Edwin Mijnsbergen schetste in InformatieProfessional 12/2012 een toekomstbeeld aan de hand van zijn eigen beslissing om ‘bibliotheken los te laten… om zo het bibliotheekwerk wat ik voor ogen heb uit te kunnen voeren’. In een persoonlijk betoog pleitte hij voor meer vrijheid voor informatieprofessionals om andere wegen te ontdekken en zo het informatievak een nieuwe invulling te geven. De redactie verzamelde een viertal lezersreacties.
Door: Edwin Mijnsbergen
Vanstappen: … zich steeds verder specialiseren
Informatiespecialist: wat is dat eigenlijk? In de vroege jaren negentig kon je bij dat woord nog denken aan iemand die met vernuftig geconstrueerde queries enigmatische databases kon bevragen. Niet veel later was die expertise al verwaterd tot het doorgronden van booleaanse operatoren: iets van middelbare-schoolniveau, maar het woord maakte nog indruk. Nu dus niet meer, want we hebben Google.
Pas laat heeft de bibliotheek- en archiefsector ingezien dat ze werd ingehaald door wat er buiten de muren van het gebouw aan de hand was. Zoals Edwin Mijnsbergen met het voorbeeld Middelburgdronk.nl aantoont, gebeurt inlichtingenwerk nu gewoon op het web, door bloggers, facebookers en zoekmachines.
De onafwendbare tendens is nu eenmaal dat de lijntjes tussen informatiemakers en -gebruikers steeds korter worden. Ooit was dat het werkterrein van de informatiespecialist, maar hij ondervindt daarbij steeds meer concurrentie van slimme computerjongens uit Californië. Al is die concurrentie soms handig, voor een bibliothecaris wordt het steeds lastiger hierin zijn plek te vinden. En wat geldt voor bibliotheken, staat ook archieven en musea te wachten. Wat wel ongeveer hetzelfde is gebleven is de rol van makelaar, die de toegang tot de informatie zo pijnloos en simpel mogelijk moet maken. Maar dat werk is een stuk complexer geworden. Een informatiespecialist moet de brug slaan tussen de ict’er (die vooral met zijn computerpark bezig is) en de bezoeker (die ergens ter wereld achter een scherm zit). Of tussen de uitgever (die aandeelhouders blij moet maken) en de wetenschapper (die vrije toegang tot informatie wil).
Om dat goed te kunnen doen, moet de informatiespecialist – ik blijf voor het gemak het woord gebruiken – zich steeds verder specialiseren. Eigenlijk wordt het dus gewoon ingewikkelder, maar daarmee ook veel leuker.
Henk Vanstappen is onderzoeksmedewerker bij PACKED – expertisecentrum digitaal erfgoed en heeft daarnaast een eigen onderzoeksbedrijf, IMMD.
Winters: … flexibele medewerkers én werkgevers
Edwin schetst in zijn artikel een hard en herkenbaar beeld. Ik wil graag reageren vanuit mijn kennis van openbare bibliotheken. Wij worstelen met de snelle veranderingen in de informatiewereld. We lopen achter. Omdat ons ‘verdienmodel’ nog op de uitleenfunctie zit, vinden we het moeilijk om dat los te laten. Nieuwe dienstverleningsmodellen ontwikkelen kost tijd. En die gunnen we onszelf te weinig.
In de informatiemaatschappij volstaat niet meer het aanbieden van materialen, je zult daadwerkelijk interactief die klant en burger moeten gaan zoeken en met hem in gesprek moeten gaan. Het is zoals Edwin zegt nog veel 1.0 wat wij doen. Zenden. Als ik kijk naar onze eigen Bibliotheek Kennemerwaard, zie ik dat wij willen experimenteren en leren. Het kost niet alleen tijd, ook moet je steeds focus houden op waar je naartoe wilt. Bovendien moet je andere vaardigheden scherper benoemen en monitoren. En medewerkers de kans geven zich te ontwikkelen, en als dat niet lukt, respectvol afscheid van elkaar nemen. De talenten moet je ruimte geven, samen laten ‘prutsen’ met specialisten van andere organisaties. Samenwerken op de inhoud om een breder publiek te bereiken met kwaliteit.
Ik heb er vertrouwen in dat we de slag kunnen maken. Maar het is een pad van zoeken naar wat de nieuwe dienstverlening moet zijn, en welke competenties nodig zijn. En dan moet je bereid zijn om te experimenteren. Zo delen wij nu al een aantal medewerkers met andere organisaties, omdat ze daarmee een interessantere baan krijgen en wij de winst hebben van de brede ervaring die ze opdoen. Wij laten onze medewerkers graag hun kennis delen elders, en we krijgen er ook weer ideeën voor terug. De toekomst vraagt om flexibele medewerkers én flexibele werkgevers!
