Door de technische ontwikkelingen beweegt het vakgebied van informatieprofessionals steeds meer richting IT. Drie IT’ers vertellen over hun werkpraktijk en hoe ze, afkomstig uit heel andere vakgebieden, in de erfgoedwereld zijn beland. Welke kennis en vaardigheden zijn volgens hen onmisbaar voor informatieprofessionals?
Door: Ronald de Nijs
Hans Laagland (41): ‘Het is interessant om vanuit het snijvlak van IT en de business na te denken over hoe we nu naar informatie kijken’
Hans is informatiearchitect bij Tresoar, Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintreum
‘In 2005 ben ik als classicus bij Tresoar terechtgekomen. Het Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum beschikt namelijk over een grote boeken- en beeldcollectie op het gebied van de klassieke oudheid; in totaal zo’n 60.000 titels. Als collectievormer heb ik me onder andere beziggehouden met boekrecensies lezen, titels aanschaffen en het opzoeken van samenwerkingen voor publieksactiviteiten.’
‘In de daaropvolgende jaren heb ik steeds meer interesse ontwikkeld voor de technische en de informatiekant van het vakgebied en hoe je materiaal digitaal beschikbaar kunt stellen. Dat heeft in 2011 geleid tot mijn benoeming als eerste datamanager van Tresoar. In die functie was ik onder andere verantwoordelijk voor de data van de organisatie. Ik moest ervoor zorgen dat de data volgens standaarden werd ontsloten en dat ze op grote digitale platformen beschikbaar werd gesteld.’
Informatiearchitect
‘In 2017 is een deel van de werkzaamheden overgezet en daarnaast aangevuld tot een functie van informatiearchitect. De gedachte daarachter was: we hebben zoveel data in huis en we opereren in diverse netwerkverbanden, daarvoor is eigenlijk een informatiearchitect nodig. In die functie zit ik tussen IT en de business in; ik ontwerp dus geen software-architecturen, ook schrijf ik geen programma’s. Ik richt me op de informatiestromen die door de organisatie gaan en bepaal welke applicaties en processen daarbij horen. Ook stel ik de kaders op: hoe ga je met informatie om. Daarbij gaat het niet alleen om de collectie-informatie, ook onze interne informatiehuishouding valt daaronder. Daarnaast breng ik innovatie.’
‘Het is interessant om vanuit dat snijvlak van IT en de business na te denken over hoe we nu naar informatie kijken. Bij Tresoar zien we onszelf niet meer als een bibliotheek of een archief, maar als een informatie-instelling. Natuurlijk hebben we boeken uit de bibliotheek, documenten uit het archief en de stukken uit ons museum. Het draait echter niet meer om de dragers, centraal staat informatie en hoe die naar het publiek te krijgen.’
Klassieke oudheid
‘Samen met een collega van het Rijksmuseum van Oudheden coördineer ik de Week van de Klassieken, een actieweek waarin we aandacht vragen voor de klassieke oudheid. Dat is een andere manier om met je informatie om te gaan. Verder werkt Tresoar, samen met andere instellingen en verenigingen, in een community rondom mensen die geïnteresseerd zijn in de klassieke oudheid.’
RedBot
‘Bij Tresoar houd ik me bezig met twee grote projecten. Zo ben ik namens Tresoar de implementatiemanager van het E-depot; dit project is gericht op duurzame toegankelijkheid. Daarnaast houd ik me bezig met de RedBot. RedBot beoogt de collectie-Friesland, dus al het door Friese erfgoedorganisaties gedigitaliseerde materiaal, met elkaar en met het internet te verbinden. Daarvoor stellen we een technische infrastructuur beschikbaar, maar daarnaast fungeren we ook als een serviceorganisatie. We helpen collectiebeheerders om hun data zodanig geschikt te maken dat ze de infrastructuur van RedBot kunnen gebruiken. We geven ook advies en middelen om tot tools te komen. Hierbij richten we ons niet alleen op collectie-eigenaren maar ook op diegenen die de data willen hergebruiken.’
