Datavisualisatie: Michael Pecirno: ‘Landkaarten hebben een politieke invalshoek’

De Britse multidisciplinaire ontwerper Michael Pecirno heeft met zijn project Minimal Maps de verscheidenheid aan elementen van het Amerikaanse landschap in kaart gebracht. Pecirno, van oorsprong geschoold in de architectuur, richt zich in zijn werk op storytelling via visualisaties. Minimal Maps is daar een voorbeeld van.

Door: Niall MacKellar

Wat houdt het project Minimal Maps in?

‘Minimal Maps is een doorlopend project dat onderzoekt hoezeer gedetailleerde landkaarten met één enkele specifieke invalshoek ons nieuwe beelden kunnen geven om ons landschap te begrijpen. De data zijn kloppend voor het jaar 2014 en bekijken het Amerikaanse landschap (de 48 onderste staten) als één geheel.’

‘Het project is een voortzetting van het werk dat ik in 2012 begon in een Chicago Expander Workshop van Archeworks, toen ik aan dat designinstituut verbonden was als onderzoeker. Iedere kaart geeft een enkel aspect van het landschap weer en toont het land op een nieuwe manier, zonder de beperking van grenzen, steden, wegen en andere onderdelen die op een traditionele politieke kaart te zien zijn.’

Kun je iets meer vertellen over de data die je hebt gebruikt?

‘De kaarten voor dit project zijn opgebouwd uit data van het Amerikaanse ministerie van landbouw (USDA) die gratis beschikbaar zijn. Het programma CropScape dat hiervoor wordt gebruikt, slaat gedurende enkele jaren informatie over het Amerikaanse landschap op. Met deze data en visualisatietechnieken heb ik de belangrijkste soorten van het Amerikaanse landschap ieder een eigen kaart gegeven. Denk bijvoorbeeld aan elementen als gras, mais, water, loofbossen, struikgewassen en woongebieden.’

Wat heeft je ertoe bewogen om een visualisatie over dit onderwerp te maken?

‘Door Google Maps is de manier waarop we via kaarten de wereld begrijpen drastisch veranderd. Het is nu extreem simpel om gedetailleerde beelden van een bepaalde locatie te bekijken, via satellietfotografie en via 10 miljoen kilometer aan foto’s op straatniveau. Ook al heeft dit project onze manier waarop we plaatsen in de wereld zoeken en ontdekken veranderd, toch blijft de wijze waarop we een landschap bekijken in feite onveranderd. Hoewel de kaarten ons in staat stellen het landschap van een heel land te bekijken, hebben ze vaak nog altijd een politieke of fysieke invalshoek. Ze geven verschillende soorten informatie weer als een grote brij.’

‘Door bepaalde elementen eruit te lichten zorg je ervoor dat je als kijker tot meer en betere inzichten komt over een bepaald land. Zo is goed te zien dat de Verenigde Staten ontzettend veel maisvelden heeft. Het neemt zo’n 91 miljoen hectare van het totale grondgebied in beslag. Dat is zo’n 4,83 procent van het totale landschap.’

Hoe verhoudt dit project zich tot je andere werk?

‘Deze manier van kaarten maken, gebaseerd op data, pas ik ook vaak toe in mijn andere werk. Begin dit jaar was ik als kunstenaar verbonden aan de Architecture Biennale van Chicago. Ik gebruikte deze techniek om het huidige landschap van Chicago te verbeelden. Het leverde een grote installatie op, waarbij elke kaart (1 bij 1 meter) direct op perspex werd geprint en een plaats kreeg in de installatie.’

‘Verder ben ik bezig met een serie kaarten van de Britse Eilanden. In een tijd waar grenzen continu ter discussie staan is het naar mijn mening belangrijk dat we een stap terugdoen en ons realiseren dat de begrenzingen die we tussen plaatsen aanbrengen, alleen maar een scheiding opleveren tussen een anders homogeen landschap.’

MacKellar volgt de master Information Design aan de Design Academy Eindhoven.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 7 / 2016. Het gehele nummer kun je hier lezen.