Door Vincent M.A. Janssen
Nu de echo’s van nepnieuws al maandenlang op mijn tijdlijnen weerkaatsen, slaat de twijfel toe. Wat kan ik wel en niet geloven? Wie kan ik nog vertrouwen als er overal sluwe ceo’s en geheime genootschappen achter zitten? In de vierde editie van ‘Achter het nepnieuws’ ga ik op zoek naar de gevolgen van een geloofscrisis.
Het AD weet al dagen voor de moord op Peter R. de Vries dat hij neergeschoten wordt. Bewijs daarvoor – een screenshot van een nieuwsartikel over de schietpartij met een verkeerde datum – krijg ik een uur na de aanslag in een groepschat. WhatsApp ontploft, maar niet met verdriet. Ruimte voor rouw is er niet. Er zit een luchtje aan deze zaak. Wilde theorieën worden erbij gehaald, van een ‘gecoördineerde aanval door de staat om ons af te leiden van het coronabeleid’ tot geruchten dat het om een dubbelganger van De Vries gaat. Veel waarschijnlijker dan mijn verklaring: een technisch foutje. Die uitleg is voor ‘de blinden’. Door een diepgeworteld wantrouwen wordt de avond van 6 juli door de mensen in die chat op een andere manier beleefd.
Reflex
Sceptische reacties als deze zijn geen incident. De herdenking van twintig jaar na 9/11 rakelt de ware klassiekers onder de complottheorieën op. Nog steeds wordt door velen geloofd dat de Amerikaanse overheid zelf de aanslagen pleegde als afleiding voor de sloop van WTC 7, een wolkenkrabber met CIA-kantoren nabij de Twin Towers. Tijdens de nasleep van dit soort wereldschokkende gebeurtenissen, zoals een aanslag of een pandemie, laat de geloofscrisis zich het best zien. Het is de reflex om berichtgeving te verwerpen, consensus af te wijzen en antwoorden te zoeken in het onwaarschijnlijke. Nogal wiedes als je dag in dag uit een mediadieet vol nepnieuws volgt.
Als een echte doe-het-zelf internetarts heb ik mijzelf al gediagnosticeerd met de eerste symptomen van deze reflex: cynisme. Het zijn gedachten na een persconferentie als ‘jullie weten vast meer dan jullie zeggen’ die dit verraden. Bij velen gaat het echter verder dan alleen hun nieuwsbeleving. Het wantrouwen manifesteert zich en sluipt in meerdere aspecten van hun levens. Ook offline.
Kwaadaardige elite
Het weigeren van coronavaccinaties omdat je denkt dat de overheid onder een hoedje speelt met grote farmaceuten om een leger van magnetische slaven te maken, is zo’n gevolg. Het geloof in dit soort nepnieuws neemt inmiddels religieuze proporties aan; geen communicatiecampagne van de overheid brengt op andere gedachten. Het blijft niet bij een afkeer van Pfizer of CDA’ers.
Mijn zelfde familieleden die een prik weigeren, laten hun kinderen (liever) niet naar een school gaan met een ‘staatscurriculum’, vermijden een dokter die ‘moderne westerse praktijken’ uitoefent en boycotten bedrijven met oud-politici aan de top. De scholen vertellen namelijk niet de waarheid – over bijvoorbeeld klimaatverandering – omdat de overheid over de inhoud gaat. De huisarts is universitair geschoold, maar de wetenschap wordt door de farmaceutische industrie geregeerd. En veel grote bedrijven zijn in cahoots met de regering, waardoor zij meewerken aan de hersenspoeling van burgers. De fanatiekeling gaat nog een stap verder en is ervan overtuigd dat al deze spelers verbonden zijn in een ‘cabal’; een populaire theorie over een kwaadaardige elite van pedofiele duivelaanbidders die de deep state runt. Ook een echte klassieker.
Waarheidsbeleving
Als er gehandeld wordt op basis van deze theorieën kan de geloofscrisis real life gevolgen hebben. Zo gaat een vriendin niet stemmen omdat ze las dat de verkiezingsuitslag toch vooraf vastligt en verbrandde een Facebookconnectie zijn paspoort om de vermeende GPS-tracker erin te vernietigen. Voor iemand die deze overtuigingen niet deelt klinken ze fantastisch en zelfs vermakelijk, voor degenen die de theorieën geloven is het vooral een last.
