Geodata in de onderzoekspraktijk: werken met de electorale kaart

Electorale geografie bestudeert de samenhang tussen stemgedrag en locatie. Hoe ziet de politieke kaart eruit, en waarom? Het betreft een in Nederland nog relatief nieuw onderzoeksthema dat zich de laatste jaren in een groeiende belangstelling mag verheugen. Studies op dit terrein zijn afhankelijk van de beschikbaarheid van verkiezingsdata, die sterk in ontwikkeling maar nog wel voor verbetering vatbaar is.

Door: Josse de Voogd

In het eerste stadium van mijn onderzoek, dat teruggaat tot de jaren negentig, werkte ik met handgeschreven uitslagen per stembureau en met de uitslagenpagina’s in de krant. De beschikbaarheid van verkiezingsdata is sinds die tijd flink verbeterd. De Kiesraad heeft alle verkiezingsuitslagen per gemeente uit de Nederlandse geschiedenis op haar website toegankelijk gemaakt, aangevuld met fraaie interactieve kaarten (www.verkiezingsuitslagen.nl).

Wat betreft de uitslag per stembureau ligt het gecompliceerder. Sommige gemeenten maken uitgebreide rapporten of visualisaties met de uitslag per buurt of stembureau, bij andere moet de uitslag opgevraagd worden. De uitslagen per stembureau worden ook aan de Kiesraad doorgegeven, maar vaak zonder geografische aanduiding als adres, postcode en soms zelfs naam.

Vanuit de overheid is er zeker nog ruimte voor verbetering van de beschikbaarheid van deze gegevens. Dit zou wenselijk zijn voor verder onderzoek, maar ook vanuit het oogpunt van democratische controle. Weergaven en analyses op basis van stembureaus op een niveau hoger dan één gemeente bevinden zich vooralsnog vooral in een circuit van zelfstandigen, waardoor publicatie afhankelijk is van wat opdrachtgevers willen. Daarnaast beperken auteursrechten het (her)gebruik.

Complexiteit

Electoraal-geografisch onderzoek is een tijdrovende bezigheid waarvan de complexiteit nogal eens wordt onderschat. Een van de kopzorgen vormen de gemeentelijke herindelingen die vrijwel elk jaar plaatsvinden. Bij het vergelijken van verschillende verkiezingsuitslagen of verschillende soorten data dient men uit te gaan van dezelfde gemeentegrenzen, wat leidt tot een hoop herberekenwerk. In 1918 waren er nog 1118 gemeenten, vandaag de dag 403. Nog gecompliceerder wordt het als gemeenten niet alleen zijn samengevoegd, maar ook opgedeeld. Een duik in oude gemeentearchieven is dan vaak onvermijdelijk. Een ander nadeel van herindelingen is dat de verschillen tussen gebieden worden afgevlakt. Zo beslaat de gemeente Terneuzen beide kanten van de scheidslijn tussen katholiek en protestants en verkleurde de gemeente ’s-Hertogenbosch van PvdArood naar VVD-blauw na een fusie met de randgemeenten. Gezien de trend waarbij gemeenten steeds groter worden, neemt het belang van goede en beschikbare data op buurt- of stembureauniveau verder toe.

Voordelen

De verkiezingen vormen de grootste enquête van Nederland. Het grote voordeel van geografisch verkiezingsonderzoek boven een survey is dan ook dat alle kiezers meegeteld worden en dat specifieke regionale trends goed zichtbaar worden. Zo weten we uit enquêtes dat laagopgeleiden vaak op de PVV stemmen, maar blijkt uit geografisch onderzoek dat in grote delen van Nederland veel laagopgeleiden wonen maar er toch weinig PVV gestemd wordt. Dit duidt op het belang van andere factoren, zoals de sociale samenhang in en de geschiedenis en politieke cultuur van een regio. Qua stemgedrag lopen Friesland en Limburg bijvoorbeeld sterk uiteen, terwijl men op grond van inkomen en opleidingsniveau een kleiner verschil zou verwachten.

