Internationale catalogiseerstandaard vervangt FOBID-regels: van RT naar RDA

Voor de meer inhoudelijke zaken én voor het beheer van het Nederland Profiel is voorgesteld een nieuw overlegorgaan op te richten, de RDA-commissie, ter vervanging van de FCO. De leden van de Commissie zijn deskundigen op het terrein van de bibliografische regelgeving en ontsluiting in Nieuwe typen (vooral digitale) publicaties vragen om een nieuwe manier van ontsluiten. De door FOBID uitgegeven Regels voor de Titelbeschrijving (RT) voldeden niet meer. Reden om de Regels eind 2013 te vervangen door de internationale catalogiseerstandaard RDA: Resource Description and Access.

Door: Karin Lodder 

In de wereld van bibliotheek en informatiebeheer wordt alom de noodzaak gevoeld om meer aan te sluiten bij internationale metadatastandaarden. Diensten en metadata worden immers op wereldwijde schaal uitgewisseld en moeten beschikbaar zijn voor iedereen. Het gemak waarmee informatie op internet kan worden gezocht, zorgt ervoor dat gebruikers andere verwachtingen hebben van wat een catalogus is en doet. Zo maakt de catalogiseerder in de traditionele catalogus gebruik van een primair hoofdwoord (of zelfs verdubbeling van een hoofdwoord), noodzakelijk voor het sorteren (en dus terugvinden) van titels. De full-text zoekmogelijkheden in de digitale wereld maken dit gebruik volstrekt overbodig. Verder vragen nieuwe digitale publicatievormen om aanpassingen in de catalogiseringsregels. Ook in Nederland is men ervan overtuigd dat modernisering van de landelijke informatie-infrastructuur en aansluiting bij de internationale informatieinfrastructuur van het grootste belang zijn. Daarom is in het voorjaar van 2011 door de FOBID Commissie Ontsluiting (FCO) geadviseerd om de huidige Regels voor de Titelbeschrijving te vervangen door het internationale regelwerk Resource Description and Access (RDA).

Sinds 1978 worden in Nederland de door de FOBID uitgegeven Regels voor de Titelbeschrijving gehanteerd. Deze regels zijn vooral geschreven voor de kaartcatalogi die toen in gebruik waren. Bij de automatisering van catalogussystemen werden vervolgens de Regels gebruikt als basis voor de bouw van de catalogusrecords. Steeds vaker lopen we nu tegen beperkingen aan. Nieuwe typen publicaties, met name digitale vormen, vragen om een nieuwe manier van ontsluiten, waarbij de vindbaarheid voor de gebruiker wordt vergroot. In de wereld van linked open data is het wenselijk dat metadata van verschillende collecties (bibliotheken, archieven, musea, uitgevers) op elkaar kunnen aansluiten, waardoor de gebruiker nog beter antwoord krijgt op een vraag. Om deze redenen zijn vanaf 1 november 2013 de Regels voor de Titelbeschrijving vervangen door RDA.

Wat is RDA?

RDA staat voor Resource Description and Access en is een internationale catalogiseerstandaard die voorziet in instructies en richtlijnen voor het beschrijven van een publicatie.1 RDA is een flexibele standaard waarin aangegeven wordt welke informatie nodig is om een publicatie zo goed mogelijk te beschrijven en te ontsluiten. RDA is op de gebruikers gericht: de focus ligt op ondersteuning bij het vinden, identificeren, selecteren en verkrijgen van informatie. Door RDA als internationale standaard te omarmen wordt het makkelijker om metadata van verschillende collecties uit te wisselen en te linken.

RDA is de ‘next-generation’ van de AACR (Anglo-American Cataloguing Rules) die gebaseerd waren op onder andere de ICP (International Cataloguing Principles, Paris, 1961). De ISBD (International Standard for Bibliographic Description) blijft het presentatiemodel. Al in 1997 zette de JSC (Joint Steering Committee RDA)2 de eerste stappen op weg naar een fundamentele moderniseringsslag van de AACR, wat resulteerde in een nieuwe versie van AACR in 2004. Voor de internationale bibliotheekwereld gaf dit onvoldoende ruimte voor vernieuwing. Op basis van de ICP van de IFLA uit 2009 is in 2010 een definitieve versie van RDA verschenen, die nu de basis vormt voor implementatie in de gehele wereld.

De structuur van RDA is gebouwd op de conceptuele modellen van FRBR (Functional Requirements for Bibliographic Records) en FRAD (Functional Requirements for Authority Data). Deze modellen identificeren onderlinge relaties tussen elementen in bibliografische records. Het leggen van deze relaties zorgt voor optimale vindbaarheid van een publicatie. FRBR maakt hiervoor gebruik van de drie groepen entiteiten (zie bovenstaand figuur). Dit geeft mogelijkheden om relevante relaties tussen verschillende uitgaven van bepaalde werken te presenteren en daarnaast rolspecifieke relaties te leggen tussen personen en documenten. Zo worden – met gemakkelijk te hanteren technieken – clusters van beschrijvingen gegenereerd die beter dan voorheen tegemoet komen aan de zoekvragen van de gebruikers.

