De Koninklijke Bibliotheek verzorgt op het KNVI Jaarcongres vier sessies over open data. In een ervan gaat Annemarie Beunen, senior auteursrechtjurist bij de KB, in op de juridische aspecten van open data. In een voorbeschouwing vertelt Beunen alvast meer over dit onderwerp.
Door: Raymond Snijders
Wat is open data precies?
‘De term “data” binnen het begrip open data vatten mijn KB-collega’s en ik voor onze sessie ruim op. Daaronder verstaan we niet alleen feitelijke gegevens, maar bijvoorbeeld ook de full-text van boeken, kranten en tijdschriften en afbeeldingen. Tim Berners-Lee heeft het begrip “open” in open data verduidelijkt met een vijfsterrensysteem: volgens de eerste ster moet de informatie niet alleen online vrij toegankelijk maar ook vrij te hergebruiken zijn en daartoe moet de informatie zijn uitgerust met een zogenaamde “open licentie”. Wil je informatie als open data kwalificeren, dan moet er dus een open licentie aan hangen. Een licentie is in feite een set gebruiksvoorwaarden die aan elke gebruiker duidelijk maakt wat hij/zij met de informatie mag doen. En een open licentie is een licentie die elk soort hergebruik toestaat, dus bijvoorbeeld ook voor commerciële doelen. Kort gezegd is open data dus informatie die iedereen gratis voor elk doel mag hergebruiken, zoals vermeld in de open licentie die eraan verbonden moet zijn.’
Levert het auteursrecht bezwaren op bij open data?
‘Ja, dat is inderdaad het geval. In mijn sessie zal ik daarom eerst de grondbeginselen van het auteursrecht bespreken, zoals: wanneer rust er auteursrecht op een werk? Daarna zoom ik in op de relatie met open data. Zoals gezegd vergt open data een open licentie. En dat heeft alles met het auteursrecht te maken, want alleen de rechthebbende zelf kan zo’n open licentie aan zijn/haar werk verbinden.’
‘Een veelvoorkomend misverstand is dat een bibliotheek, archief of museum denkt dat zij dit zelf kan doen. Men denkt: dit materiaal behoort tot onze eigen collectie, dus we mogen er alles mee doen, ook digitaliseren en online zetten. Maar fysiek eigendom geeft nog geen intellectueel eigendom/auteursrecht. Dat berust meestal nog steeds bij de maker van het werk zelf. En het auteursrecht beschermt de maker tegen hergebruik van zijn/haar werk – zoals reproduceren (inclusief digitaal kopiëren) en/of openbaar maken (zoals online verder verspreiden) – zonder diens voorafgaande toestemming. Anders gezegd: alleen de rechthebbende kan beslissen of hij anderen bij voorbaat méér wil toestaan, bijvoorbeeld door zijn werk middels een open licentie online aan te bieden als open data of door een bibliotheek toestemming te geven om dat te doen. Interessant genoeg hebben bibliotheken soms zélf de mogelijkheid om datasets online te zetten voor vrij hergebruik, namelijk als er geen rechten van derden meer op rusten (publiek domein) of als de bibliotheek als enige zelf de rechten op de datasets bezit. In onze track geven we daar ook een aantal voorbeelden van.’
Hoe weet je wat je allemaal wel (en niet) mag met de datasets?
‘Voor informatie die zonder gebruiksvoorwaarden online staat, geldt het standaard auteursrecht: in principe mag men het niet zonder voorafgaande toestemming van de rechthebbende hergebruiken. Staat er wel een licentie bij, dan vertelt die de gebruiker welk hergebruik hij/zij mag maken. Zo somt het dataportaal van de Rijksoverheid diverse soorten licenties op, die overigens niet allemaal als open licenties te kwalificeren zijn omdat ze elk soort hergebruik niet altijd toestaan. Creative Commons-licenties zijn internationaal het meest bekend; in mijn sessie zal ik daarop nader ingaan.’
Waarom zou elke informatiespecialist nog meer over dit onderwerp moeten weten?
‘Informatie heeft geen waarde als men er niets mee zou mogen doen. Wanneer het online vrij toegankelijk is, is dat al mooi maar nog mooier is het als de informatie ook door iedereen te hergebruiken is. En juist dit hergebruik kan de rechthebbende reguleren met (al dan niet open) licenties. Open data is daarvan een belangrijk voorbeeld omdat het iedereen kansen biedt om er nieuwe toepassingen mee te ontwikkelen; ook informatiespecialisten kunnen daar hun voordeel mee doen.’
Raymond Snijders is senior informatiebemiddelaar bij Hogeschool Windesheim.
Deze bijdrage komt uit de KNVI jaarcongresspecial (bijlage bij IP nr. 7 / 2017). Het gehele nummer kun je hier lezen.