Europese perspectieven: Spruce

Alweer een hackathon, een mash-up, een unconference? Of toch gewoon een workshop?

Door: Irene Haslinger

Stelling: elk zichzelf respecterend Europees project dat zich bezighoudt met digitalisering, organiseert een hackathon of iets anders uit het rijtje hierboven. Maar wat is nu eigenlijk een hackathon, mash-up of unconference? Waarom zijn ze zo populair? En wat leveren ze op?

Het woord ‘hackathon’ is een combinatie van ‘hack’ en ‘marathon’. ‘Hack’ is dan vooral bedoeld als ‘innovatief programmeren’, en niet zozeer als ‘it-activiteiten met een crimineel karakter’. Volgens Wikipedia is een hackathon een informeel samenkomen van programmeurs en andere partijen die betrokken zijn bij softwareontwikkeling: grafisch ontwerpers, interfacedeskundigen, projectleiders, et cetera. Hoewel sommige hackathons vooral een educatief of sociaal karakter hebben, is de opzet meestal dat er nieuwe software ontwikkeld wordt. Niet onbelangrijk detail: deelnemers leven doorgaans van pizza en sportdrankjes, en overnachten ter plekke in slaapzakken.

Een ‘mash-up’ is, behalve het combineren van bestaande muziek of applicaties, niks anders dan het samenbrengen van mensen met verschillende expertises. En een ‘unconference’ is een conferentie zonder agenda of andere, van tevoren vastgelegde, structuur.

Het komt eigenlijk allemaal op hetzelfde neer: mensen met uiteenlopende kennis en kunde komen informeel bij elkaar rondom een specifiek probleem. En in korte tijd proberen ze een oplossing te vinden.

Voor digitale duurzaamheid is het SPRUCE-project (Sustainable PReservation Using Community Engagement) een belangrijke speler in het veld van hackathons en aanverwante vormen. SPRUCE organiseert bijeenkomsten voor ontwikkelaars en praktijkmensen uit het digitale erfgoed (conservatoren, managers of anderen die met digitale collecties werken). Bovendien wordt aan de erfgoedmensen gevraagd een ‘sample’ mee te nemen van een digitale collectie.

Ter plekke worden er koppels gevormd tussen ontwikkelaars en erfgoedkenners. Het sample dient als uitgangspunt: wat wil je met deze collectie, tegen welke problemen loop je aan, en wat is je businesscase? Vervolgens wordt gewerkt aan oplossingen, waar mogelijk op basis van bestaande tools, maar vaak ook worden er nieuwe tools ontwikkeld. Aan het einde van de sessie worden de uitkomsten getoond en geëvalueerd door de hele groep. De resultaten zijn veelbelovend. Niet alleen de oplossingen die eruit komen zijn vindingrijk en bruikbaar, maar ook het samenwerken geeft inspiratie.

www.openplanetsfoundation.org/projects/sprucewiki.opf-labs.org/display/SPR/Home

Irene Haslinger is programmamanager Europese Projecten bij de Koninklijke Bibliotheek.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 7 / 2013. Het gehele nummer kun je hier lezen