Eredoctoraat voor erfgoedexpert Charlotte van Rappard-Boon

De Universiteit van Amsterdam (UvA) heeft op 8 januari een eredoctoraat verleend aan erfgoedexpert Charlotte van Rappard-Boon. Van Rappard-Boon kreeg de onderscheiding vanwege haar ‘eminente bijdrage aan de studie van Nederlands cultureel erfgoed, in het bijzonder van roofkunst en illegale kunsthandel’, aldus Pim den Boer, hoogleraar Europese Cultuurgeschiedenis UvA, bij de plechtigheid.

Charlotte van Rappard-Boon (1944) is oud-directeur van Bureau Herkomst Gezocht en voormalig hoofdinspecteur van de Inspectie voor Cultureel Erfgoed van het ministerie van OCW. Zij heeft, aldus de UvA, ‘een zeer belangrijke bijdrage geleverd aan de vormgeving van overkoepelend erfgoedbeleid en erfgoedinspectie in Nederland, en aan de implementatie van internationale erfgoedverdragen’. Van Rappard-Boon is ook van grote betekenis geweest voor de studie van cultureel erfgoed in Nederland en daarbuiten. Ze was een van de initiators bij de totstandkoming van de Wet Behoud Cultuurbezit en het Bureau Herkomst Gezocht. Daarmee stond zij aan de basis van de teruggave van naziroofkunst uit voormalig joods bezit, waaronder de Goudstikker-collectie.

‘In de museale wereld worden er, voor zover ik kan nagaan, niet erg vaak eredoctoraten uitgereikt. Grappig genoeg wel voor historici; daar zijn er nogal wat van,’ vertelt Van RappardBoon, zelf kunsthistoricus, aan IP.

Van Rappard-Boon begon haar loopbaan als conservator Japanse prenten bij het Rijksmuseum Amsterdam. In deze functie maakte ze naam als een van de grootste Nederlandse kenners van de Japanse prentkunst en het negentiende-eeuwse Europese Japonisme. Met haar catalogi voor tentoonstellingen vestigde Van Rappard-Boon een nieuwe standaard voor wetenschappelijke beschrijvingen. Bovendien stelde ze hiermee een internationale en wetenschappelijke maatstaf voor de Nederlandse Erfgoedinspectie.

‘Mijn belangstelling voor processen, kwaliteitszorg en standaardisering is ontstaan toen ik als hoofdinspecteur Cultuurbezit merkte hoe weinig daaraan in de museale wereld gedaan werd,’ aldus Van Rappard-Boon. ‘Nog steeds is dat in vergelijking met archieven of bibliotheken erg laag.’

Ze was nauw betrokken bij de vertaling van SPECTRUM, een Brits kwaliteitsinstrument voor het beheer en de documentatie van museumcollecties. ‘Er werd in de Nederlandse museale wereld veel te weinig aan dit soort kwaliteits- en documentatiesystemen gedaan en met SPECTRUM hebben we een landelijke standaard neergezet. Het is jammer dat het nog niet door alle Nederlandse musea gebruikt wordt, al raakt het steeds verder verspreid.’

Deze bijdrage komt uit IP nr. 1 / 2015. Het gehele nummer kun je hier lezen