Bij Dasym Investment Strategies in Naarden lopen informatie, kennis en research als een rode draad door de activiteiten van het bedrijf. Chief investment officer Peter van Rooyen en senior researcher Laura van der Ham vertellen over het belang van een generalistische blik, historische parallellen en datavisualisaties. ‘Het werk van informatieprofessionals is sterk verankerd in alles wat we hier doen.’
Door: Ronald de Nijs
Het pand van Dasym Investment Strategies in Naarden ademt aan de buitenkant de geschiedenis van deze oude vestingstad, vanbinnen is het strak en modern ingericht. Heden en verleden blijken, zoals we later zullen zien, ook dwars door de werkzaamheden van het bedrijf te lopen.
Op een tafeltje in de receptieruimte liggen semi-nonchalant een paar tijdschriften: Fast Company (‘Most Innovative Companies 2015’), Scenario Magazine (‘A briefing on trends, visions, ideas and possible futures’) en een editie van Fonds.nl (‘Andere geluiden’).
Het is duidelijk waar de wind waait in deze ‘investeringsboetiek’, die investeert in internationale beurs- en niet-beurs-genoteerde ondernemingen en ook eigen bedrijven en projecten opzet. Peter van Rooyen, verantwoordelijk voor de investeringen in beursgenoteerde ondernemingen: ‘Leidend bij alle activiteiten is ons “thema”: digitalisering van het dagelijks leven. Daarbij kijken we naar nieuwe technologieën en in hoeverre consumenten hun gedrag hierop aanpassen. We investeren met name in bedrijven die voordeel hebben van de veranderingen in het consumentengedrag.’
Automobiel Naarden is zelf een mooi voorbeeld van veranderd menselijk gedrag. Van Rooyen: ‘Ooit liepen er in het Gooi alleen herders met hun kuddes rond, maar door de komst van de auto zijn mensen zich hier ook gaan vestigen. Woonden mensen eerst vaak in de buurt van hun werk, door dit nieuwe vervoersmiddel konden ze ergens anders gaan wonen dan ze werkten.’
Nieuwe technologieën – denk aan de mobiele telefoon – zorgen ervoor dat de consument zijn tijd, geld en energie op een andere manier kan besteden – en dat leidt tot kansen voor bedrijven. ‘Bepaalde bedrijfstakken zullen die kansen oppakken en groeien, andere zullen mogelijk verdwijnen,’ aldus Van Rooyen. ‘Door het internet en de mobiele telefoon zitten we in een vergelijkbare nieuwe fase als bijvoorbeeld bij de komst van de auto.’
Verankering
‘Bij de start van Dasym in 2000 was het al snel duidelijk dat informatie en kennis de “key” zouden moeten zijn,’ vertelt Van Rooyen. ‘Ook al waren we niet bekend met het vakgebied van informatieprofessionals, we realiseerden ons dat er aan in formatie geen gebrek is, maar dat het lastig is om de juiste informatie te vinden. Het werk van informatieprofessionals – wij noemen het “research” – is in die vijftien jaar sterk verankerd in alles wat we hier doen. Het eerste personeelslid dat bij ons werd aangenomen was een researcher [een informatieprofessional, red.] en die heeft in 2009 Laura van der Ham binnengehaald.’ ‘Mijn functie ligt in het verlengde van mijn vorige baan, researcher bij KPMG,’ aldus Laura van der Ham, die een IDM-opleiding en een studie Informatiewetenschap heeft gedaan. ‘De kennis en skills op het gebied van marktonderzoek, telecom, media en entertainment, opgebouwd bij KPMG, kon ik hier nog breder inzetten.’
Ideeën onderbouwen
Van der Ham: ‘Een opdracht begint vaak met een idee. Peter zegt: “Ik denk dat deze techniek belangrijk wordt. Hoe zit dit, hoe werkt dat? Kan jij iets vinden wat mij helpt om mijn veronderstelling te onderbouwen? Of iets wat juist het tegenovergestelde beweert?”’