Enquêtes maken niet zichtbaar hoe scherp de scheidslijn tussen van oudsher katholieke en protestantse regio’s ook na de massale ontkerkelijking nog is. Ten zuiden van deze lijn, van Zeeuws-Vlaanderen naar de Achterhoek, stemt men niet langer bovengemiddeld op de Katholieke Volkspartij, maar op de PVV, SP of niet.

Beperkingen

Een geografische benadering kent ook nadelen en gevaren. Zo betekent een samenhang op gebiedsniveau niet altijd dat er ook een samenhang bestaat op individueel niveau. Als in een wijk veel op de PvdA wordt gestemd en er wonen veel allochtonen, dan hoeven het niet noodzakelijkerwijs de allochtonen te zijn die PvdA stemmen. Uit ander onderzoek op basis van enquêtes weten we dat dit vaak wel het geval is. Een combinatie van verschillende typen onderzoek geeft het beste beeld.

Een aandachtspunt is ook de weergave van een kaart. De keuze van andere categorieën en kleuren kan andere patronen in een kaart benadrukken. Verder vallen op een kaart de hoogste scores van een partij het meeste op, terwijl die plekken niet per se representatief hoeven te zijn voor het hele electoraat. Zo liggen de hoogste scores voor de PVV vaak in arme stedelijke buurten met een van oudsher linkse signatuur, maar blijkt het grootste deel van de PVV-aanhang toch welvarender en afkomstig uit rechtse hoek.

Relevantie

Dat de aandacht voor electorale geografie tot voor kort gering was, heeft mede te maken met het Nederlandse kiesstelsel op basis van evenredige vertegenwoordiging: elke stem uit elk gebied telt even zwaar. In landen met een districtenstelsel, zoals de Verenigde Staten, is het belangrijker onderscheid te maken tussen regio’s waar de uitslag toch al vastligt en gebieden waar het wel zin heeft om campagne te voeren. Maar ook in Nederland zijn er wel degelijk sleutelgebieden te vinden die een belangrijke rol spelen bij de uitslag. Kiezersbewegingen zijn in het zuiden groter dan in het noordoosten en het bevolkings- en dus kiezersaandeel van suburbane gebieden wordt vaak onderschat. Voor een partij is het verstandig om de geografische spreiding van de eigen aanhang goed te kennen. Bij verkiezingen draait het vooral om de opkomst van de eigen kiezers en het overhalen van kiezers van nabije partijen. Voor een partij als GroenLinks valt er doorgaans weinig te winnen in een bolwerk van de PVV of SGP.

Barometer

Het belang van electorale geografie gaat verder dan alleen dat van de partijen. De uitslagenkaarten weerspiegelen de ontwikkelingen in de samenleving, waarbij maatschappelijke scheidslijnen veranderen en zich verdiepen. Naast religie en inkomen worden factoren als opleiding en leefstijl belangrijker. Thema’s als migratie en Europese samenwerking hebben geleid tot nieuwe breuklijnen en leiden ertoe dat de oude brede volkspartijen worden uitgedaagd door partijen met een meer uitgesproken visie hieromtrent. Zo verliest de PvdA op de ene plek kiezers aan D66 en elders aan de SP. Daarnaast nemen de verschillen tussen regio’s toe door een terugtredende overheid en bevolkingskrimp. Het kiesgedrag vormt een soort barometer van de gemoedstoestand in een bepaalde regio of buurt en toont de waarden en wensen die er leven. Ook voor overheden en bedrijven is het daarom een nuttig instrument dat een breder perspectief biedt dan alleen sociaal-economische cijfers dat doen.

Josse de Voogd is zelfstandig onderzoeker en schreef onder meer Bakfietsen en Rolluiken, de electorale geografie van Nederland (2011), Bureau de Helling, en Nieuwe scheidslijnen op de kaart (2013), Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 4 / 2014. Het gehele nummer kun je hier lezen