In gezelschap van 100-jarigen: NVB in internationaal perspectief

De NVB behoort tot de grote groep van beroepsverenigingen die wereldwijd aan het begin van de 20ste eeuw ontstonden. Waarin verschillen de nog bestaande verenigingen van elkaar en wat zijn hun overeenkomsten? En hoe bereiden ze zich voor op de toekomst?

Door: Marian Koren

‘Hoe bent u zo oud geworden?’

‘Het ging vanzelf,’ antwoordde de jubilaris, ‘elk jaar word je een jaar ouder, dat ligt in de natuur der dingen. Toen ik zeventig was, was ik zeventig, en toen ik tachtig werd, was ik tachtig. En zo maar door tot honderd.’

‘Doet u er iets voor?’

‘Nee, ik doe er niets voor, het gaat vanzelf. Dat is het leuke van dit soort werk.’

‘Wist u, dat u het zou halen?’

‘In het begin niet, maar later begon ik het in de gaten te krijgen. (…) Doorzetten, dacht ik, de tanden op elkaar. En jawel hoor, ik haalde het.’

‘Waaraan schrijft u het toe?’

‘Het is een kwestie van geduld. De aanhouder wint, wie het laatst lacht, lacht het best, eind goed al goed, in die richting moet u het zoeken.’

Ziehier de eigenschappen van 100-jarigen, volgens Godfried Bomans. Rond 1912 zijn er vele maatschappelijke initiatieven geboren, waarvan de krasse exemplaren (zie Bomans’ causerie op YouTube) nog steeds rondlopen. Zo ook de NVB. In het internationale veld treft ze jaargenoten als Det Norske Theatret en het Japanse Yoshimoto Kogyo theater, de Franse voetbalvereniging US Albi, het Leger des Heils van William Booth, de Williamson Daily News in Virginia, de liberale arbeidersbond voor volwasseneneducatie (ABF) in Zweden, de Keystone Studios in California en de Winnipeg Art Gallery, een van de oudste openbare kunstgalerieën. Voorwaar, een divers gezelschap waarvan de sterke punten en de tijdgeest zeker ook in het initiatief tot de oprichting van de NVB te herkennen zijn: emancipatie, onderwijs en cultuur voor iedereen. Niet allemaal hebben ze de 100 gehaald. De NVB heeft doorgezet.

Krasse tijdgenoten

De NVB kan zich ook zeker meten met een groot aantal bibliotheekverenigingen wereldwijd. In 1853 al werd de eerste bijeenkomst van bibliothecarissen (80 mannen) gehouden in New York. Pas in 1876 besloten 90 mannen en 23 vrouwen tijdens de Centennial Exposition in Philadelphia tot oprichting van de American Library Association met als doel: ‘to enable librarians to do their present work more easily and at less expense’. In alle eenvoud een prachtige doelstelling!

Een jaar later werd als resultaat van de eerste International Conference of Librarians de Library Association in het Verenigd Koninkrijk opgericht. De LA ging in 2002 samen met de Information Scientists op in het Chartered Institute of Library and Information Professionals, thans bekend als CILIP.

Nog een krasse jaargenoot: de Japan Library Association dateert van 1882 en vertegenwoordigt alle typen bibliotheken. Ze kent zowel individuele (6700) als institutionele (2800) leden. Ook de verenigingen in Nieuw-Zeeland en Finland gingen de NVB nog net even voor (1910) en het Nederlandse openbare bibliotheekwerk verenigde zich in 1908, in een Centrale Vereniging (CV, later NBLC, thans VOB). De NVB behoort internationaal gezien tot de grote groep van beroepsverenigingen die aan het begin van de 20ste eeuw ontstonden. Tussen 1915 en 1920 volgden de Scandinavische landen, tussen 1923 en 1931 de Baltische staten en bijvoorbeeld Mexico. De Australische Library and Information Association werd ‘pas’ in 1937 gevormd, terwijl veel Aziatische verenigingen (zoals van Singapore, Sri Lanka, Banghladesh) van nog jonger datum zijn.