 

schematisch: FRBR Entities Relations

Hoe werkt het?

RDA gaat uit van een set core-elementen die verplicht zijn en een minimale set metadata opleveren. Dit zijn velden als titel, auteur, uitgever, datum en plaats van uitgave. Daarnaast zijn er veel elementen die niet verplicht zijn en naar keuze en soms zelfs naar eigen inzicht van de beschrijver kunnen worden toegepast, het zogenaamde cataloger’s judgment. Al deze regels zijn opgenomen in de RDA-toolkit (zie access.rdatoolkit.org).

Uitgangspunt voor toepassing van de RDA-regels is de publicatie zoals deze zich presenteert: take what you see! Om een goede beschrijving te kunnen maken, is het noodzakelijk de publicatie ‘in de hand te hebben’ (of bij digitale publicaties ‘op het scherm’). De tekst in de publicatie wordt letterlijk overgenomen, tenzij RDA anders voorschrijft. Ook mag de catalogiseerder de informatie over de publicatie uit de ge-hele bron halen. Hij hoeft zich niet meer te houden aan de vaste door de Regels voorgeschreven locaties. Daarmee vervallen een aantal typische FOBID-regels (zie kader op pagina 19). Nieuw is dat aan elke beschrijving een aantal elementen moet worden toegevoegd (zie kader ‘Nieuw in RDA’ onderaan dit artikel).

Implementatie in Nederland

In opdracht van het Consortium GII / UKB is in 2009 het Project ‘Sluit Nederland aan op Internationale Metadatastandaarden’ (SLIM) gestart. Vanuit dit project is een dringend beroep gedaan op de FCO om te onderzoeken of en zo ja, hoe een overgang op RDA mogelijk zou zijn. De FCO stelde hiervoor een werkgroep3 samen die na een aantal intensieve sessies in 2011 een positief advies uitbracht over de implementatie van RDA in Nederland.

Om niet over één nacht ijs te gaan, heeft vervolgens een consultatieronde plaatsgevonden langs catalogiserend Nederland. Na instemmende reacties is definitief besloten de FOBID Regels voor de Titelbeschrijving te vervangen door RDA. De datum van de Nederlandse implementatie werd gekoppeld aan het geplande tijdstip van implementatie door de Library of Congres (voorjaar 2013).

In 2012 is onder de vlag van het Project SLIM een projectgroep4 aan de slag gegaan met het opstellen van een implementatieplan RDA. Tegelijkertijd is een werkgroep5 gestart met het vergelijken van de Regels voor de Titelbeschrijving met de RDAregels. Een hele klus. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een Nederland Profiel, waarbij zoveel mogelijk trouw is gebleven aan de internationale regels. Want aansluiting op internationale standaarden staat geen specifieke Nederlandse invulling toe.

Geen vertaling, wel uitleg

Een belangrijk besluit in het implementatieplan is dat de RDA-toolkit, die beschikbaar is in het Engels, Duits en Frans, niet in een Nederlandse vertaling verschijnt. Het Nederlandse taalgebied en het aantal catalogiseerders is relatief klein en vertalen is erg kostbaar vanwege de omvang van de klus. Voor de Nederlandse catalogiseerder is dit wel lastig, want de terminologie is van dusdanig technische aard, dat het niet altijd eenduidig te vatten is. Daarom is besloten de beschikbare glossary te voorzien van een Nederlandse uitleg. Dit wordt in 2014 afgerond.

Verder had de projectgroep aandacht voor de inhoud van de benodigde trainingen voor catalogiseerders. Dit heeft geleid tot een aantal richtlijnen voor opleidingsinstituten.

In februari 2013 is het implementatieplan gepresenteerd aan de stuurgroep Project SLIM en kon de implementatie in gang worden gezet.6 Tot nu toe is RDA vooral geadopteerd door bibliotheken die met de Gemeenschappelijke Geautomatiseerde Catalogus (GGC) van OCLC werken, waarbij de Koninklijke Bibliotheek het voortouw nam. De benodigde technische aanpassingen zijn in 2013 door OCLC doorgevoerd, waarna de catalogiseerders fasegewijs konden overstappen op het beschrijven volgens de RDA-regels. De meest recente fase startte op 1 november 2013. In die fase zijn de hierboven genoemde regeltechnische veranderingen doorgevoerd. De access-kant van RDA komt later aan bod.

Ondersteuning

De internationale regelgeving RDA zal zich door de wereldwijde implementatie en daarmee gepaard gaande verschillen van inzichten blijven ontwikkelen. Het is noodzakelijk dat de Nederlandse bibliotheekwereld aangesloten blijft bij de internationale besluitvorming. Enerzijds om actief bij te dragen aan veranderingen en verbeteringen, anderzijds om regelgeving naar de Nederlandse situatie te vertalen. Deelname aan internationale overleggen is essentieel.

