Door: Marietje Schaake
Op revolutionaire momenten keren mensen zich vaak tegen de fysieke symbolen van de macht die hen onderdrukte. In Irak werden beelden van Saddam Hoessein omvergetrokken. In Oost-Duitsland bezetten mensen in 1989 de kantoren van de Stasi, om te verhinderen dat bewijzen van de misdaden van het DDR-regime vernietigd zouden worden. Bijna twintig jaar later deden jonge Egyptenaren hetzelfde, toen ze de kantoren van de geheime dienst van ex-president Mubarak in Caïro bestormden.
Wat de Egyptenaren daar ontdekten waren logs waarin zij hun eigen e-mails teruglazen, terwijl ze nooit iets van spionage gemerkt hadden. Ook vonden ze contracten en handleidingen van Europese bedrijven die spionagetechnologie verkochten aan de Egyptische overheid. Terwijl veel Europese leiders in 2011 vooraan stonden om de democratische wind die door de Arabische wereld waaide te verwelkomen, ging de verkoop van digitale instrumenten van onderdrukking gewoon door. Vanuit de EU werden systemen verscheept waarmee geheime diensten elke vorm van elektronische communicatie van journalisten of activisten konden onderscheppen, zonder enige vorm van toetsing of toezicht.
Na de Arabische lente werd de schaal van deze markt pas echt duidelijk. De Marokkaanse overheid bespioneerde activisten met behulp van Italiaanse software. Kolonel Kadhafi gebruikte Franse software om zijn bevolking te controleren. Tot op de dag van vandaag is er te weinig controle op de miljardenmarkt in digitale spionagesystemen.
Sinds 2011 werk ik aan een oplossing om de verkoop van dit soort Europese technologieën aan autoritaire regimes aan banden te leggen. Na veel druk kwam er vorig jaar eindelijk een wetsvoorstel dat bedrijven dwingt om eindgebruikers beter te screenen voordat een verkooplicentie wordt afgegeven. De screeningscriteria zijn nu nog erg op veiligheidsrisico’s gericht. In het Europees Parlement voegen we de impact op mensenrechten toe als controlecriterium voordat er een groen licht voor export wordt gegeven.
De belofte van de Arabische lente is nooit waarheid geworden, en veel Europese landen zien autoritaire leiders inmiddels weer als bondgenoten in de strijd tegen terreur. Maar als we erin slagen om de handel in deze nieuwe digitale wapens aan banden te leggen, zet dit een nieuwe standaard. Dat is een belangrijk en principieel signaal dat voor jongeren in Noord-Afrika en het Midden-Oosten het verschil zal maken.
Handel wordt soms gezien als het synoniem van ontransparante deals in achterkamertjes, waarbij de belangen van grote bedrijven centraal staan in plaats van de belangen van burgers. Dat is onterecht. De Europese wetgeving waarover we nu onderhandelen laat juist zien hoe handelsregels kunnen worden ingezet om mensenrechten te beschermen, ook als de middelen van onderdrukking niet door de straten rijden, maar onzichtbaar telefoons en laptops binnensluipen.
Marietje Schaake is Europarlementariër voor D66 sinds 2009.