Meta mag Facebook- en Instagram-berichten van EU-gebruikers inzetten om zijn AI-modellen te trainen. Een Duitse rechter heeft dat vrijdag bepaald in een spoedzaak die was aangespannen door een organisatie die zich inzet voor consumentenbescherming.
De organisatie beschuldigt het Amerikaanse techbedrijf van het schenden van EU-regels voor gegevensbescherming. Meta wil vanaf dinsdag openbare content van volwassen gebruikers in de Europese Unie gebruiken om zijn AI-software te trainen, tenzij gebruikers hiertegen bezwaar maken. Het gaat onder meer om berichten en reacties die mensen hebben geplaatst op Facebook en Instagram.
Legitiem doel
Volgens de rechter is het gebruik van de data voor de AI-training wettig. Meta streeft een legitiem doel na met het gebruik van de gegevens dat niet bereikt kan worden met andere, minder ingrijpende middelen, zo luidt de uitspraak. Meta heeft bovendien overtuigend aangetoond dat gevoelige informatie eruit wordt gefilterd.
Het bedrijf van Mark Zuckerberg meldt zelf geen content te gebruiken van gebruikers jonger dan 18 jaar. Volgens Meta zijn de plannen verder niet in strijd met Europese wetgeving.
Tegen de spoeduitspraak kan niet in beroep worden gegaan, maar de consumentenorganisatie gaf wel aan misschien een bodemprocedure te starten.
Autoriteit Persoonsgegevens
Meerdere partijen hadden hun zorgen geuit over de plannen van Meta. De Nederlandse Autoriteit Persoonsgegevens (AP) wees mensen er vorige maand expliciet op dat zij tot 27 mei hebben om bezwaar te maken tegen het gebruik van gegevens door Meta.
Bezwaar aantekenen kan nog vandaag via het bezwaarformulier van Instagram of dat van Facebook. Meta heeft aangegeven de gegevens van iedereen die bezwaar aantekent niet te gebruiken voor het trainen van AI.