In haar eerste jaar kreeg Van der Ham de opdracht uit te zoeken wat het kost om glasvezel tot aan de voordeur aan te leggen. ‘Overal worden nu glasvezelnetwerken uitgerold: fiber to the home. Maar hoe komt de prijs tot stand? En welke investeringen zitten erachter? Het is een enorme puzzel geweest om het antwoord op die vragen te vinden. Ik ben er één maand mee bezig geweest,’ aldus Van der Ham. ‘Maar het was niet voor niets. We grijpen nog wel eens terug op dit onderzoek.’
Gesprekspartner
Het ‘zoeken en vinden’ vanuit de IDM-opleiding is dan wel de basis van Van der Hams werk, de meeste waarde van haar werkzaamheden zit in het analyseren van de informatie en de relevante ontwikkelingen in een context plaatsen. ‘Wat je veel ziet in bedrijven is dat je als informatieprofessional – mede vanuit de historie van bibliothecaris – vaak als doorgeefluik fungeert. Mensen komen bij je met een vraag, die je doorgaans beantwoordt met: “Hier heb je een boek of een rapport; daar staat het antwoord in”,’ aldus Van der Ham. Bij Dasym proberen de medewerkers van Research meteen te helpen om een antwoord op de vraag te geven en als het kan ook een advies. ‘Op het moment dat ik een rapport schrijf, heb ik daar met Peter een discussie over: is dit zo, hoe werkt dat dan, hoe moet ik dit zien? Hoe zie jij de ontwikkelingen? Natuurlijk ben je dienstbaar aan de afdelingen, maar je bent een veel gelijkwaardiger gesprekspartner dan in vele andere bedrijven.’
Bondig rapporteren
De bevindingen dienen kort, bondig, aantrekkelijk en voor het grootste deel in het Engels gepresenteerd te worden. Verschillende cursussen hebben Van der Ham op weg geholpen om haar eigen stukken goed te structureren, van een heldere titel te voorzien en een feitelijk verhaal op zo’n manier te vertellen dat iemand wil blijven doorlezen. Dat laatste is belangrijk want aandacht wordt steeds schaarser, aldus Van Rooyen.
Zelf zit Van der Ham, samen met een collega van Research, vooral ‘op de tekst’, twee andere collega’s richten zich met name op visuals: hoe kan je op basis van de gevonden data aantrekkelijke infographics maken.
Generalisten
Researchers worden zo breed mogelijk ingezet. ‘Het is niet: jij hebt hier ooit naar gekeken dus dat blijf je altijd doen,’ benadrukt Van Rooyen. ‘Vijf tot tien jaar geleden kon dat misschien nog, maar er komt nu zoveel disruptie uit onverwachte hoeken, dat de generalistische kijk over de sectoren heen noodzakelijk is. Researchers zijn bij ons generalisten.’
‘Ikzelf heb altijd veel geleerd door te kijken naar verschillende sectoren, naar verschillende onderwerpen, ook door de geschiedenis heen, omdat je de lessen die je leert van de ene sector kunt gebruiken voor de andere.’ Die insteek heeft indertijd bijvoorbeeld geleid tot een succesvol fonds op het gebied van telecommunicatie in Brazilië. Van Rooyen: ‘Dat succes was vooral te danken aan de vele parallellen die we hebben getrokken met andere telecommarkten: dit gaat er straks in Brazilië gebeuren en we hebben al gezien wat voor impact dat elders heeft gehad.’
Datasets
‘Historische parallellen kunnen leggen met andere sectoren, met andere landen, wordt voor het vakgebied van Research steeds belangrijker,’ meent Van Rooyen. ‘Daarnaast denk ik dat het element “data” aan belang wint. Straks kunnen we de researchers vragen om databases met allerlei datasets te gaan analyseren. Ik vermoed dat dat de twee grote bewegingen zijn voor het vakgebied. Het maken van datavisualisaties hoort daar ook bij, want informatie moet steeds vaker in één overzicht geconsumeerd kunnen worden.’