We vergeten snel dat deze overtuigingen en het wantrouwen geen keuzes zijn. Het zijn onbedoelde consequenties, gevolgen van gepersonaliseerde algoritmes en onbewuste echokamers. Hoewel er voor sommige makers van nepnieuws een kwade intentie achter zit, is dat voor de meeste consumenten ervan nooit de bedoeling. In een geloofscrisis kan nepnieuws – zonder dat mensen dit wellicht beseffen – deel van de waarheid worden. Even waar als mijn overtuiging dat de aarde rond is. Maar deze overtuiging – hoe feitelijk die naar mijn idee ook is – lokt telkens de dezelfde reactie uit: het is slechts ‘mijn waarheid’.
Apartheid
Discussies met mijn familieleden en echokamergenoten gaan zelden over feiten versus fictie. Het zijn eerder epistemologische discussies; mijn waarheid versus jouw waarheid. Als je goed luistert naar de bezwaren van antivaxxers hoor je – verstopt in termen als ‘medische apartheid’ – een vrees voor verdeeldheid in de samenleving. Die angst is terecht. Niet vanwege overheidsmaatregelen of coronapaspoorten, maar omdat het gesprek aangaan met andersdenkenden haast onmogelijk is. Othering, waar ik in de vorige editie over schreef, creëert een illusie van twee tegenovergestelde homogene kampen, terwijl de consumenten van nepnieuws een enorme variëteit en nuanceverschillen kennen. Toch worden beide kampen over een kam geschoren (zoals ik gemakshalve doe in deze serie) en beschuldigt de een de ander van ‘kuddegedrag’ of ‘een gevaar voor de volksgezondheid te zijn’. Verwijten en stigmatiserende termen als ‘viruswappie’ – een van de kanshebbers van Woord van het Jaar 2020 – staan constructief debat in de weg en kunnen zelfs vergaande persoonlijke gevolgen hebben.
Eenzaam bestaan
Uit mijn gesprekken met antivaxxers blijkt dat een geloofscrisis kan leiden tot een eenzaam bestaan. Een vriend die zich niet laat vaccineren, schrijft bijvoorbeeld regelmatig over zijn theorieën op sociale media. Hij krijgt online veel bijval, maar vooral van onbekenden. Daar staat een hoge prijs tegenover. Hij is niet meer welkom op familiebijeenkomsten en verliest vrienden die het niet met hem eens zijn. Dit verhaal staat niet op zichzelf; de afgelopen jaren verschijnen regelmatig verhalen in de media van families, vriendengroepen en organisaties die door nepnieuws worden verscheurd.
Het ergste voor de consumenten van nepnieuws is wellicht het gevoel dat iedereen om hen heen blind, gek of beduveld is, terwijl de maatschappij ze het gevoel geeft dat hun stem geen podium verdient. Factchecks van Facebook noemen zij niet voor niets censuur. Het is een leven vol frustratie over het heden en angst voor de toekomst, terwijl velen van hen juist maatschappelijk betrokken en oprecht bezorgd zijn.
Volstouwen met onzin
De oplossingen voor nepnieuws zijn er niet alleen om misinformatie de wereld uit te helpen. Ze beschermen ook burgers voor de negatieve gevolgen van een geloofscrisis. Althans, dat zou het doel moeten zijn van overheden, techbedrijven en media die manieren bedenken om nepnieuws te bestrijden. Tot nu toe hebben al hun remedies mij niet weerhouden om mijn mediadieet en beïnvloedbare brein vol te stouwen met onzin. Werken hun oplossingen wel? In het volgende deel van deze serie zoek ik uit hoe goed jij en ik tegen nepnieuws worden beschermd.
Deel 1: Nepnieuwsinflatie
Deel 2: Het mediadieet
Deel 3: De echokamer
Deel 4: De geloofscrisis
Deel 5: Pleisters en remedies
Deel 6: En nu?
Deel 5 zal verschijnen in IP #9 van dit jaar.
Vincent M.A. Janssen is redacteur van IP en complotdenker-in-opleiding.
Deze bijdrage komt uit IP #7/2021. Het hele nummer kun je hieronder lezen of downloaden.