Al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw speelt digitalisering een rol in erfgoedinstellingen. Archieven en musea zijn druk bezig om hun positie te bepalen in het digitale speelveld. In deze special over digitaal erfgoed plaatst IP de laatste ontwikkelingen in een context. Maar eerst een paar trends op een rij.
Gebruiker centraal
Begin dit jaar is de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed gelanceerd. Met die strategie wil de erfgoedsector de potentie van digitaal erfgoed maximaal benutten en het beheer ervan efficiënt organiseren. Daarbij vallen een paar dingen op. Zo staat in deze strategie de gebruiker centraal – en dat was wel eens anders.
In de beginjaren van de digitalisering van erfgoed waren instellingen vooral bezig om hun collecties ‘van a tot z’ te digitaliseren. Het publiek, de vraagkant, speelde geen enkele rol bij beslissingen over welke collecties digitaal beschikbaar moesten komen. Ook was het publiek niet betrokken bij de ontwikkeling van producten en diensten. Intussen heeft de gebruiker een wezenlijke rol gekregen. Aansprekende voorbeelden daarvan zijn te vinden bij bijvoorbeeld de Vele Handen-projecten. Collecties van instellingen worden daarbij door het publiek voorzien van trefwoorden; een mooi praktijkvoorbeeld van user generated content. Ook door het gebruik van sociale media en open data stellen erfgoedinstellingen zich veel meer open voor hun gebruikers.
Cruciale rol van ICT
Vanuit technisch oogpunt staat de erfgoedsector voor een keerpunt. In allerlei activiteiten speelt ICT een cruciale rol: online kaartverkoop, digitale marketing en een steeds groter gebruik van digitaal erfgoed in de informatievoorziening en educatieve toepassingen. Die ICT kan tot op zekere hoogte gedeeld worden tussen instellingen. Je hoeft als individuele organisatie niet alle ICT-voorzieningen zelfstandig te ontwikkelen en onderhouden. Hergebruik van tools, apps, software en andere technische voorzieningen zorgt ervoor dat erfgoedinstellingen zich beter kunnen richten op een van hun kerntaken: op een aantrekkelijke manier interessante informatie leveren over hun collecties. Een mooie ontwikkeling onder het motto: delen is het nieuwe hebben.
Industrialisering van digitalisering
Nederland loopt voorop in de industrialisering van het digitaliseringsproces van erfgoed. Zo heeft Naturalis Biodiversity Center een volgende stap gezet door bij het digitaal fotograferen van collectie-onderdelen een lopende band te gebruiken. Het proces is geheel geautomatiseerd, waardoor de productie-aantallen omhoogschieten. Het buitenland volgt deze ontwikkeling met interesse. Het Smithsonian Institution in de Verenigde Staten heeft de werkwijze met de lopende band inmiddels overgenomen en laat nu 560.000 objecten digitaliseren.
Toegevoegde waarde ter discussie
Een wisseling in denken speelt ook bij de discussie over de toegevoegde waarde van digitaal erfgoed. Die is niet alleen in geld uit te drukken. Zo kan digitaal erfgoed de beleving van ‘echte’ objecten verrijken, heeft het een veel groter publieksbereik en illustreert het onze verhalen over kunst en geschiedenis. Dit is lastig te vatten in de geijkte verdienmodellen. De erfgoedsector staat nu voor de uitdaging om die toegevoegde waarde duidelijk te maken waardoor investeringen in deze vorm van erfgoed beargumenteerd kunnen worden.
Duurzame toegankelijkheid
Een belangrijk aandachtspunt voor instellingen met een groeiende hoeveelheid metadata en digitale objecten is de toegankelijkheid ervan op de langere termijn. Bestanden moeten volgens bewezen standaarden opgeslagen worden in e-depots die voldoen aan strenge kwaliteitseisen. De software waarmee die bestanden gelezen kunnen worden, moet ook bruikbaar blijven. In de erfgoedsector hebben de landelijke erfgoedinstellingen zich verenigd in de Nationale Coalitie Digitale Duurzaamheid. Nederland is daarmee een van de internationale koplopers op duurzaamheidsgebied en neemt actief deel aan een UNESCO-programma.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 5 / 2015. Het gehele nummer kun je hier lezen