Flashback: Lonneke van den Hoonaard

In oktober 2009 stond Lonneke van den Hoonaard als de nieuwe directeur van Ihlia, het Internationaal homo lesbisch informatiecentrum en archief, in de rubriek Professional in het nieuws. Hoe is het haar sindsdien vergaan?

‘Het zijn spannende jaren geweest. Een van de opdrachten die ik bij mijn aanstelling meekreeg was: zorg ervoor dat Ihlia, in 2000 ontstaan na een fusie van Homodok / Lesbisch Archief Amsterdam en Anna Blaman Huis in Leeuwarden, één organisatie wordt. Daarbij ging het vooral om werkprocessen als bedrijfsvoering en personeelszaken, maar ook om collectievoering en aanschafbeleid. Samenwerking tussen de twaalf parttimers die Ihlia in totaal telt, stond eveneens hoog op de agenda.’

‘In mijn aanpak ben ik ervan uitgegaan dat de mensen het in de praktijk zelf moeten doen. Je kunt de organisatie bij elkaar brengen door werkgerelateerde bijeenkomsten te organiseren, door medewerkers uit verschillende disciplines in duo’s te laten samenwerken, maar ook door samen een personeelsuitje te ondernemen. We hebben dat allemaal gedaan. Maar de mensen moeten zelf voelen dat ze bij elkaar horen, dat ze voor één gezamenlijk doel staan. Daarin zijn we al een heel eind gekomen.’

‘Een andere taak was om het Anna Blaman Huis op een gelijksoortige manier te huisvesten als Ihlia, dat in de Centrale Bibliotheek Amsterdam huist. Dat is gelukt. We zitten sinds 2011 in de Bibliotheek Leeuwarden. Daar kun je dan veel voordelen uit halen door samen met de bibliotheek activiteiten te organiseren en zo mensen te trekken.’

‘Spannend waren de afgelopen jaren ook omdat het directeurschap een heel andere baan betrof dan ik gewend was. Ik heb als manager op de informatieafdeling van het CWI gewerkt, en later, na de fusie van CWI met UWV, als adviseur – de managerspost van de UWV-informatieafdeling was namelijk al bezet. Hoewel een leerzame tijd wilde ik toch het liefst weer een afdeling aansturen. De ideale combinatie van baan en werkgever vond ik bij Ihlia. Ik ben namelijk zelf actief in de homobeweging.’

‘Wat ik heb moeten leren is: je bent directeur en dus kijkt iedereen naar jou: jíj gaat nu richting aangeven. In die rol moest ik echt groeien. Ook moest ik leren om mezelf niet voorbij te rennen. En daarmee mijn team ongelukkig te maken, want wie opgaat in een overdosis werk, wordt onzichtbaar. Ook wilden we te veel; iedereen werd op een gegeven moment stapelgek door de grote hoeveelheid werk. Alle ambities zijn er nog, we pakken het nu alleen gedoseerd aan.’

‘Financieel gezien is Ihlia redelijk uit de wind gebleven. Onze grootste subsidiegever is OCW, directie Emancipatie. Op het terrein van homo-emancipatie is juist geïnvesteerd.’

‘Wat betreft de digitalisering staan we nog aan het begin. We zijn nu bezig met een klein stukje van onze internationale archieven, met name gericht op Oost-Europa. De homobeweging daar is nog heel jong en heeft geen toegang tot dit archiefmateriaal. Hierbij worden we financieel gesteund door OCW. We lopen in de praktijk tegen heel veel regelgeving aan, zoals copyright en privacy. Het online toegankelijk maken van het materiaal is de grootste uitdaging.’

‘Begin augustus gaan we dit gedigitaliseerde materiaal presenteren op de internationale conferentie LGBTI ALMS (Archives, Libraries, Museums, Special Collections) die we organiseren voor homo- en lesbische archieven wereldwijd. Die conferentie is meestal in Noord-Amerika, en die hebben we nu naar Amsterdam gehaald. Heel mooi dat we in staat zijn gebleken zo’n conferentie te organiseren. We gaan steeds een stap vooruit.’

Deze bijdrage komt uit IP nr. 3 / 2012. Het gehele nummer kun je hier lezen