Door Anne van den Dool
Tijdens de PublicSpaces-conferentie vorige maand kwamen verschillende stemmen aan het woord over de manier waarop publieke organisaties zich kunnen weren tegen de macht van grote techbedrijven. Een van de sprekers was professor Ethan Zuckerman, die pleitte voor een radicale herziening van de sociale media die we gebruiken. ‘We moeten een nieuw internet bouwen dat voldoet aan onze stoutste dromen.’
PublicSpaces is een coalitie van inmiddels ruim veertig publieke organisaties, waaronder VPRO, Waag en KB, de nationale bibliotheek. Samen werken deze organisaties aan een oplossing voor hun afhankelijkheid van grote internetbedrijven. Ze zoeken naar een alternatief dat niet primair gedreven is door commerciële belangen, maar dat uitgaat van publieke waarden, zoals privacy, autonomie en transparantie.
Om die boodschap verder te verspreiden, organiseerde PublicSpaces op 17 en 18 mei haar tweede conferentie in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam, bedoeld voor alle professionals, experts, politici en beleidsmakers die zich willen inzetten voor deze digitale publieke waarden. Het thema van de twee conferentiedagen was: The Time is NOW!. Het belang van de strijd tegen desinformatie en van soevereiniteit op het gebied van communicatie en informatievoorziening is vandaag de dag tenslotte misschien wel groter dan ooit. Gelukkig is tegelijkertijd een kentering zichtbaar, bijvoorbeeld in de aanstelling van de eerste staatssecretaris voor Digitalisering en de opmars van ethisch verantwoorde alternatieven.
Aangename online leefomgeving
Tijdens de conferentie werden deze nieuwe mogelijkheden verkend – ook door Ethan Zuckerman, associate professor of Public Policy, Information and Communication aan de Universiteit van Massachusetts. In zijn keynote, getiteld ‘The Good Web – Competing Visions for the Future of Social Media’, presenteerde hij zichzelf als een ambassadeur van het gedachtegoed van PublicSpaces en een aanhanger van het idee dat publieke organisaties verantwoordelijkheid moeten nemen voor de staat van het internet. En dat is hard nodig, want de hoeveelheid desinformatie die online te vinden is, blijft groeien en groeien, en dat zorgt ook voor een aantasting van de democratie waarvan wij allemaal onderdeel uitmaken.
Wie moet ervoor zorgen dat online een aangename leefomgeving ontstaat? In de ogen van Zuckerman zijn we gedwongen te kiezen tussen twee kwaden: we kunnen de controle bij de overheid leggen of bij andere instanties. Het eerste is niet te prefereren, omdat we het liefst zouden willen dat er zo min mogelijk regulatie nodig is om zo’n prettige digitale omgeving te creëren. Aan de andere kant is het alternatief evenmin aanlokkelijk: we zien momenteel met eigen ogen wat er gebeurt wanneer we ons lot in handen van grote techbedrijven leggen.
Oplossing ligt bij de burger
De oplossing ligt volgens Zuckerman bij de burger. Samen moeten we ambitieuze doelen stellen, ook waar het gaat om de digitale omgeving waarin we ons begeven. ‘Op dit moment proberen we Facebook alleen maar te repareren’, zegt hij. ‘We zien in wat voor een vreselijk platform het is, maar leggen de lat te laag: we proberen enkel om sociale media slightly less awful te maken. Waarom denken we niet na over wat sociale media ons in een optimale situatie zouden kunnen brengen?’
Zuckerman stelt voor dezelfde benadering te hanteren als bij televisiezenders. ‘Daarbij zijn we een stuk strenger: we denken goed na over welke informatie verantwoord genoeg is om ons te bereiken. Ook staan we stil bij de vraag of er wel voor elk wat wils te vinden is. En we willen dat het goedkoop is, zodat iedereen er toegang toe heeft. Laten we sociale media op dezelfde manier behandelen, en nadenken over de vraag hoe zij ons tot betere mensen kunnen maken.’
Macht uitbreiden
Die verandering hoeven we niet van Facebook, LinkedIn en Twitter zelf te verwachten, schat Zuckerman in. ‘Sociale media willen hun macht juist alleen maar vergroten. Kijk bijvoorbeeld naar de manier waarop Mark Zuckerberg besloot zijn imperium onlangs nog verder uit te breiden door Facebook om te turnen tot Meta, een driedimensionale versie van zijn platform. Al binnen een paar dagen kwamen de eerste klachten binnen: mensen die in dit nieuwe universum werden uitgescholden en “betast”. Hetzelfde geldt voor Twitter, dat onlangs de mogelijkheid introduceerde om spraakberichten te versturen. Ook haatdragende teksten kunnen op die manier nog makkelijker worden verspreid. Hoe echter we de online wereld maken, hoe groter de problemen worden.’
