KB Onderzoekskroniek: Lessen leren uit AI-poëzie

Door Marianne Hermans

Met verhalen en gedichten die vorm krijgen in virtual reality, met narratieve games of met behulp van algoritmes breidt de literatuur haar werkterrein uit naar het digitale domein. Voor bibliotheken is digitale literatuur grotendeels onontgonnen gebied. Dat is jammer, want ze kan een brug slaan tussen het traditionele lezen en digitale geletterdheid, en tegelijkertijd kansen bieden voor het bereiken van een nieuw publiek.

In het digitale domein beweegt tekst zich anders. Het boek zoals we dat kennen in gepubliceerde vorm, krijgt er nieuwe varianten bij (leesapps, Immer, e-books) en begeeft zich op socialemediaplatforms (insta-poëzie), maar er gebeurt nog zo veel meer. Door de creatieve mogelijkheden van digitale media verandert literatuur van vorm en inhoud, en van bestaanswegen. De literatuur zelf wordt digitaal. Dat uit zich in mengvormen zoals door algoritmes gegenereerde literatuur, hypertekst, interactieve fictie en literaire videogames, kinetische en interactieve poëzie, en literaire werken die gebruikmaken van virtual reality (VR) of augmented reality (AR).

Literatuur die op betekenisvolle wijze gebruikmaakt van digitale technologie, scharen we onder de noemer digitale (vroeger ook wel: elektronische) literatuur. Zonder de digitale component zou een wezenlijk deel van de betekenis van het werk wegvallen. Gedigitaliseerde boeken (bijvoorbeeld e-books) vallen om die reden buiten de definitie.

Multimodaliteit en fluïditeit

Het is van belang om in te zien dat digitale literatuur méér is dan een promotiekanaal om mensen naar het (gewone) boek te lokken. Het binnenwandelen van games en verhaalwerelden om bijvoorbeeld de jeugd aan het lezen te krijgen, zoals gebeurt bij pilots als Readification en de recente CPNB-samenwerking met Minecraft, is een waardevolle exercitie op zich, maar het is niet waar het om draait in dit vertoog. Want digitale literatuur biedt mogelijkheden die het papieren boek en het e-book in de huidige vorm niet kennen. Denk aan interactiviteit, multimodaliteit, fluïditeit en het aanspreken van meerdere zintuigen. Mogelijkheden die tegelijkertijd nieuwe uitdagingen opwerpen, zoals het feit dat een digitale ‘publicatie’ nooit vastligt, en dat de drager en de software sneller van vorm veranderen dan de huidige opslag- en ontsluitingstechnieken kunnen bijbenen. Of het feit dat we nog niet weten welke nieuwe vaardigheden we hiermee oefenen. Experimenteren met andere (lees)ervaringen zet aan tot nadenken over de specifieke verworvenheden die we ontlenen aan het lezen van teksten, zoals de vaardigheid van het diepe, geconcentreerde lezen die onmisbaar is voor het kritisch denkvermogen.

Onbekend bij grote publiek

Digitale literatuur is een veld waar vele bloemen bloeien, een zich voortdurend uitbreidende spannende mix waar alles wat we kennen uit andere media bij elkaar mag komen. Toch is ‘digitale literatuur’ bij het grote publiek onbekend. In alle oorlogsretoriek rondom afnemende leesvaardigheid en falend leesplezier blijven de verschuivingen in het digitale domein grotendeels buiten beeld. En dat is jammer, want aan de andere kant is er volop aandacht voor digitale geletterdheid. Hierbij ligt de nadruk vrij eenzijdig op functionele vaardigheden. Met digitale literatuur kan dit domein  op een andere manier worden verrijkt.

Rol bij geletterdheid

Ze zitten al zo veel achter het scherm, we willen toch juist dat ze lézen? Juist nu de digitale media zo naadloos verweven zijn met ons dagelijks bestaan dat we ons er nauwelijks meer van bewust zijn, nu we bij alles wat we doen ongemerkt sporen achterlaten in het digitale domein, juist nú kan het vervreemdende effect van literatuur een voordeel zijn. Digitale literatuur reflecteert op het medium waarin verhalen tot stand komen en vraagt daarmee aandacht voor zaken die vaak vanzelfsprekend lijken, maar dat niet zijn. Daarmee kan deze literatuur een wezenlijk onderdeel worden van het gesprek over geletterdheid in het digitale tijdperk.

Met dank aan Siebe Bluijs, David Peeters en Coosje van der Pol.


The Digital Literature Consortium

Sinds enige tijd maakt de KB deel uit van The Digital Literature Consortium, dat onderzoekt wat de mogelijkheden zijn van digitale literatuur voor bibliotheken en onderwijs. De KB is partner in dit project, medegefinancierd door het Platform Digitale Infrastructuur Social Sciences & Humanities (PDI-SSH), met Tilburg University als trekker, in samenwerking met de Bibliotheek Midden-Brabant en Radboud University. In het project worden drie invalshoeken met elkaar verenigd: de academische, de educatieve en de openbare bibliotheek. Op de website bloggen de deelnemende partners over digitale literatuur. Daarnaast hebben ze een expositie georganiseerd met werken uit het literair-digitale domein. Bibliotheek LocHal in Tilburg heeft daartoe een collectie laten samenstellen die divers is qua vorm, makers en inhoud, en die geschikt is om een breed publiek te laten kennismaken met de geschiedenis, de huidige ontwikkelingen en de toekomst van (digitale) literatuur. Op 8 november vindt bij LocHal de Inspiratiedag Digitale Literatuur plaats, bedoeld voor bibliotheken en professionals die willen leren hoe ze deze media kunnen inzetten in hun programma’s en activiteiten. Inschrijven kan nog via digitaleliteratuur.com/.


Voorbeeld van digitale literatuur: Rozsypne, een VR-story over de oude vrouw Nina, woonachtig in Rozsypne, Oost-Oekraïne, waar de burgeroorlog al 97 dagen bezig is. In haar schuilkelder merkt ze eerst niet dat er zich voor haar voordeur iets verschrikkelijks heeft voorgedaan: de MH17-crash.
Voorbeeld van digitale literatuur: Wolk, ontwikkeld door Probiblio in samenwerking met International Silence, waarmee via augmented reality gedichten tot leven worden gebracht.

Marianne Hermans is kennisadviseur bij de KB, de nationale bibliotheek.

Deze bijdrage komt uit het digitale magazine IP #7-2022. Klik op de onderstaande button om het hele nummer te lezen.