Soft skills
‘Omdat ik werk op het snijvlak van IT en de collectie, zijn soft skills onontbeerlijk om aan zowel IT’ers als collectie-eigenaren mijn boodschap over te brengen en samen verder te komen. Het vereist vaardigheden om op de juiste manier aan beide partijen de standpunten over te brengen, zoals netwerken, reflecteren, motiveren en proactief zijn.’
Metadata
‘Als informatieprofessional moet je informatie als data, als metadata kunnen lezen. Ik zeg niet: iedereen moet code en API’s kunnen schrijven, maar het helpt wel als je op die manier naar data kunt kijken, dat je het kunt lezen en interpreteren. Ik heb diverse cursussen en trainingen op gebied van linked open data, open data en architectuur gevolgd. En verder ben ik erin meegegroeid.’
‘Misschien moeten we het ook niet zo moeilijk maken. Samen met de Provincie Fryslân en de Gemeente Leeuwarden heeft Tresoar het Fries Open Data Platform opgezet. Hier stellen we datasets als open data beschikbaar. Als je boeken kunt beschrijven, dan kun je ook datasets van metadata voorzien en verspreiden. Bij dit type bestanden maak je geen onderscheid meer of het bijvoorbeeld een boek of een tijdschrift is. Je kijkt gewoon naar de informatie die in het bestand zit. Het gaat erom informatie “bronvrij” te zien.’
Eva Verdoodt (33): ‘Als informatieprofessionals meer kennis ontwikkelen van wat er technisch mogelijk is, kunnen ze vaak een betere oplossing kiezen’
Eva is business process analist bij VIAA – Vlaams Instituut voor Archivering
‘Na een studie Kunstwetenschappen kreeg ik een baan bij het Huis van Alijn, een museum met een focus op het dagelijks leven in de 20ste eeuw en, grappig genoeg, nu een van de contentpartners van VIAA. Vervolgens maakte ik de overstap naar een andere sector, een baan vinden in de culturele sector was in die tijd niet altijd even gemakkelijk. Ik ging aan de slag als logistiek analist bij Volvo; mijn eerste ervaring met datawarehousing en rapporteren was een feit.’
‘In mijn huidige job bij VIAA vallen die twee banen samen: voeling met het cultureel erfgoed, met de inhoudelijke materie, en de kennis die ik heb opgedaan om analyses op data te gaan doen.’
Analyses maken
‘Mijn oorspronkelijke functietitel bij VIAA was digitaal archivaris, deze titel is ondertussen een beetje omgebouwd. Ik kreeg namelijk allerlei vragen over wat voor collectie VIAA precies heeft. Aangezien VIAA een dienstenorganisatie is, hebben we zelf geen eigen collectie. Dit houdt in dat we in opdracht van de Vlaamse regering onze klanten – meer dan 140 contentpartners in het erfgoedveld – een digitaal depot aanbieden waar ze hun collecties een plek kunnen geven.’
‘Mijn huidige functietitel is business process analist. Enerzijds geef ik opleidingen aan de verschillende instellingen om hun digitale collecties te kunnen raadplegen en te gaan verrijken in ons digitaal archief. Anderzijds ben ik intern, bij VIAA, verantwoordelijk voor het maken van datamodellen. Ik ben dus heel vaak bezig met het modelleren van XML-files. Ook maak ik functionele analyses; daarvoor word ik geacht heel goed te weten hoe de informatiestromen binnen onze organisatie lopen. Ik maak de analyses en brief die aan onze programmeurs, de mensen die echt softwarecode schrijven.’
Digital born content
‘Op dit moment ben ik bezig met een project om ook de digitaal geboren collecties van onze contentpartners te archiveren. Een grote uitdaging, omdat het een breed gamma aan formaten oplevert waarin partners hun collecties bewaren. Wat we nu doen is deze content binnenhalen en preserveren. Om dit materiaal op de lange termijn veilig te kunnen bewaren, onderzoeken we welk formaat wel of niet duurzaam is en hoe we niet-duurzame formaten kunnen omvormen tot duurzame preserveringsformaten.’
