Censuur en internet: Google dreigt controle te verliezen in de Verenigde Staten

Het zoekbedrijf richt zijn pijlen op Apple, Facebook en de Chinese censuur. Maar in eigen land kan Google zomaar onderhorig worden aan de overheid.

Door: Marie-José Klaver

Vlak voor de beursgang van Facebook lanceerde Google een aanval op het netwerkbedrijf. Sergei Brin, een van de oprichters van Google, waarschuwde de wereld voor het gesloten systeem van Facebook. De ‘walled garden’ van de netwerksite zou de vrijheid van het web aantasten, zei Brin in een exclusief interview met het Britse dagblad The Guardian. Brin zegt bezorgder dan ooit te zijn over de bedreigingen die het open karakter van het internet in gevaar brengen. Ook Apple kreeg ervan langs omdat ook dat bedrijf volgens Google te weinig aan openheid doet.

Apps

Apples strategie is op apps (kleine programma’s voor zowel iPhone als iPad) gebaseerd. Informatie in apps is over het algemeen niet doorzoekbaar, nauwelijks te delen door internetgebruikers onderling en niet te indexeren door zoekmachines als Google en Bing. Dat stoort Brin, die het liefste zou zien dat Google alle informatie in de wereld toegankelijk maakt.

Facebook en Apple, directe concurrenten van Google, zijn volgens Brin niet de enige boosdoeners. Ook overheden die hun burgers bespioneren en controleren op internet en initiatieven ter bestrijding van de piraterij, zijn volgens Brin slecht voor het vrije open net.

Volgens ingewijden is het Brin geweest die ervoor gezorgd heeft dat Google zich gedeeltelijk heeft teruggetrokken uit China. Hij kon niet leven met de strenge censuureisen van de Chinese overheid.

Omstreden zoekresultaten

Maar is de kritiek van Brin op andere bedrijven terecht? Wat doet Google zelf om het internet vrij en open te houden? Ter gelegenheid van de herdenking van de protesten op het Plein van de Hemelse Vrede 23 jaar geleden besteedde Google aandacht aan de overheidscensuur waarmee Chinese internetgebruikers te maken krijgen als ze de verkeerde zoektermen intikken.

Schijnbaar onschuldige termen als ‘rivier’ intikken bij Google China kan ertoe leiden dat de verbinding wordt verbroken. Rivier is een omstreden zoekterm omdat het de achternaam is van oud-president Jiang Zemin (jiang betekent ‘rivier’). De Chinese overheid wil niet dat Chinezen zich informeren over de speculaties over diens opvolging en zijn gezondheid.

Na het intikken van een omstreden zoekterm verliezen gebruikers soms minutenlang de toegang tot Google. Dat levert irritatie op en leidt tot meer gebruik van de Chinese zoekmachine Baidu. Het verschil tussen Google en Baidu is dat de eerstgenoemde zoekmachine veel minder zoekresultaten weglaat. Dat is ook precies het bezwaar van de Chinese overheid tegen Google. Baidu heeft in samenwerking met het regime de zoekindex opgeschoond, zodat een zoekopdracht als ‘rivier’ niet tot het bezoeken van ongewenste sites leidt. Dat maakt dat het gebruik van Baidu geen storingen oplevert. Baidu is dan ook de grootste zoekmachine in China.

Om een betere gebruikerservaring te bewerkstelligen, waarschuwt Google Chinese internetgebruikers nu als ze een zoekterm intypen die tot het verbreken van de verbinding leidt. Ongestoord internetten met Google zal leiden tot meer bezoekers, is de gedachte van het Amerikaanse bedrijf.

Googles aandacht voor de Chinese censuur is dus ook ingegeven door eigenbelang. Hoe meer bezoekers, des te meer advertentie-inkomsten voor Google. Het waarschuwen voor ‘gevaarlijke’ woorden werkt ook verhullend. Gebruikers die een alternatieve zoekterm gebruiken na een waarschuwing van Google dat het door hen gekozen woord mogelijk tot een technisch oponthoud kan zorgen, ervaren de censuur niet meer. Maar dat betekent niet dat de censuur weg is. Google werkt er in zekere zin zelfs aan mee om de censuur te laten voortbestaan door gebruikers om te leiden.

CISPA

Google vreest ook dat antipiraterijverdragen en -wetten zoals ACTA (Anti-Counterfeiting Trade Agreement), SOPA (Stop Online Piracy Act) en PIPA (Protect IP Act) de vrijheid van het web bedreigen. Deze wetgeving stelt naast individuele internetgebruikers ook zoekmachines en sites als Blogger en YouTube (beide eigendom van Google) waarop content te vinden is, verantwoordelijk voor schendingen van het auteursrecht. Google heeft zich zij aan zij met verschillende burgerrechtenorganisaties en consumentenbonden verzet tegen ACTA, SOPA en PIPA. Het resultaat van de vele protesten wereldwijd is dat ze waarschijnlijk geen van alle worden aangenomen.

Vreemd genoeg is Google wel voor CISPA. CISPA staat voor Cyber Intelligence Sharing and Protection Act. Het is een Amerikaanse wet die het voor bedrijven gemakkelijk maakt om informatie over gebruikers te delen met de Amerikaanse overheid in het geval van een cyberbedreiging. CISPA is zo breed geformuleerd dat zowel het kopiëren van een song als het plannen van een aanval op het Pentagon-netwerk als een cyberbedreiging kan worden beschouwd.

Volgens verschillende burgerrechtenorganisaties is CISPA nog gevaarlijker dan ACTA, SOPA en PIPA. Voor Google is er echter wel een verschil. In het geval van ACTA, SOPA en PIPA zou het bedrijf slachtoffer worden van deze wetten. Als een gebruiker wederrechtelijk een video naar YouTube uploadt, zou Google ook tot een schadevergoeding veroordeeld kunnen worden. CISPA schaadt de privacy van gebruikers. Als er volgens de Amerikaanse overheid sprake is van een cyberaanval, moeten internetbedrijven gegevens over hun gebruikers vrijgeven. Dat is schadelijk voor de privacy van de gebruiker, maar niet voor het bedrijf dat over de gegevens beschikt. Dat moet immers doen wat de overheid zegt. Als CISPA in werking treedt – de wet is al door het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden aangenomen – krijgt Google in de Verenigde Staten misschien wel een veel onderhoriger positie dan in China.

Marie-José Klaver is nieuwsredacteur van InformatieProfessional.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 7&8 / 2012. Het gehele nummer kun je hier lezen