Te weinig tijd om (vak)literatuur bij te houden? Er zijn handige apps op de markt die je helpen met het sneller lezen van teksten.
Door: Leen Liefsoens
Sneller lezen levert tijdwinst op, maar het helpt ook om informatie beter te onthouden. Dat klinkt tegenstrijdig, maar juist door die snelheid concentreer je je meer en pik je meer op. Er zijn twee soorten apps op de markt die sneller lezen mogelijk maken:
- apps met een traditionele aanpak van snellezen waarbij je de gehele tekst ziet en het tempo bepaald wordt door de app, en
- apps waarbij de woorden één voor één voorbijflitsen.
De app Outread (iOS) hoort thuis in de eerste groep. De volledige tekst wordt weergegeven, per paragraaf zijn woorden gemarkeerd om je aandacht erop te vestigen en de app voert langzaam het leestempo op. Veel documentformaten en synchronisatie met websites als Pocket en Instapaper worden ondersteund. Ook het importeren van tekst via een url of door de tekst te kopiëren en te plakken is mogelijk.
Het voordeel van apps waarbij de tekst woord voor woord wordt gepresenteerd, is dat je je kunt focussen op één punt op het scherm. De leessnelheid bepaal je zelf. Deze methode heet Rapid Serial Visual Presentation.
De app Spritz voegt daar nog iets extra’s aan toe door het zogenaamde Optimal Recognition Point, een punt waarop je per woord de aandacht vestigt. Dit punt is zowel uit te lichten (rode letter) als uit te lijnen (de rode letter verschijnt steeds op dezelfde plek). Op die manier kunnen de ogen stil blijven staan tijdens het lezen. Het snel voorbijflitsen van woorden bij Spritz geeft je de dus de mogelijkheid om heel snel te kunnen lezen, maar gebruikers waarschuwen wel dat deze snelle presentatie bij lange lappen tekst ten koste gaat van tekstbegrip.
De app is beschikbaar in de vorm van een bookmarklet voor browsers, Spritzlet, en is geïntegreerd in verschillende andere iOS- en Android-apps. Kijk op spritzinc.com/getspritz voor de mogelijkheden.
Leen Liefsoens is redacteur van IP en senior informatiespecialist bij de bibliotheek van de Haagse Hogeschool.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 2 / 2016. Het gehele nummer kun je hier lezen.