Column: Infobesitas in de 19de eeuw

Door: Eric Sieverts

Wij denken altijd dat wij het nu zo moeilijk hebben met onze informatieovervloed. Maar ik kwam er onlangs achter dat men dat honderdtwintig jaar geleden ook al zo voelde. In mijn voorjaarsvakantie had ik me verdiept in een studie van Auke van der Woud over het ontstaan van het moderne Nederland (Een Nieuwe Wereld). Dat boek gaat vooral over de grote technische en maatschappelijke veranderingen in de tweede helft van de negentiende eeuw. Daarin schrijft hij onder meer (en ik citeer nu):

‘De aandacht die voor het geduldig oefenen en ontwikkelen van het denken en aanvoelen nodig was, werd afgeleid door een steeds sterkere stroom van actuele nieuwsfeiten die men niet mocht missen, op straffe van het achterop lopen, van het niet bijblijven.’

Het lijkt wel of ik Nicholas Carr hoor, die in diens boek The Shallows soortgelijke klachten ventileert over onze huidige digitale maatschappij. Van der Woud haalt ook de Duitse medicus en zionist Max Nordau aan. In diens boek Entartung uit 1892 – dat vooral over heel andere dingen ging, zoals de omineuze titel al suggereert – schreef hij dat door de enorme toename van communicatie en mobiliteit, de wereld van een gemiddelde dorpsbewoner al veel groter was dan die van een eerste minister een eeuw eerder.

‘Die dorpsbewoner praat mee over de hongersnood in Rusland, een opstand in Chili, het Panama-schandaal en een wereldtentoonstelling in Amerika. De correspondentie van een keukenmeid is tegenwoordig groter dan die van een professor een eeuw geleden.’

En dan denken wij dat dat allemaal pas door internet is gekomen. Of zou Nordau toch een iets te optimistisch beeld gehad hebben van die dorpsbewoners en keukenmeiden uit 1892? Net zo goed als wij van die uit 2013. Of bestaan er intussen helemaal geen dorpsbewoners en keukenmeiden meer?

Die groei van de communicatie waar Van der Woud en Nordau het over hebben, was vooral veroorzaakt door de opkomst van het telegraafverkeer. Daarvoor lagen in 1895 al veertien transatlantische kabels op de bodem van de oceaan tussen Europa en Amerika. De voorlopers van de veelvoud aan veel snellere kabels die nu alle continenten verbinden.

En dan te bedenken dat net dit jaar het telegraafverkeer officieel wereldwijd is beëindigd.

Nog een aardig punt: Van der Woud bespreekt ook negentiende-eeuwse klachten, dat men voortdurend van het echte werk werd afgeleid, omdat wel vijf of zes keer per dag een postbesteller brieven kwam bezorgen, telkens als weer een volgende trein met post op het station was aangekomen. Zulke klachten klinken ook weer heel vertrouwd. Maar ook wel navrant dat onze postbestelling dezer dagen juist tot vier keer per week dreigt te worden ingeperkt. Over een eeuw dus nog maar vier keer per week bezorging van onze email – of zelfs helemaal afgeschaft, net als de telegraaf? Maar ook dan zal de infobesitas nog niet over zijn, durf ik wedden.

Eric Sieverts is redacteur van InformatieProfessional en freelance docent en adviseur.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 3 / 2014. Het gehele nummer kun je hier lezen