Naast algemene verenigingen van professionals, die zich ook regionaal organiseerden, zoals in vele Amerikaanse staten, waren ook de speciale bibliotheken er vroeg bij: de Association of Medical Libraries werd door bibliothecarissen en medici samen opgericht in 1898. De Special Libraries Association (SLA) vierde haar eeuwfeest al in 2009 met een reeks van activiteiten, lezingen en goede doelen. Het is de moeite waard hun ‘Top 100’-lijstjes te bekijken. Deze geven niet alleen een opsomming van hun gedenkwaardigste conferentiegebeurtenissen, de 100 bibliothecarissen die het beroep hebben gevormd of de 100 belangrijke innovaties van het bibliotheekvak. Ze geven ook aan waarom men juist nu lid moet worden, hoe studenten op 100 verschillende manieren hun betrokkenheid kunnen tonen, en in welke 100 banen informatieprofessionals van groot belang kunnen zijn.1

Overeenkomsten en verschillen

Belangrijker wellicht dan een vergelijking in ouderdom, is het opsporen van inhoudelijke en organisatorische elementen die de NVB met andere verenigingen gemeen heeft. Niet alle verenigingen blijken hetzelfde te verenigen. Zo zijn er naast de verenigingen van bibliothecarissen (zoals BIB en VDB in Duitsland en ABF in Frankrijk) ook verenigingen van bibliothecarissen met verwante beroepsbeoefenaren, niet alleen documentalisten en informatiespecialisten, maar ook archivarissen. Voorbeelden zijn België (VVBAD) en Portugal (APBAD). In een geringer aantal landen is er een vereniging van bibliotheekinstellingen en persoonlijke leden, zoals in Japan (JLA), Australië (ALIA) en Canada (CLA).

In slechts enkele landen is er een vereniging van instellingen zonder persoonlijke leden, zoals de VOB in Nederland, DF in Denemarken en BVÖ in Oostenrijk. Deze zijn misschien beter aan te duiden als branchevereniging, als dit maar voor een beperkt deel van de sector geldt: bijvoorbeeld alleen de branche openbare bibliotheken. De combinatie uitsluitend werkgevers- en branchevereniging komt alleen voor in Nederland (VOB) en tot op zekere hoogte in Denemarken, waar de DF bestaat uit bibliotheekdirecteuren en cultuurwethouders; in beide gevallen alleen voor openbare bibliotheken.

Landen die nog veel verschillende verenigingen hebben zijn: Duitsland, Frankrijk en Spanje. In deze landen is er sprake van gezamenlijk gestructureerd optreden, door bijvoorbeeld Bibliotheek Information Deutschland; en FESABID in Spanje. Minder prominent is de figuur van een paraplu-organisatie of gezamenlijk gestructureerd overleg: Biblioteksparaplyn in Denemarken en FOBID Netherlands Library Forum. Typische onderwerpen die behartigd worden betreffen veelal: wetgeving, internationale zaken, vertegenwoordiging en formuleren en uitdragen van standpunten over zaken die de sector in den brede raken of aangaan (bijvoorbeeld metadata, infrastructuur en opleidingen/beroepsprofiel).

In algemene zin hangt de organisatievorm af van doel en accenten in het werk van de vereniging. Belangenbehartiging voor de sector; ontwikkeling van organisaties; gezamenlijke inkoop, consortiumtaken; en/of: ontwikkeling van professionals. Kortweg: bij een instellingenvereniging gaat het om infrastructuur, bedrijfszaken, management en organisatieontwikkeling; bij een beroepsvereniging om ontwikkeling van specialismen, beroepsprofiel en werkperspectief. De aandachtsgebieden bepalen ook de vorm van belangenbehartiging die de vereniging ontwikkelt: gericht op de gehele sector, de organisaties of vooral de beroepsbeoefenaren. In enkele landen bestaan ook sterke vakbonden van bibliothecarissen (bijvoorbeeld Denemarken).

Koerswijzigingen

Het actuele belang om goed te kijken naar het type vereniging en dit in toekomstperspectief te plaatsen, bleek nog eens duidelijk op de NVB/IFLA-satelliteconferentie ‘The Future of library associations’ van augustus 2012.2 Uit ruim 25 landen kwamen voorbeelden van de verschillende typen beroeps/vakverenigingen en branche- of sectorverenigingen (instellingsverenigingen) in alle stadia van ontwikkeling.

Grote sectorverenigingen zoals ALA en CLA (VS, Canada) laten iedereen toe die interesse heeft. Hoofddoelstelling is belangenbehartiging en lobby. De ALA werkt met een bureau van 250 personen aan bewerking van de politiek via het Washington Office; ze schroomt niet om een rechtszaak rond privacyaspecten (Patriot Act) te beginnen of open brieven over ebooks aan uitgevers te schrijven. Ze helpt de instellingen ook zelf lokale actie te voeren. Daarnaast richt ze zich op de beroepsleden met leiderschapsprogramma’s, afstemming met de opleidingen, kennisontwikkeling en ook wel: betere betaling. Dat laatste is bijvoorbeeld een speerpunt van een van de recente voorzitters geweest.

