Minister antwoordt op Kamervragen over dreigende sluiting bibliotheken

Op 13 mei heeft minister Ingrid van Engelshoven van OCW geantwoord op de op 25 april door Tweede Kamerlid Lodewijk Asscher ingediende schriftelijke vragen over bibliotheken die met sluiting worden bedreigd als gevolg van het feit dat gemeenten te maken krijgen met sterk gestegen kosten voor met name de jeugdzorg, waardoor ze binnen hun begroting keuzes moeten maken die in sommige gevallen ook ten koste lijken te gaan van bibliotheken.

Aanleiding voor de vragen van Lodewijk Asscher was een uitzending van EenVandaag waarin wordt gesteld dat voor dertig bibliotheken sluiting dreigt omdat gemeenten geld nodig hebben om de toegenomen kosten voor met name de jeugdzorg te dekken. EenVandaag zond op 23 april een bijna vijf minuten durende reportage (vanaf ca minuut 16) uit waarin aan de hand van de situatie in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, waar sluiting dreigt voor bibliotheekvestigingen in Amerongen en Maarn, wordt geschetst hoe in veel gemeenten de bibliotheek het slachtoffer dreigt te worden van oplopende gemeentelijke kosten voor met name de jeugdzorg.

Asscher vroeg de minister onder andere of zij het zorgwekkend vindt dat zo’n 30 bibliotheken met sluiting worden bedreigd als gevolg van stijgende zorgkosten en of zij bereid is versneld maatregelen te nemen waarmee de sluiting van deze bibliotheken kan worden voorkomen. Ook informeert hij naar de voortgang van de uitvoering van de zogeheten motie-Asscher en de besteding van de daaruit voortgekomen stimuleringssubsidie.

De minister stelt in antwoord op Asschers vragen onder andere dat op basis van de EenVandaag-uitzending niet in algemene zin valt vast te stellen ‘welke budgettaire ontwikkelingen en welke gemeentelijke afwegingen leiden tot het besluit een bibliotheekvestiging te sluiten’.

Over het nemen van maatregelen om sluiting van bibliotheken te voorkomen stelt de minister dat het de gemeenten zijn die verantwoordelijk zijn voor de lokale bibliotheekvoorzieningen. ‘Het rijk geeft in de jaren 2019-2021 een stimulans door middel van de motie Asscher, maar kan de ondersteuning van het lokale bibliotheekwerk niet structureel tot zijn verantwoordelijkheid maken. De evaluatie van de Wsob, die eind dit jaar zal verschijnen, zal de staat van het Nederlandse bibliotheeknetwerk in kaart brengen,’ aldus Van Engelshoven.

Over de voortgang van de uitvoering van de motie-Asscher meldt Van Engelshoven dat in overleg met VNG, het IPO, de Vereniging van Openbare Bibliotheken, de Koninklijke Bibliotheek en de Stichting Samenwerkende Provinciale Ondersteuningsinstellingen Nederland inmiddels een longlist van circa 40 gemeenten is opgesteld. ‘Binnen de specificaties van de motie wordt dit teruggebracht tot een shortlist van 10 à 15 gemeenten. Een verkenner bezoekt deze gemeenten om te beoordelen of ondersteuning nodig en mogelijk is. Selectiecriteria zijn onder andere kleine kernen, bestuurlijk commitment van de gemeente (liefst financieel), regionale spreiding, geen compensatie voor gemeentelijke bezuinigingen, voorrang voor plekken waar de bibliotheek verdwenen is en weer terug kan komen, voorzieningen conform Wsob. De planning is erop gericht om voor de zomer tot een definitieve selectie te komen,’ aldus de minister.

Bron: Bibliotheekblad.nl

(Foto: pixabay.com)