Sociale media creëren met hun nieuwe functionaliteiten alleen maar nieuwe problemen, ziet Zuckerman, en dat weten ze dondersgoed. Gelukkig tuigen burgers zelf alternatieve platforms op, soms zelfs omdat ze op de reguliere sociale media niet meer welkom zijn. Kijk bijvoorbeeld naar Switter, waar sekswerkers zich verzamelen die van Twitter werden geweerd. Maar het kan ook de verkeerde kant op gaan: neonazi’s maakten met dezelfde software hun eigen sociale medium genaamd Gab.
Kleinere, hechte netwerken
Grote sociale netwerken zoals Facebook en LinkedIn werken in de ogen van Zuckerman niet. Daarom bouwt hij zelf al een aantal jaar kleinere netwerken, van maximaal een paar duizend mensen. Op die netwerken tref je alleen mensen die je kent of die mensen kennen die jij kent, waardoor meer hechtheid ontstaat. Bovendien dienen deze netwerken een specifiek doel, bijvoorbeeld om informatie uit te wisselen over een specifiek onderwerp. Verder zijn ze goed gestructureerd; een van de leden is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor evaluaties van het platform, waarbij alle gebruikers kunnen aanschuiven. Op die manier ligt de macht niet bij een bedrijf, maar bij de burger zelf.
Vertrouwen in Europa
Zuckerman bouwde bijvoorbeeld een dergelijk platform om inwoners van dorpen met elkaar te laten communiceren: Small Town. Het zijn geen hoogdravende conversaties die daar plaatsvinden, geeft hij direct toe. ‘Het gaat vooral over wanneer het afval wordt opgehaald en of een bepaalde straat eenrichtingsverkeer moet worden. En toch: het zijn belangrijke gesprekken die de cohesie binnen een gemeenschap bevorderen.’
Ook werkte hij de afgelopen jaren aan een alternatief socialemediaplatform, Gobo, waarop de gebruiker wél controle heeft over wat die te zien krijgt. Waar je bij Facebook en Instagram afhankelijk bent van wat algoritmes je voorschotelen, kun je bij dit platform zelf zoekfilters instellen. Op die manier krijg je bijvoorbeeld eerst de updates te zien van de mensen die je het meest dierbaar zijn, en worden gesponsorde advertenties van nieuwsmedia die je niet vertrouwt geweerd.
Zuckerman heeft veel vertrouwen in Europa als het gaat om het implementeren van zulke alternatieven. ‘Op dit continent heeft men nog vertrouwen in publieke organisaties. In Amerika zijn we overgeleverd aan de markt en geldt het recht van de rijkste. Hier beseffen we dat het niet genoeg is om het internet te willen repareren: we moeten een nieuw internet bouwen dat voldoet aan onze stoutste dromen.’
> Je kunt de keynote van Zuckerman en alle andere lezingen en (rondetafel)sessies van de PublicSpaces-conferentie 2022 terugkijken op conference.publicspaces.net.
Ethan Zuckerman begon zijn carrière als ‘tech start-up guy’, onder meer met Tripod.com. Hier bedacht hij de pop-up ad, waar hij zich in 2014 met een artikel in The Atlantic publiekelijk voor verontschuldigde. Intussen was hij al een heel andere weg ingeslagen en tuigde hij onder meer non-profitorganisatie Geekcorps.org op, ontwikkelde hij de cute cat theory of digital activism (zie foto) en was hij medeoprichter van Globalvoices.org.
Momenteel is Zuckerman associate professor of Public Policy, Information and Communication aan de Universiteit van Massachusetts, en is hij bezig met het opstarten van een nieuw onderzoekscentrum: het Institute for Digital Public Infrastructure. Verder is hij blogger en auteur; vorig jaar verscheen zijn boek Mistrust: Why Losing Faith in Institutions Provides the Tools to Transform Them.
Anne van den Dool is tekstschrijver, auteur en cultureel journalist.
Deze bijdrage komt uit het digitale magazine IP #5/2022. Klik op de onderstaande button om het hele nummer te lezen.