Voor het online beschikbaar stellen van erfgoedcollecties moeten afspraken gemaakt worden met de rechthebbenden, aangezien veel werken in deze collecties auteursrechtelijk beschermd zijn. Zijn die afspraken er niet? Dan mag de digitale collectie alleen binnen de instelling zelf toegankelijk worden gemaakt voor het publiek. Dat werd weer eens duidelijk in een zaak aangespannen tegen het IISG.
Door: Raymond Snijders
Erfgoed- en archiefinstellingen verkeren in een spagaat. Ze hebben de maatschappelijke en wetenschappelijke plicht om hun collecties te digitaliseren en breed toegankelijk te maken. Maar deze digitaliseringstrajecten botsen al snel met wet- en regelgeving. Wat weegt zwaarder? Het recht op informatievrijheid of het auteursrecht? Die vraag stond centraal in de zaak van fotograaf Kors van Bennekom tegen het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG).
Sinds 2008 beschikt het IISG over een digitale catalogus met ruim 70.000 foto’s die online te raadplegen is via de eigen website. In november 2013 ontdekte Van Bennekom dat er 221 foto’s van hem tussen zaten. Ook al waren ze in klein formaat en in een heel lage resolutie geplaatst, deze publicatie vormde volgens Van Bennekom een inbreuk op zijn auteursrechten. Hij sommeerde IISG de foto’s te verwijderen – wat de instelling onmiddellijk deed – en eiste een vergoeding van 50.000 euro voor het jarenlange gebruik van zijn beeldmateriaal. Het IISG vond dat bedrag niet redelijk en daarop stapte Van Bennekom naar de rechter.
Op 20 mei 2015 deed de Rechtbank Amsterdam uitspraak. Zij oordeelde dat het IISG inderdaad inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van Van Bennekom. De argumenten dat het IISG een maatschappelijke plicht heeft, dat de foto’s in klein formaat met naamsvermelding gepubliceerd zijn en dat er bij elke foto een waarschuwing met betrekking tot de auteursrechtelijke bescherming stond, kon de rechter niet op andere gedachten brengen. De afweging van de belangen van bibliotheken, erfgoed- en archiefinstellingen bij de digitalisering en de beschikbaarstelling van gedigitaliseerde exemplaren aan het publiek is door de wetgever namelijk al eerder gemaakt bij de formulering van de Europese Richtlijn 2001/29.
Deze is in de Nederlandse Auteurswet vertaald naar artikel 15h dat stelt dat voor het publiek toegankelijke bibliotheken en musea of archieven (gedigitaliseerde) werken uit hun collecties beschikbaar mogen maken door middel van daarvoor bestemde terminals in de gebouwen van die instellingen aan individuele leden van het publiek voor onderzoek of privé-studie zonder toestemming nodig te hebben van de rechthebbenden. Maak je die werken buiten dat besloten netwerk beschikbaar via internet? Dan is wel toestemming nodig.
Wel dient de rechthebbende, aldus de rechter, redelijke tarieven te gebruiken voor publicatie op een website met archieffunctie. Bij gebrek aan aanknopingspunten om de feitelijke geleden schade van Van Bennekom te kunnen vaststellen, wees de rechter de vordering van 50.000 euro af.
Goed nieuws dus voor het IISG. Geldt dat ook voor andere erfgoed- en archiefinstellingen die historisch beeldmateriaal uit hun collecties online tonen? Omdat van dat materiaal de rechthebbenden veelal niet of lastig te achterhalen zijn, is er een collectieve regeling getroffen met auteursrechtenorganisatie Pictoright, die vijfduizend Nederlandse beeldmakers vertegenwoordigt. De erfgoedinstellingen hoeven daardoor minder bang te zijn voor buitensporige claims. Maar met de rechterlijke uitspraak in de IISG-zaak is wel de deur geopend voor rechthebbenden die niet bij Pictoright zijn aangesloten: ze kunnen alsnog aan de bel te trekken voor een vergoeding. En dan kunnen de rekeningen alsnog flink oplopen.
Hoewel het niet onmogelijk is om als erfgoedinstelling zelf afspraken te maken – de gemeente Leiden wist recent een collectieve regeling te treffen met Lira en Pictoright voor het online toegankelijk maken van een krantenarchief – wordt de roep om een herziening van het auteursrecht steeds groter. Door het borgen van dit soort collectieve regelingen in de Auteurswet kunnen dit soort problemen en excessen grotendeels voorkomen worden.
Raymond Snijders is senior informatiebemiddelaar bij Hogeschool Windesheim.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 5 / 2015. Het gehele nummer kun je hier lezen