Erna Winters is directeur/bestuurder van de Bibliotheek Kennemerwaard.
Mollema: … ‘stille helden-werk’ zichtbaar maken
Als ‘jonge hond’ (31) heb ik een vrije rol als docent aan de Haagse IDM-opleiding. Wij moeten vooruitkijken en inspelen op nieuwe ontwikkelingen. Al sinds de IDM-opleiding geen bibliotheekacademie meer is, wordt elke vijf jaar (en tussendoor) het curriculum bijgeschaafd. Neem de internetstandaard XML: geïntroduceerd in 1996, onderdeel van IDM-curriculum in 1997 en nu dé standaard voor gegevensbeheer.
Al maakt deze continue bijschaving IDM soms ongrijpbaar voor de buitenwereld, het heeft ons wel weerhouden van het ‘sitting duck’-syndroom: we wachten niet af tot het management ons ‘afschiet’ als verouderd, zoals je in sommige sectoren ziet. Neem de publieke omroepen, die vasthouden aan radio en televisie zonder het gebruik van nieuwe media. Of de cultuursector die de connectie met de (digitale) burger volledig kwijt lijkt te zijn geraakt.
Andere organisaties zagen zich wél gestimuleerd om de connectie met de burger te maken. Maar veel bibliotheken en archieven bleven denken vanuit hun collectie, zonder écht in gesprek te gaan met stads/ dorpsbewoner of de werknemer op de werkvloer. Er was nauwelijks sprake van user centered design, terwijl je je – zoals Edwin het noemt – moet ‘onderdompelen in de wereld van de gebruiker’. Dat wil zeggen: als informatiespecialist moet je overzicht hebben van de technische mogelijkheden en vanuit een goede analyse van de eindgebruiker, multidisciplinair díe toepassingen ontwikkelen die de grote hoeveelheid informatie inzichtelijk maken. En daarbij niet de collectie zelf, maar het gebruik ervan centraal stellen. Dan maken we de gebruiker écht blij in de overvloed aan informatie. Door interactie met de gebruiker kunnen we niet alleen ons werk beter zichtbaar maken, maar ook de relevantie van het vaak ‘stille helden-werk’ van de informatiespecialist laten zien.
Klaas Jan Mollema is docent aan de Haagse IDM-opleiding en lid van de Taskforce ArbeidsComunicatie InformatieSpecialisten.
Leefsma: … weten waar je hart ligt
In plaats van dikke rapporten te schrijven in een knellend bestaan onder kleingeestige directies is Mijnsbergen uit liefde voor zijn vak midden tussen de klanten gesprongen. Via de sociale media vindt en deelt hij informatie zoals zo velen dit doen. Maar dan professioneel, daar is hij tenslotte voor opgeleid. Bibliotheken volgden zijn weg, maar het is nog niet genoeg. Mijnsbergen bepleit in zijn artikel bij de directies meer vrijheid voor de bibliotheekmedewerker. Maar wat kun je met vrijheid als je niet weet wat je wilt? Pas toen ik echt wist wat ik wilde, kon ik de keuze maken om uit liefde voor het vak de bibliotheken los te laten. Voor die tijd worstelde ik ook met dikke rapporten ter verantwoording van publieke middelen. Ik botste ook met de moeizame acceptatie van sociale media die als ongeleide projectielen morrelden aan het imago van de bibliotheek als een betrouwbare informatiebron.
Bovendien verloor de bibliotheek aan betekenis. Google bleek als informatiebron veel toegankelijker. Maar gelukkig vonden informatieprofessionals gaandeweg zichzelf opnieuw uit. Al of niet bijgeschoold en al of niet uit vrije wil.
Liefde voor het vak is een fantastische beweegreden en 1000x beter dan angst. Mijnsbergen vraagt terecht aan de directies ‘tijd en bewegingsvrijheid’. Ik ga een stap verder en stel voor dat we in 2013 niet alleen onze directies aanspreken, maar ook bij onszelf te rade gaan. Bibliotheekwerk kent zoveel facetten. Niet iedereen hoeft wild te experimenteren en te bloggen. Met een toenemend belang van lokale bronnen wint ook decentraal catalogiseren weer aan terrein. Alle bibliotheekvaardigheden doen ertoe. Je moet alleen wel weten waar je hart ligt.
Saskia Leefsma begeleidt vanuit haar bedrijf Artdata particulieren en organisaties bij gegevensbeheer van de kunstcollectie.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 1 / 2013. Het gehele nummer kun je hier lezen