Het Nationaal Archief heeft na kritiek van nabestaanden besloten de honderdduizenden dossiers van collaborateurs in de Tweede Wereldoorlog digitaal uit te sluiten van Google en andere zoekmachines.
Dat meldt de Volkskrant. Een projectgroep van het Nationaal Archief, het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en WO2NET is al enige tijd bezig met de openbaarmaking van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR). Dat bevat de justitiële dossiers van zo’n 425.000 personen die werden verdacht van collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Er zijn bijvoorbeeld video’s in de maak waarin wordt uitgelegd hoe lezers het archief moeten begrijpen. Projectleider Edwin Klijn zegt in de Volkskrant dat er in het archief ook namen van onschuldigen of ‘de lichte gevallen’ staan. Daarom moet voorzichtig met het dossier worden omgegaan. Zo wordt er veel uitleg gegeven, zoals lemma’s bij teksten.
Volgens de Archiefwet moeten de documenten per 1 januari 2025 openbaar worden gemaakt.
Middenweg gekozen
De projectgroep heeft rekening gehouden met ethische dilemma’s. Er is een ethisch beraad opgezet met zowel nabestaanden van collaborateurs als familieleden van slachtoffers en verzetsdeelnemers. Vervolgens is de middenweg gekozen, zegt Klijn. De dossiers worden voorlopig niet doorzoekbaar via zoekmachines. Ze worden komend jaar in fases gepubliceerd.
In januari verschijnt het eerste deel online. Daarbij gaat het onder meer over de zwaardere zaken die door een gerechtshof of tribunaal werden behandeld. Daarvan is de inhoud in veel gevallen al bekend. Klijn verwacht hiervan de minste impact. Na een half jaar gaat de projectgroep evalueren hoe het verder moet.
Dossiers al in te zien
De bijna half miljoen papieren dossiers zijn bij het Nationaal Archief in Den Haag al beschikbaar en in te zien. Maar de initiatiefnemers vinden digitalisering noodzakelijk om de kennis over de Tweede Wereldoorlog te blijven verspreiden.
Foto boven: het CABR zoals het ooit was ondergebracht bij Justitie, bron: CABR.