Door: Eric Sieverts
Volgens James Gleick, auteur van The Information; a history, a theory, a flood, was 1948 het jaar waarin het informatietijdperk begon. Dat jaar werd de transistor uitgevonden, formuleerde Shannon zijn informatietheorie en introduceerde die ook het woord ‘bit’. Daarmee was de basis gelegd voor dat informatietijdperk. Zelf behoor ik nog net tot de laatste generatie die daarvoor geboren is – een soort stenentijdperkmens dus. Toch ben ik altijd druk met informatie bezig geweest. Veertig jaar geleden nog gewoon op papier, toen ik stapels afleveringen van gedrukte Physics Abstracts doorploegde, op zoek naar achtergrondliteratuur voor mijn promotieonderzoek naar roosterfouten in silicium.
Veertig jaar later houd ik me vooral nog bezig met informatie om de informatie. Er lijkt nu ook veel meer van te zijn. Iedereen klaagt over information overload. Maar is dat echt alleen een probleem van nu? In een blogpost begin januari werd die vraag beantwoord met de uitroep ‘There Has Always Been Too Much To Know!’. Daarbij werd gerefereerd aan de hier al eens door mij genoemde ‘slow internet movement’ (wat niet slaat op de snelheid van uw dataverbinding). In die blogpost werd ook Gleicks boek aangehaald: de filosoof en wiskundige Gottfried Leibniz sprak in 1680 al van een ‘horrible mass of books which keeps on growing’ en de dichter Alexander Pope in 1728 van een ‘deluge of authors’.
Dat de jaarlijkse productie aan wetenschappelijke publicaties in driehonderd jaar bijna een miljoen keer zo groot is geworden, lijkt niettemin bewijs van ongehoorde overvloed. Een verdubbeling elke veertien jaar heeft dat veroorzaakt. Dat betekent dat er dit jaar toch maar zeven keer zoveel bijkomt als veertig jaar geleden. Niet echt om van te schrikken, al is het meer dan mijn salaris in die tijd gegroeid is. Maar hoe zit het dan met de datatsunami waarover we steeds lezen? Dat we elk jaar al twee keer zoveel bytes produceren als het jaar daarvoor. Dat zijn maar bytes en geen informatie (al weet ik niet of Shannon het met die redenering eens zou zijn geweest).
In die veertig jaar is wel veranderd dat, dankzij Google en Webscale Discovery Tools, alles nu binnen enkele milliseconden vindbaar is, zonder tussenkomst van slimme informatiespecialisten. Maar werken we daardoor ook efficiënter? Besteden we minder tijd aan vergaren en selecteren van informatie? Aan vergaren waarschijnlijk wel. Of worden we ook hebberiger en willen we net als vrouwtje Piggelmee steeds meer? Dan moeten we weer strenger wieden en selecteren. Maar of we ons werk sneller en vooral beter zijn gaan doen dan veertig jaar geleden, weet ik niet. Ik moet dan altijd denken aan de vorig jaar overleden psycholoog Wagenaar die ons voorhield dat we vanzelf roekelozer gaan rijden als verplichte veiligheidsgordels ons een gevoel van extra veiligheid geven. Met ons informatiegebruik gebeurt vast net zoiets.
Eric Sieverts is redacteur van InformatieProfessional en freelance docent en adviseur.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 1&2 / 2012. Het gehele nummer kun je hier lezen