Door: Frank Huysmans
‘Ons beleid is om alleen nog hoogopgeleide medewerkers op de bibliotheekvloer te hebben. Professionele krachten die mensen op alle niveaus van dienst kunnen zijn. Van informatiedienstverleners op mbo-niveau kun je niet verwachten dat ze universitair geschoolden kunnen helpen. Omgekeerd kan dat wel. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat onze cao niet zodanig is dat je mensen op hbo-niveau veel te bieden hebt.’
Het jaar is 2005 en aan het woord is Jan-Ewout van der Putten, de niet alleen qua postuur indrukwekkende directeur van de Vereniging van Openbare Bibliotheken. Twaalf jaar later weten we dat de VOB de lat te hoog legde. De VOB-ambitie klonk gemeenten goed in de oren, maar ze hielden ook de hand op de knip. Meer hoogopgeleide medewerkers in de bibliotheek betekende ook dat de subsidies omhoog zouden moeten. En toen kwam daar de kredietcrisis nog overheen. Tussen 2010 en 2015 kromp het aantal personeelsleden in de Nederlandse openbare bibliotheken met 24 procent, of in arbeidsjaren uitgedrukt met 20 procent.
In hetzelfde tijdvak groeide het aantal vrijwilligers sterk. Op elke betaalde kracht beschikt de bieb nu over anderhalve vrijwilliger. De conclusie ligt voor de hand: ze nemen het werk van betaalde krachten over. Dat is te sterk geformuleerd. Denk bijvoorbeeld aan de taaltafels en -cafés waar laaggeletterden en nieuwkomers terecht kunnen. Hun aantal groeide met als gevolg dat ook het aantal vrijwilligers – ‘taalmaatjes’ – stijgt. En zo zijn er andere diensten en programma’s die met recht en reden op vrijwillige krachten drijven, zoals ‘Boek aan Huis’.
Maar om trots te verkondigen dat het vrijwilligerslegioen bewijst dat ‘bibliotheken succesvol invulling geven aan vermaatschappelijking’, zoals een directeur mij meldde, gaat ook weer te ver. Onderzoek van de Stichting Bibliotheekwerk in 2014 liet zien dat ruim een kwart van de 124 ondervraagde bibliotheken toegaf vrijwilligers werk te laten uitvoeren dat eerder door betaalde medewerkers werd gedaan. De bibliotheek in Utrecht is hiervoor onlangs voor de tweede keer door de rechter op de vingers getikt. In Venlo werft de bieb onomwonden vrijwilligers die ‘een uitgebreide training tot medewerker informatie en advies’ wel zien zitten.
Het is even begrijpelijk als schadelijk. Begrijpelijk en zelfs te billijken is het dat directies de tent zoveel mogelijk open proberen te houden bij krimpende budgetten. Maar het geeft ook een signaal af naar de gemeente, de gemeenschap en jonge mensen die een baan in de bibliotheeksector ambiëren. Het signaal dat veel van het werk geen specifieke deskundigheid vereist en niet beloond hoeft te worden.
Het is zaak hier snel een stevige discussie over te voeren. Thans is er geen beleid en geen ambitie te bespeuren over de wenselijke mate van professionaliteit, zoals in 2005. De lat kan, nee: moet, een stuk hoger. In het belang van sector, opleidingen en maatschappij.
Frank Huysmans is redacteur van IP, bijzonder hoogleraar bibliotheekwetenschap aan de UvA en zelfstandig onderzoeker en adviseur.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 6 / 2017. Het gehele nummer kun je hier lezen.