‘Daarnaast ben ik een tool aan het bouwen om de metadata van de verschillende contentpartners makkelijk om te zetten naar één centraal datamodel in het VIAA-archiefsysteem. Op deze manier worden de verschillende collecties ook makkelijk doorzoekbaar en kan het archiefmateriaal in de toekomst vlot hergebruikt worden binnen andere ontsluitingsplatformen van VIAA.’
Brugfunctie
‘Als je collectiebeheerders en IT’ers bij elkaar zet, bestaat het risico dat de beide partijen elkaar niet helemaal begrijpen; ze spreken namelijk niet altijd dezelfde taal. Onze klanten worden vaak neergesabeld door de vele technische begrippen – XML, API… het zijn allemaal afkortingen, concepten die heel abstract zijn als je ze zelf nog niet in werking hebt gezien. Er is dus een brug nodig. In mijn job ben ik de brug tussen die twee domeinen.’
‘Die gap is alleen te overbruggen door met praktische voorbeelden aan de slag te gaan. Het leuke aan mijn job is dat ik de collectiebeheerders kan voorstellen om bijvoorbeeld een klein project te doen. Door iets praktisch te implementeren en dan het resultaat te bekijken, wordt een abstracte IT-term opeens heel concreet.’
Ontwikkelingen
‘Ik zie verschillende ontwikkelingen in mijn vakgebied die waardevol zijn voor informatieprofessionals. Een belangrijke kwaliteit is bijvoorbeeld het leren omgaan met validatiesystemen om metadata te controleren. Omdat we meer en meer geconfronteerd worden met het scenario waarbij metadata uitgewisseld moet worden of op zijn minst toegankelijk gemaakt worden. Een basiskennis XML en XSD is onontbeerlijk.’
‘Tegelijk is het leren aanspreken van API’s een zeer goede vaardigheid die een informatieprofessional meer voeling geeft met de manier waarop informatie beschikbaar gemaakt én hergebruikt kan worden. Ook het leren schrijven van queries zodat databases aangesproken kunnen worden en geïnterpreteerd worden, is handig. De informatieprofessional moet zich er bewust van zijn dat de software-interface van een contentmanagementsysteem een laagje is, en dat de grootschalige (meta)data in databases wordt bewaard en dat deze databases ook rechtstreeks bevraagd kunnen worden.’
Offertes
‘Is deze technische kennis handig? Zeker. Ik merk dat informatieprofessionals die een opdracht uitschrijven om een website of een app te laten bouwen, vaak leunen op de technische expertise van de aanbieders, de IT’ers die iets gaan bouwen. Als informatieprofessionals meer kennis ontwikkelen van wat er technisch mogelijk is, kunnen ze vaak een betere oplossing kiezen.’
Reinier van ’t Zelfde (50): ‘Bij het RKD dienen de informatieprofessionals zich heel goed de informatiestructuur eigen te maken waarin de data wordt aangemaakt’
Reinier is informatiearchitect bij RKD-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis
‘Het was niet de gedroomde start op de arbeidsmarkt. Nadat ik begin jaren negentig zowel een studie aan de Reinwardt Academie als een studie Kunstgeschiedenis had afgerond, was er een enorme werkloosheid. De enige mogelijkheid om aan werk te komen was om me te laten omscholen tot automatiseerder. Overigens niet zo’n heel gekke keuze, want bij de Reinwardt Academie, een museumopleiding, was ik voornamelijk vanuit de studierichting Beheer en behoud opgeleid. Bij die richting was er, evenals bij de toenmalige bibliotheek- en documentatieacademies, al behoorlijk wat aandacht voor de informatievoorziening. Ook werd het vak Informatica gegeven. De meeste studenten vonden dat nogal aan de technische kant, ik vond het juist erg leuk.’