CLA moet zich waarmaken als sectorvereniging te midden van zo’n 120 andere, deels beroepsverenigingen. Een flinke omslag met herkenbare weerstand: ‘but we have always done it like this …’ – was nodig om nationale strategie voor de sector te ontwikkelen, en de vereniging te herschikken: lean and mean. CLA met een klein bureau (10 fte) zoekt naar een balans tussen de lobby tegen indringende wetgeving en het ontwikkelen van de beroepsgemeenschap. Dat laatste is ook de kern van de Australische beroepsvereniging ALIA, die haar ledental terug ziet lopen; ze is minder gericht op de landelijke politiek; een aantal grote State Libraries en de Nationale Bibliotheek vervullen meer die taak. Of er een omslag zoals in Canada zal plaatsvinden?

Belangenbehartiging

CILIP is een grote beroepsvereniging in het Verenigd Koninkrijk, maar heeft een grote internationale ledengroep; het accent ligt nog op kwaliteit van de professie, certificeren van librarians/information professionals, maar door de lokale bezuinigingen wordt belangenbehartiging steeds belangrijker en is ook nodig bij gebrek aan andere (instellings)organisaties of een sectorinstituut. De aanvankelijke ondersteuning aan met werkloosheid bedreigde bibliothecarissen, werd gevolgd door een flinke actie om schoolbibliotheken te redden.

Zelf moest CILIP ook de broekriem aanhalen, onder andere door het ontslag van bureaupersoneel, maar volgens de openhartige lezing van CEO Annie Mauger op de NVB/IFLA-satelliteconferentie zijn daarmee flinke stappen gezet. Als beroepsvereniging werkt ze via ledenconsultatie aan een nieuw beroepsprofiel, met bijbehorend ‘body of knowledge’, als onderdeel van een uitgewerkte strategie. Deze ontwikkelingen zijn bijzonder interessant voor de NVB en worden ook door de FOBID Commissie nauwlettend gevolgd.

In Duitsland zijn de verschillende verenigingen, na enkele fusies, de weg op gegaan van gezamenlijke belangenbehartiging, niet alleen rond het ijveren voor een bibliotheekwet en bibliotheekgebruiksrechten maar ook bij promotie van de sector (Campagne Treffpunkt BibliothekInformation hat viele Gesichter).3 Daarnaast wordt er in tal van commissies en belangengroeperingen aan deelonderwerpen gewerkt. Ook bij IFLA is een trend waarneembaar van louter vakvereniging naar internationale belangenbehartiger van de wereldwijde sector op het terrein van toegang tot informatie, auteursrecht, ruimte in handelsakkoorden (WTO), veiligstellen van bibliotheken en hun gebruikers in internationale verdragen (WIPO) en zo mogelijk afspraken met uitgevers, verwante organisaties in het belang van erfgoed, rampenopvang, ontwikkelingswerk et cetera.

Juristen

Op kleine en bescheiden schaal is duidelijk dat de Vlaamse VVBAD haar rol als woordvoerder van de sector steeds meer oppakt, naast haar ontwikkelingstaken voor de bibliotheken en archieven. Er is een jurist aangetrokken; over wetgeving rond leenrecht en lokaal cultuurbeleid worden standpunten gepubliceerd. De jaarlijkse bijeenkomsten, alternerend Informatie aan Zee en Focus bewijzen een formule die belangen en ontwikkelingen wil dienen.

In Zweden heeft het samengaan van beroeps- en bibliotheekvereniging, SAB, tot een koerswijziging met accent op belangenbehartiging van de sector geleid. Dat was nodig vanwege de grotendeelse opheffing van de Culturele Raad, die als sectorinstituut het bibliotheekbeleid verwoordde en bewaakte, waarna nationale taken waaronder het openbare bibliotheekwerk werden ondergebracht bij de Nationale Bibliotheek. SAB zet nu als speerpunten neer: R&D, nationale bibliotheekstrategie, opinievorming en lobby, zichtbaar maken van de bibliotheek en als laatste: verenigingswerk. Daarmee bedoelt ze vooral het aantrekkelijk maken van het lidmaatschap door allerlei extra’s te regelen qua abonnementen en toegang; ledenwerving onder studenten, en intensieve communicatie met de regio’s, met name gericht op de instellingen.

Aan het geprofessionaliseerde SAB-bureau is inmiddels een jurist toegevoegd en ook in het bestuur is de juridische kennis door een portefeuillehouder versterkt; tevens zijn de Europese en internationale contacten weer aangehaald en wordt actief deelgenomen in EBLIDA- en IFLA-lobby.

