het onderzoek bestonden uit 30 schoolboekteksten en 30 voorlichtingsteksten, die elk in twee versies zijn aangeboden. Daarbij zijn teksten op een van drie manieren veranderd:

1. woorden zijn makkelijker of juist moeilijker gemaakt,

2. de zinsbouw is makkelijker of juist moeilijker gemaakt, of

3. verbindingswoorden zijn toegevoegd om relaties tussen zinnen duidelijker te maken of verbindingswoorden zijn juist weggelaten.

Resultaten

Bij het vergelijken van de tekstversies op tekstbegrip bleek dat makkelijkere woorden en een makkelijker zinsbouw de tekst iets makkelijker maakten. Voor verbindingswoorden was het effect minder duidelijk: sommige verbindingswoorden maakten de teksten makkelijker, andere juist moeilijker.

Naast tekstbegriponderzoek is er ook oogbewegingsonderzoek gedaan. Daaruit bleek dat makkelijkere woorden en een makkelijkere zinsbouw er ook voor zorgden dat teksten sneller gelezen werden.

(Foto: Tranmautritam)