Amerikaans activisme onder Trump: Bad-Ass Librarians en Guerilla Archivists

In de eerste honderd dagen van Donald Trumps presidentschap vonden niet alleen in Amerikaanse steden maar ook wereldwijd massale protesten plaats tegen zijn uitlatingen en voorgenomen beleid. Denk bijvoorbeeld aan de Women’s March op 21 januari, de March for Science op 22 april, de People’s Climate March op 29 april (dag 100) en op 3 juni de March for Truth. Het activisme in Amerika herleeft onder Trump, ook bij bibliothecarissen en andere informatieprofessionals. #LibrariesResist!

Door: Marjo Bakker

Amerika telt zo’n 120.000 openbare, wetenschappelijke, speciale en schoolbibliotheken. Een groot deel van de bibliothecarissen aldaar komt in verzet tegen Trump. Een aantal van zijn maatregelen druist namelijk in tegen het wezenlijke van bibliotheken: toegang bieden tot alle informatie voor iedereen.

Matt Haugen, catalogiseerder bijzondere collecties bij Columbia University Libraries, is een spil in dit verzet. Eind januari 2017 zette hij op Twitter en Facebook LibrariesResist-accounts op met gelijknamige hashtags, evenals als een website waarop de verzetsliteratuur en actieplannen verzameld worden. Ook beroepsverenigingen als de American Library Association (ALA) en gelegenheidsformaties als de Concerned Archivist Alliance bieden statements en gereedschap. Hoe is het zover gekomen?

Nepnieuws

Bibliothecair activisme begon direct na de verkiezingen in november 2016 toen bleek dat nepnieuws en alternative facts een rol hadden gespeeld tijdens de campagne en bij de verkiezingen. Bibliotheken wierpen zich op als hoeder van digitale geletterdheid en als baken in de strijd tegen desinformatie.

Schoolbibliotheken waren de eerste die zich als zodanig presenteerden met de promotie van goede bronnen en bijeenkomsten over kritisch denken. Andere bibliotheken volgden snel. Samen met bijvoorbeeld andere musea en archieven deden ze mee aan de #DayoffFacts, op 17 februari.

Op bibliotheekwebsites verschenen handleidingen over hoe nepnieuws te herkennen (‘How to Fact-Check like a Pro’) en bibliotheken begon extra cursussen informatievaardigheden aan te bieden. Bij universiteitsbibliotheken gebeurde dat laatste ook in samenwerking met journalistieke opleidingen en raken bibliothecarissen zo betrokken bij de curriculumontwikkeling.

Hoewel bibliothecarissen benadrukken dat deze educatieve functie is wat de bibliotheek altijd al aanbiedt, lijken de informatievaardigheden van de bibliothecaris in deze tijd belangrijker dan ooit. De American Library Association (ALA) heeft het onderwerp opgenomen in haar Libraries Reform-campagne en adverteert met de slogan ‘Because fake news has real consequences’.

Data redden

De eerste berichten over overheidsinstellingen, zoals de Environmental Protection Agency (EPA), die voortaan maar beperkt onderzoeksinformatie online mochten zetten, voedde de naar later bleek, terechte angst dat informatie uit het publieke domein zou verdwijnen. Onderzoekers en informatieprofessionals van de Universiteit van Pennsylvania startten in december 2016 daarom het Data Refuge-project. Hierbij worden kopieën van onder andere bedreigde klimaatinformatie van overheidswebsites op veiliger plaatsen opgeslagen. Denk bijvoorbeeld aan het Internet Archive, datarefuge.org en grote wetenschappelijke bibliotheken. In het hele land stellen zogenaamde ‘guerilla archivists’ tijdens Data Rescue Events de data veilig, ook onder de vlag van andere initiatieven als het Environmental Data & Governance Initiative (EDGI) en de Libraries+ Network (een consortium van wetenschappelijke bibliotheken, bibliotheekorganisaties en open data-communities).

Ook de vakverenigingen lieten hun stem horen. De Office of Intellectual Freedom van de ALA veroordeelde deze belemmering van het vrij uitwisselen van informatie en noemde het overheidscensuur. De Association of College & Research Libraries (ACRL) liet weten zich ernstige zorgen te maken over de pogingen om zo wetenschappers het zwijgen op te leggen.

Inclusiviteit

Het verzet kwam echt op stoom nadat Trump op 27 januari twee presidentiële decreten had uitgevaardigd: met het ene decreet – een inreisverbod – zou immigratie uit zeven overwegend islamitische landen tijdelijk aan banden worden gelegd, met het andere zou er bezuinigd worden op subsidies aan zogenaamde ‘sanctuary cities’, steden die weigeren repressief op te treden tegen illegale inwoners.

Strenge veroordelingen van het inreisverbod door onder andere de ALA, de ACRL, de Association of Research Libraries (ARL) en de Society of American Archivists volgden. Zoals de ACRL het verwoordde: ‘We oppose actions used to suppress free expression, academic freedom, and intellectual freedom in academe and condemn the use of intimidation, harassment, bans on entry to the United States from Muslim-majority countries, and violence as means with which to squelch free intellectual inquiry and expression’.