Atypische bronnen
Van Rooyen neemt zelf veel informatie tot zich uit de brokerindustrie, afkomstig van banken als ING, ABN Amro, Goldman Sachs en Morgan Stanley. ‘Maar die informatie is financieel gedreven. Laura en haar collega’s komen via a-typische bronnen met informatie en kennis die voor ons niet zo vanzelfsprekend zijn, laat staan dat we ze op consistente wijze kunnen bekijken en analyseren.’
Natuurlijk raadpleegt Van der Ham de standaardbronnen van een informatieprofessional, zoals Factiva, LexisNexis en databases van Bureau Van Dijk. ‘Ook hebben we toegang tot analistenrapporten en we maken gebruik van market research en andere e-marketrapporten. Maar vaktijdschriften en blogs zijn onze voornaamste bronnen: Denk aan TechCunch, PandoDaily, The Verge – die zitten helemaal aan het begin van allerlei innovaties,’ aldus Van der Ham.
Van Rooyen roemt zelf de ‘vriendelijk geprijsde, waanzinnig interessante rapporten’ van bijvoorbeeld de World Bank en OESO. ‘Of neem de publicaties van OFCOM, de Engelse toezichthouder op telecom en media; die rapporten zijn voor ons een goudmijn.’
Lunchsessies
Verder komt de kennis uit de hoofden van de specialisten en wetenschappers die gelieerd zijn aan Dasym. ‘Ik kan me voor een rapport bijvoorbeeld voor een groot deel baseren op een interview met een van die wetenschappers,’ aldus Van der Ham.
Kennisdeling vindt ook plaats via maandelijkse lunchsessies. Van der Ham: ‘Vanuit Research vertellen we dan over een rapport dat we hebben geschreven; denk bijvoorbeeld aan online video of betalen met je mobiel. Peter heeft onlangs verteld over het internet of things, een mooi voorbeeld waarbij wetenschappers, marktkennis en financiële kennis bij elkaar gebracht worden.’ De lunches zijn voor iedereen in het bedrijf toegankelijk, van de secretaresses, de investeringsmanagers tot aan de medewerkers van de afdeling Finance en afdeling HR.
Kennis activeren
Elke werkdag start het team van Research en van Listed (de medewerkers die de analyses doen voor beursgenoteerde aandelen) met een ‘morning meeting’. Van Rooyen: ‘Samen nemen we het bedrijfs-, sector- en macro-economisch nieuws door. Dat heeft als doel om steeds de parate kennis te activeren: is er iemand die iets weet wat relevant is voor onderwerp X? Met z’n allen weet je meer: de wisdom of the crowd.’
‘Zo kwam er vanmorgen een bericht langs over Amerikaanse beursgenoteerde bedrijven, zoals 2U, die zich richten op universitaire opleidingen,’ vertelt Van Rooyen. ‘Een van de researchers – een collega van Laura – weet ontzettend veel van onderwijs. Zij vertelde op deze meeting wat zij van dit nieuwsbericht vond. Vervolgens vond er een discussie plaats en keken we of er voor ons kansen liggen. Op die manier probeer ik er steeds voor te zorgen dat alertheid eenieders tweede natuur wordt.’
Kweekvijver
‘Het team van Research heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt, maar dat wil niet zeggen dat de functie van researcher een eindpunt bij Dasym hoeft te zijn,’ zegt Van Rooyen. ‘Ik kan me voorstellen dat een researcher straks doorschuift naar Communicatie, Investment Relations of Marketing. De afdeling Research wordt dan een soort opleidingstraject voor functies die informatie-intensief en analytisch intensief zijn. Research loopt zo als een rode lijn door ons bedrijf.’
Ronald de Nijs is eindredacteur van IP.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 6 / 2015. Het gehele nummer kun je hier lezen