Systeem/applicatiebeheerder
‘Het RKD-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis zocht iemand die feeling had voor techniek en die niet vreemd stond tegenover cultuur. Dat sloot goed aan bij mijn studies. Eerst ben ik hier aan de slag gegaan als systeem/applicatiebeheerder en langzamerhand heb ik me doorontwikkeld tot hoofd automatisering. Sinds kort laat ik de managementkant wat meer los en vervul ik nu de functie van informatiearchitect. In mijn werk zitten chief information officer-achtige componenten, zoals het op één lijn houden van de informatiehuishouding van het RKD. Verder zoek ik naar samenwerkingsmogelijkheden met andere instellingen en speur ik naar softwareontwikkelaars die onze informatiehuishouding verder vorm kunnen geven.’
Projecten
‘Vanuit mijn functie als informatiearchitect ben ik bij verschillende projecten betrokken. Een ervan is Van Gogh World Wide, dat het RKD samen met het Van Gogh Museum en Kröller-Müller Museum is gestart. Het doel is dat alle documentatie over en al het werk van Vincent van Gogh in een overkoepelende digitale publicatie beschikbaar komt, inclusief allerlei zoekmogelijkheden en visualisaties.’
‘Een ander project waar ik aan werk is een digitale bronnenpublicatie van de geschriften en brieven van de schilder Piet Mondriaan. In samenwerking met het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis worden deze werken op het RKD getranscribeerd en geannoteerd. Het is mijn taak om onder andere de ICT-kant daarvan in te richten. Ook is het mijn rol om mee te denken hoe we bestaande digitale bronnen van het Huygens Instituut en van het RKD, zoals de bibliografische database RKDartists&, aan deze bronnenpublicatie kunnen knopen.’
Vaardigheden van informatieprofessionals
‘Bij het RKD dienen de informatieprofessionals zich heel goed de informatiestructuur eigen te maken waarin de data wordt aangemaakt. Ze moeten bijvoorbeeld weten hoe de data met elkaar samenhangt en op welke plekken ze beschrijvingselementen kunnen toevoegen. Ook dienen ze te weten hoe ze standaarden als Iconclass moeten inzetten, en bekend te zijn met formele standaarden.’
‘In de organisatie gaan we nu nog een stap verder: we vinden het belangrijk dat de vaardigheid met de gebruikte software vergroot wordt, zodat men beter in staat is om zelf data te importeren en te exporteren, in data te zoeken, enzovoort.’
‘Ook is er nog andere ontwikkeling binnen het RKD: niet alleen informatieprofessionals maar ook andere professionals krijgen bij ons een rol of misschien zelfs wel een functie van functioneel beheerder. Men kan niet meer tegen de IT-afdeling zeggen: “We hebben een probleem, los het maar op”. Nee, ze zijn straks mede-eigenaar van het probleem en ze kunnen het ook zelf richting de leverancier proberen te verwoorden.’
Vertaling maken
‘Het verschil tussen informatieprofessionals en IT’ers zit vaak in mate van betrokkenheid bij de inhoud van wat er in digitale producten omgezet gaat worden. De IT’er wil horen: dit en dat moet er gebeuren – en dat maakt hij dan. Hij bekommert zich er bijvoorbeeld niet om of dat ook datgene is wat de onderzoeker of het publiek nodig heeft. De informatiespecialist daarentegen maakt de vertaling tussen de doelgroepen en wat er technisch gerealiseerd moet worden. Het is dus zaak dat de informatiespecialist net voldoende weet van de techniek om die vertaling te kunnen maken zodat de IT’ers aan de slag kunnen. En dat hij genoeg weet van de inhoud om dit te kunnen vormgeven en ervoor te zorgen dat het eindproduct voor de doelgroepen optimaal is.’
Semantisch web
‘De belangrijkste ontwikkelingen voor informatieprofessionals zijn die rondom het semantisch web; de ontologische modellen die voor de museale bibliotheekwereld worden ontwikkeld of al ontwikkeld zijn, zoals FRBR. Verder vind ik samenwerkingen heel belangrijk. Dat we als erfgoedorganisaties vanuit het Netwerk Digitaal Erfgoed daadwerkelijk op elkaars informatie gaan aansluiten. Dan wordt de belofte van het semantisch web langzamerhand waargemaakt.’
Ronald de Nijs, eindredacteur van IP.
Met dank aan Sjors de Valk