Maar misschien nog wel belangrijker was dat de afzonderlijke bibliotheken in actie kwamen; waarden als diversiteit, inclusiviteit en privacy waren in het geding. Bibliotheken kwamen op voor de ‘new Americans’ die veelvuldig bezoeker van hun instellingen zijn. Een aantal openbare bibliotheken gaf zichzelf het label ‘sanctuary place’: iedereen is daar veilig. Bekend werd de ‘Libraries are for everyone’-poster gemaakt door Rebecca McCorkindale, bibliothecaris van de openbare bibliotheek in Gretna, Nebraska. De illustratie – in verschillende varianten en talen – werd al snel overal gebruikt, ook op T-shirts en buttons.

Bezuinigingen

De klap op de vuurpijl tot nu bleek de aankondiging half maart van de zogenaamde ‘skinny budgets’, begrotingsmaatregelen die Trump heeft ingediend bij het Congres. Deze treffen het Institute of Museum and Library Services (IMLS) dat op overheidsniveau openbare bibliotheken financiert en steunt met bijvoorbeeld ICT-programma’s. Trump wil de IMLS, samen onder andere de National Endowment for the Arts, de National Endowment for the Humanities en de Corporation for Public Broadcasting, opheffen. Men vreest dat hierdoor de culturele infrastructuur danig zal veranderen omdat deze instellingen een belangrijke rol spelen in de culturele economie van Amerika. Bovendien krijgen de Library Service and Technology Act (LSTA) en de Innovative Approaches to Literacy (IAL)-programma’s te maken met forse bezuinigingen. Dit scheelt de bibliotheken honderden miljoenen dollars.

De hashtag #SaveIMLS was snel geboren en wordt gepromoot door de ALA in de ‘Fight for Libraries!’-campagne om de protesten tegen de voorgenomen bezuinigingen te kanaliseren. Ivanka Trump kreeg met de hashtag de wind van voren toen zij tijdens National Library Week (9-15 april) tweette dat ‘we honor our libraries and librarians for opening our eyes to the world of knowledge, learning and reading!’; de bibliotheekgemeenschap wees haar fijntjes op de voorgenomen bezuinigingsmaatregelen van haar vader. De ALA biedt op haar website ook ‘talking points’ aan: standaardteksten voor e-mails of telefoongesprekken om te gebruiken als je politici wilt benaderen.

Wetenschappelijke bibliotheken

IP vroeg in maart aan twee directeuren van universiteitsbibliotheken hoe zij omgaan met de maatregelen van de regering-Trump: Chris Bourg (MIT – Massachusetts Institute of Technology – Libraries, Cambridge) en Scott Walter (DePaul University, Chicago). Beiden tonen zich bezorgd maar ook strijdbaar.

Zorgen zijn er over diversiteit zowel bij bibliotheekgebruikers als bij bibliotheekmedewerkers. Chris Bourg zegt dat ‘while libraries and those of us who work in them seek to be inclusive, welcoming, empowering places for students and other community members; we ourselves are also affected by the current political climate […] as this administration seeks to dismantle progress in women’s rights, LGBTQ rights, immigration reform, racial justice, etc.’

In een officiële verklaring op de website van MIT zegt Bourg over het inreisverbod: ‘President Trump’s discriminatory executive order is antithetical to the core values of the Libraries, of the Institute, and of this country. The MIT Libraries supports and serves a global community that is richer for its diversity and strengthened by its commitment to justice.’

Bij de DePaul University in Chicago waren er soortgelijke zorgen over het kunnen blijven aantrekken van internationale studenten en onderzoekers. Men werkt onder andere aan het verbinden van de Forced Migration and Refugee Studies en de dienstverlening aan vluchtelingen in openbare bibliotheken. In een wetenschappelijke omgeving is vrij reizen en internationale uitwisseling onmisbaar. De MIT-bibliotheken maakten als illustratie hiervan displays van werk van wetenschappers, kunstenaars en schrijvers uit de zeven landen waarvoor het inreisverbod gold (Iran, Irak, Libië, Somalië, Soedan, Syrië en Jemen). Bibliotheekbezoekers worden gestimuleerd deze publicaties te lenen.

Kansen

Scott Walter noemt nieuwe samenwerkingsverbanden als kansen voor de bibliotheekgemeenschap. Het resist-thema bestaat namelijk ook in andere sectoren, zoals musea (#MuseumsResist) en in de wetenschap (#ScienceMarch). Door het verzet is er ook hernieuwde belangstelling voor critical librarianship (#critlib), en bestaande gremia als de Progressive Librarians Guild en de ALA Social Responsibilities Round Table. En ook binnen Walters universiteit worden nu andere samenwerkingspartners gezocht. Walter gelooft sterk in deze ‘new partnerships’. Voor de nieuwe cursussen informatievaardigheden bijvoorbeeld praat men nu met collega’s uit vakgebieden als journalistiek, communicatiewetenschap en nieuwe media-studies.