SAB voert, na uitvoerig onderzoek en nadat overleg met de uitgeefsector was afgebroken, thans een stevige en principiële campagne rond ebooks en benadrukt met een visuele communicatie, dat de nieuwe bibliothecaris kennelijk een uitgever is die beslist wat er in de bibliotheek aan digitale boeken komt. Het portret van die nieuwe bibliothecaris (een op gewin ingestelde zakenman) spreekt boekdelen. Zo’n rol is anders dan die van een beroepsvereniging; in perspectief van de NVB is SAB minder een voorbeeld; het Nederlandse landschap kent wel andere spelers en een andere configuratie. Een vereniging wordt in die zin mede gedefinieerd door andere groeperingen en door lege plekken in de rolbezetting op te pakken.

Communicatie

Naast onderzoek is ook communicatie een onderdeel van de professionalisering van verenigingen, hun leiding en bureaus. Het gaat niet alleen om het aantrekken van juristen maar ook om vakmensen met public affairs en public relations/communicatie in het pakket. De Duitse bibliotheekorganisatie DVB heeft een (Vlaamse!) geschoolde politieke communicator aangetrokken, die de weg weet in Berlijn en elders. In die strategie past ook een meer zichtbaar maken van bibliotheken in de samenleving. Die activiteiten zie je zowel door Zweden als DBV in Duitsland opgepakt: wel ondersteund maar niet uitgevoerd door bijvoorbeeld de Duitse beroepsverenigingen zoals BIB. Zichtbaar maken in de samenleving geschiedt vooral door het instellen van jaarlijkse (bibliotheek)prijzen, publiekscampagnes met media-aandacht en door het aantrekken van ambassadeurs voor de sector, zoals de goede contacten met de Bondspresident.

Onderzoek is wel iets dat bibliotheekverenigingen in andere landen steeds vaker zelf uitzetten, of waarbij ze medeaangever van de vraagstelling is, en in elk geval de uitkomsten voor eigen strategie benut. CILIP (VK) liet onderzoek doen onder haar eigen leden, naar de gewenste onderwerpen en verenigingsdiensten, maar tegelijkertijd ging het over de strategie van het werk als geheel: ‘Defining our professional future’. Ook daar wordt aansluiting internationaal gezocht rond bijvoorbeeld auteursrecht, leenrecht en privacy. De NVB doet dat laatste nu vooral via FOBID (gevormd door KB, NVB, UKB en VOB), waar met name de Juridische Commissie, deze gezamenlijke taken vervult. De belangen van de beroepsbeoefenaren worden dan indirect gediend. Het politieke en juridische kader van de dienstverlening raakt op zich niet alleen de instellingen maar uiteraard ook de mensen die er werken.

Tot slot

Er is internationaal op verenigingsvlak veel gaande: de tendens tot professionalisering, tot sectorbrede belangenbehartiging is herkenbaar, maar wordt verschillend uitgewerkt, afhankelijk van de plaatselijke spelers, en ook: de maatschappelijke context. De relatie tot de samenleving is meer en minder expliciet herkenbaar in de verenigingsactiviteiten van lobby en vakontwikkeling.

Voor wie zelf deze internationale vergelijking van verenigingsactiviteiten wil ondernemen, ligt er een mooie kans. De CILIP Umbrella Conferentie op 2-3 juli 2013 in Manchester bijvoorbeeld biedt een unieke gelegenheid tot ontmoeting van alle typen informatieprofessionals en deelname aan (herkenbare) thema’s.

De bovengeschetste trends en ontwikkelingen bij buitenlandse verenigingen kunnen de 100-jarige NVB misschien helpen in verschillende spiegels te kijken van sector-, bibliotheek- en beroepsverenigingen, om te zien waar de gelijkenis en verwantschap het grootst is. Maar het belangrijkste is waar de belangen, betrokkenheid en ambities van de leden samenkomen, om dan de weg in te slaan die het meest succesvol is: op naar de volgende honderd jaar!

Noten

  1. Zie: www.sla.org/content/Events/centennial/lists.cfm.
  2. Alles is nog na te lezen op www.NVB100.nl.
  3. Zie: www.treffpunkt-bibliothek.de/treffpunkt_bibliothek/.

Marian Koren is secretaris FOBID Netherlands Library Forum en internationaal aanspreekpunt van de nationale bibliotheekorganisaties. Zij is tevens senior beleidsadviseur bij de Vereniging Openbare Bibliotheken en lid van het Standing Committee van de IFLA Sectie Management of Library Associations.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 11 / 2012. Het gehele nummer kun je hier lezen