Door: Frank Huysmans
Niet dat het heel vervelend is hoor, weinig studenten hebben. De hoeveelheid nakijkwerk is goed te overzien. Het leveren van maatwerk – later inleveren van papers bij ziekte, plotseling overleden oma’s en beëindigde relaties – is goed te doen. En binnen drie weken heb je alle namen en gezichten paraat. Niemand die erop kan hopen over het hoofd te worden gezien. Met de inzet tijdens de colleges zit het dus wel goed. Toch zou je willen dat de bibliotheek- en informatiewetenschap wat succesvoller was. Althans in Nederland. In de Angelsaksische wereld heeft iedere zichzelf respecterende universiteit een afdeling Library & Information Science (LIS). Alleen al in Taiwan (23 miljoen inwoners) zijn er elf universiteiten waar je LIS kunt studeren en vier aan LIS gewijde wetenschappelijke tijdschriften. Denemarken heeft zelfs een koninklijke bibliotheekschool.
Niettemin zou de Library & Information Science op één vlak minder succesvol moeten zijn. Ik heb het over de bibliometrie, letterlijk ‘boekmeetkunde’. Prachtig vak hoor, daar niet van. Met harde data en dito analysemethoden een van de hardste en exactste loten aan de niet-natuurwetenschappelijke stam. Interessant te meten wat de impact is van een auteur, team of een hele universiteit. Ook leuk om te zien welke auteurs elkaar citeren (‘citatienetwerken’) en hoe belangrijk een tijdschrift is voor een specialisme.
Maar als instrument in handen van universitaire beleidsmakers gaat het fout. Zij hebben een middel in handen om los van de inhoud en maatschappelijke impact van wetenschap ranglijsten te maken van ‘wetenschappelijke kwaliteit’, met inmiddels welbekende kwalijke gevolgen. Zo is er een sterke focus op tijdschriften ten koste van (vaak ook door vakgenoten beoordeelde) boeken. Er is een nadruk op het Angelsaksisch taalgebied met bijbehorende voor- en nadelen voor native writers en auteurs uit andere taalgemeenschappen. Dan is er het strategisch gedrag van wetenschappers. Zij moeten zoveel mogelijk in high ranked tijdschriften publiceren, wat ten koste gaat van de ontwikkeling van open access-tijdschriften op het web die geen goede kopij ontvangen. Ook komt het veel voor dat een hele vakgroep als auteursteam wordt opgevoerd, ook al was de bijdrage van de meesten miniem. Fraude van het kaliber Stapel leidt, mits onontdekt, tot flink hogere salarissen en prestigieuzere leerstoelen. En aan het schrijven van een inleidend studieboek in het Nederlands begint slechts nog een emeritus of een hobbyist.
De denkfout is dat een tamelijk imperfecte meting van de werkelijkheid – ‘wetenschappelijke kwaliteit’ – als de eigenlijke werkelijkheid beschouwd is gaan worden. De sociologen Berger en Luckmann analyseerden dit vaker voorkomende sociale verschijnsel en doopten het reïficatie, in navolging van Marx’ falsches Bewusstsein. Het is aan de bibliometrie om hier, in het belang van wetenschap en vooral haar maatschappelijke bijdrage, voor een stukje Aufklärungsarbeit te gaan zorgen.
Frank Huysmans is bijzonder hoogleraar bibliotheekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en zelfstandig onderzoeker en adviseur bij WareKennis.nl.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 3 / 2012. Het gehele nummer kun je hier lezen