Zowel Chris Bourg als Scott Walter zegt dat dat waar bibliotheken voor staan nu duidelijker is voor zowel de beroepsgroep zelf als de communities die de bibliotheken bedienen. Ze roepen hun collega’s op die waarden te blijven verdedigen, om zich te verzetten tegen politiek of politici die daar tegenin gaan en ‘to be bold in re-stating your commitment to the things we believe in’.

Bewuste bibliothecarissen

Het zijn roerige tijden voor bibliothecarissen in de Verenigde Staten. Ze maken zich zorgen, om hun klanten maar soms ook om zichzelf. Verzet is broodnodig, vinden ze. Er komt ook iets goeds uit, als je dat zo mag zeggen: Amerikaanse bibliotheken zijn zich door Trumps retoriek en acties meer dan ooit bewust van hun rol in de samenleving en in een democratie. De missie om toegang te geven tot informatie en tot de ruimte, tools en kennis om die informatie te begrijpen en te gebruiken, zijn belangrijker dan ooit sinds Trump het Witte Huis heeft betrokken en dat geldt ook voor zaken als diversiteit, inclusiviteit, gelijkheid en privacy. Het aangaan van samenwerking met aanpalende beroepen en sectoren als de journalistiek en mediastudies kan bibliotheken sterker maken. Vanuit het verzet volgen inmiddels nieuwe discussies: moeten bibliotheken neutraal zijn of juist niet? Interessante kwesties, ook voor vakgenoten in Europa.

Marjo Bakker is vakreferent bij het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies en voorzitter van de KNVI-afdeling Onderwijs & Onderzoek (O&O).


Verder lezen

LibrariesResist: sites.google.com/site/librariesresist/


Geschiedenis van bibliothecair activisme

Bij Amerikaanse bibliothecarissen lijkt het activisme in de genen te zitten. Met de Library Bill of Rights (1939, updates in 1944, 1948, 1961, 1967, 1980 en 1996) in de hand werd geprotesteerd tegen overheidsmaatregelen die ingingen tegen de idealen van vrije toegang tot informatie voor iedereen. In de jaren vijftig werden door de Amerikaanse overheid uit angst voor het communisme bepaalde boeken (waaronder J.D. Salingers The Catcher in the Rye) in de ban gedaan. Als reactie op deze overheidscensuur stelden bibliothecarissen samen met uitgevers een Freedom to read statement (1953) op waarvan de eerste zin luidt: ‘The freedom to read is essential to our democracy’.

Begin jaren zestig namen de bibliotheken positie tegen racisme door de Library Bill of Rights aan te scherpen met de bepaling dat ‘the rights of an individual to the use of a library should not be denied or abridged because of his race, religion, national origins or legal views’ (1961).

Een meer recente overheidsmaatregel waartegen bibliotheken in actie kwamen was de Patriot Act (2001), ingesteld na de aanslagen van 9/11. Omwille van de bestrijding van terrorisme werden bibliotheken geacht gegevens van bibliotheekgebruikers aan de FBI te overhandigen (volgens Sectie 215 van de Act, de zogenaamde ‘Library records provision’) en daarover de bibliotheekbezoekers niet in te lichten; dit stond lijnrecht tegenover het recht op privacy waar bibliotheken voor staan. Bibliotheken weigerden en hingen posters op met teksten als ‘The FBI hasn’t been here (watch very closely for the removal of this sign)’. Een rechtszaak aangespannen door vier bibliothecarissen maakte in 2006 een einde aan de geheimhoudingsbepaling. In 2015 volgde uiteindelijk de nietigverklaring van onder andere Sectie 215; de Patriot Act als zodanig geldt nog steeds.

Onder Obama stokte het activisme, hoewel ook hij de Patriot Act niet afschafte – en daarmee de privacy van (ook niet-Amerikaanse) burgers nog steeds in het geding is. Obama won de bibliotheekgemeenschap echter voor zich door zich fervent boekenlezer te tonen. Bovendien stelde hij in 2016 de als kritisch bekendstaande Carla Hayden aan als eerste vrouwelijke en Afro-Amerikaanse bibliothecaris van de Library of Congress.


Protesteren én archiveren

Informatieprofessionals liepen niet alleen mee tijdens de diverse protestmarsen maar deden tijdens en na afloop van de demonstraties ook aan collectievorming. Demonstranten werden geïnterviewd voor de oral history collecties, protestborden en -posters die na afloop bij het vuil stonden werden meegenomen voor de archiefcollecties. Demonstranten kunnen hun protestuitingen nog steeds doneren aan een archief of bibliotheek.


Deze bijdrage komt uit IP nr. 5 / 2017. Het gehele nummer kun je hier lezen.