Zo is er in Europa de EURIG, de European RDA Interest Group,7 waarin diverse Europese nationale bibliotheken participeren. Hier worden ervaringen uitgewisseld, maar ook voorstellen voor verbetering gedaan aan de JSC. Nederland is al sinds de oprichting in de EURIG (2011) vertegenwoordigd. Bij de implementatie is bepaald dat voorzien moet worden in ondersteuning voor de gebruikers van RDA in Nederland. Immers, het gaat hier om nieuwe catalogiseerregels waarvan de toepassing vast vragen gaat oproepen. Daarnaast moet ergens bijgehouden worden wat de impact van internationale wijzigingen en ontwikkelingen is op het Nederland Profiel.

Voor de dagelijkse praktische vragen is een landelijke helpdesk ingericht bij de afdeling Documentverwerking van de Koninklijke Bibliotheek (bereikbaar via helpdeskRDA@kb.nl). En gebruikers vinden op de KB-website een pagina met alle projectdocumenten, een link naar de RDA-toolkit, de door de werkgroep RDA opgestelde vergelijking tussen de FOBID- en de RDA-regels en de invulling van het Nederland Profiel.8

Voor de meer inhoudelijke zaken én voor het beheer van het Nederland Profiel is voorgesteld een nieuw overlegorgaan op te richten, de RDA-commissie, ter vervanging van de FCO. De leden van de Commissie zijn deskundigen op het terrein van de bibliografische regelgeving en ontsluiting in het algemeen en van RDA in het bijzonder. Deze commissie wordt dit voorjaar, onder coördinatie van de KB, ingericht. De taak van FCO, specifiek gericht op het beschrijven volgens de Regels voor de Titelbeschrijving, komt hiermee te vervallen.

Tot slot

De wijze waarop RDA gebruik maakt van rolaanduidingen (Mulisch als auteur, terwijl Dylan een zanger en liedschrijver is) en relaties (tussen werk en manifestaties, auteurs en publicaties et cetera), zorgt ervoor dat de catalogus een heel nieuwe dimensie krijgt. Dit sluit goed aan bij de huidige wereld van linked open data. Een gebruiker krijgt niet zomaar een antwoord op zijn zoekvraag, maar wordt desgewenst voorzien van een enorme verrijking van de gevonden informatie. En daarmee komt definitief een (gewenst) eind aan het tijdperk van de ‘kaartcatalogus’.

Noten

  1. Hoewel RDA gebruikt wordt voor het ontsluiten van allerlei soorten collecties, wordt in dit artikel uitgegaan van ontsluiting van bibliotheekmateriaal en wordt gesproken over een ‘publicatie’.
  2. JSC was voorheen verantwoordelijk voor de AACR. Meer informatie op www.rda-jsc.org.
  3. Met deelnemers van KB, OCLC, NBD/Biblion, UB’s, OB’s, Ingressus, GO en Vlaanderen.
  4. Met deelnemers van KB, OCLC, Ingressus en GO, onder leiding van projectleider Joke Webbink, UB Wageningen.
  5. Met deelnemers van KB, OCLC, NBD/Biblion, UB’s, Ingressus en GO.
  6. De eindrapportages zijn te vinden op www.kb.nl/expertise/voor-bibliotheken/resource-description-and-access-rda.
  7. Zie voor meer informatie www.slainte.org.uk/eurig.
  8. Zie www.kb.nl/expertise/voor-bibliotheken/resource-description-and-access-rda.

Vervallen FOBID-regels

De volgende typische FOBID-regels zijn met de invoering van RDA vervallen:

  • afkortingen worden niet meer gebruikt (zoals ill.; p.; bijl.);
  • vierkante haken worden alleen nog gebruikt wanneer informatie van buiten de publicatie (de resource) komt;
  • Latijnse afkortingen worden niet meer toegepast (zoals s.l.; s.n.; et al.);
  • de regel van drie geldt niet meer: als er meer dan drie primaire auteurs zijn, worden deze allemaal opgenomen in de beschrijving.

Voorbeeld van ‘cataloger’s judgment’ in RDA

2.3.1.4 Recording Titles:

Optional Omission

Abridge a long title only if it can be abridged without loss of essential information. Use a mark of omission (…) to indicate such an omission. Never omit any of the first five words.


Nieuw in RDA

Nieuw is dat aan elke beschrijving een aantal elementen moet worden toegevoegd:

  • De taal van catalogiseren: de taal waarin de bibliografische gegevens in het bibliografisch record worden vastgelegd, zodat bij het clusteren van zoekresultaten publicaties gescheiden kunnen worden op basis van de taal van de metadata. Het gaat hierbij om metadata die aan de beschrijving worden toegevoegd en niet aan het document zelf worden ontleend (bijvoorbeeld pagina’s in plaats van pages).
  • De fysieke kenmerken van de publicatie: carrier type om aan te geven wat de drager is (band, cd-rom, dvd enzovoort) en mediatype, om aan te geven wat nodig is om de publicatie te kunnen raadplegen (cd-romspeler, computer et cetera).

Karin Lodder is hoofd Documentverwerking bij de KB en secretaris van de FOBID-commissie ontsluiting. Zij nam deel aan de projectgroep Implementatie RDA.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 2 / 2014. Het gehele nummer kun je hier lezen