Door: Jurn Glazenburg
Met de Britse serie Absolutely Fabulous heeft fabbing niets van doen; al staat het voor een ontwikkeling die het label ‘fabulous’ beslist verdient. Fabbing slaat op persoonlijke fabricage. Met een 3D-printer valt een zelfontworpen iPhone-case bijvoorbeeld in een paar minuten te fabriceren. De 3D-printer kan in combinatie met een 3Dscanner objecten zelfs exact dupliceren. Essentieel daarbij is de digitale blauwdruk van een object. In zogenaamde fablabs werken hobbyisten en professionals samen aan de verkenning van toepassingen en materialen.
‘Printen’ van een knieschijf van eigen botmateriaal? Het kan technisch al. De talloze mogelijkheden doen denken aan de replicator uit StarTrek en herinneren aan sciencefictionliteratuur van Jack Vance en Isaac Asimov. ‘Fantasy & science fíction’ wordt ‘reality & science nón-fiction’. De techniek en software voor fabbing is open ontwikkeld, en de fablabs stoelen op een ontwerp van het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Iedereen kan ermee aan de slag. Het is gegrond op de overtuiging dat het vrij delen van kennis en creativiteit de mensheid meer oplevert dan het afschermen ervan. Dit laatste doen techgiganten als Samsung en Apple, verwikkeld in een juridische strijd in een woud aan patenten.
Hoe en door wie zou de toegang tot blauwdrukken het beste beheerd kunnen worden? Zijn ze publiek, privé of corporate bezit? Openbare bibliotheken kunnen met een fablab inspelen op een boeiende ontwikkeling en kunnen hun missie – vrije toegang tot betrouwbare informatie – met blauwdrukken uitbreiden. Klaar voor de toekomst!
Peter Troxler geeft in het hoofdstuk ‘Libraries in the peer production era’ van Open Design Now een inleiding op deze thematiek (www.opendesignnow.org).
Deze bijdrage komt uit IP nr. 4 / 2012. Het gehele nummer kun je hier lezen