Curator Swets Groep publiceert eerste openbare verslag faillissement

Het eerste openbare verslag over de negen failliete Swets vennootschappen is gepubliceerd. Reden voor het faillissement is volgens de curator  J.L.M. Groenewegen het niet rendabel krijgen van de bedrijfsexploitatie, die onder druk stond doordat uitgevers steeds minder bereid waren te betalen. Daarnaast kon er geen geschikte overname kandidaat voor de groep worden gevonden. Dit schreef Boekblad afgelopen vrijdag.

Het 33 pagina’s tellende verslag van curator Groenewegen geeft volgens de auteur op vereenvoudigde wijze de huidige stand van zaken weer volgens de in Nederland geldende richtlijnen voor faillissementsverslaglegging. Later zullen er meer verslagen worden gepubliceerd op http://www.cms-dsb.com/swets.

Het verslag stelt onder meer dat de Swets Groep werd gefinancierd door een syndicaat van banken, met Rabobank, ING Bank N.V. en Royal Bank of Scotland N.V. als belangrijkste banken (het “Syndicaat”) en had voorts de beschikking over een mezzanine (achtergestelde) lening van Intermediate Capital Group PLC (“ICG”). Bij overeenkomst van 12 oktober 2007 (de zogeheten “Senior Facilities Agreement”) heeft het Syndicaat aan de Swets Groep meerdere kredietfaciliteiten ter beschikking gesteld van in totaal EUR 230 miljoen. Een gedeelte van de kredietfaciliteit, te weten een bedrag van EUR 26,8 miljoen, diende uiterlijk op 15 oktober 2014 te zijn terugbetaald.

Blijkens het jaarverslag van Swets & Zeitlinger Group over 2013 (waarin de geconsolideerde gegevens van de Swets Groep zijn opgenomen) was 2013 een financieel zwaar jaar voor de Swets Groep. Over 2013 is door de Swets Groep een verlies geleden van ruim EUR 51,1 miljoen, waarbij in 2012 sprake was van een verlies van circa EUR 9,25 miljoen. Gezien de verslechterde financiële situatie had de Swets Groep – volgens mededelingen van de directie – al enige tijd moeite aan haar verplichtingen onder de Senior Facilities Agreement te voldoen. Deze financiële situatie zou met name zijn ontstaan vanwege het feit dat de financiële afspraken gemaakt met de uitgevers niet overeenkomen (o.a. qua timing) met de afspraken gemaakt met de klanten. Herstel van deze financiële situatie zou mogelijk zijn door een wijziging van deze afspraken. Een dergelijke wijziging was echter medio september 2014 nog niet geëffectueerd.