Datavisualisatie: Bert Spaan: ‘Met een krachtige visualisatie zien mensen pas waar je maanden mee bezig bent geweest’

Bert Spaan (1982) is softwareontwikkelaar en GIS (Geographic Information System)-specialist bij Waag Society in Amsterdam. In het kader van het Europese Smart City-SDK-project heeft hij een interactieve kaart gemaakt waarop alle gebouwen van Nederland te zien zijn. InformatieProfessional sprak met deze dataspecialist over zijn werk en de toekomst van open data.

Door: Niall MacKellar 

Wat doet Waag Society?

‘Waag Society is twintig jaar geleden ontstaan vanuit De Digitale Stad (DDS), een virtuele openbare ruimte. Dit was het eerste publieke internet in Nederland. Sinds de oprichting zijn we bezig om door middel van innovatie en technologie maatschappelijke problemen op te lossen. Denk daarbij aan thema’s als onderwijs en zorg en open data. Stond tien jaar geleden open data nog in de kinderschoenen, nu begint het langzaamaan gebruikelijk te worden dat overheden en gemeenten data vrijgeven. Door middel van onder andere apps, fellowships en onderzoeksprojecten probeert Waag Society deze data toegankelijker te maken voor de burger.’

Je bent nauw betrokken bij het CitySDK-project?

‘Ja, het is een van mijn projecten. In CitySDK (voluit City Service Development Kit) werken acht Europese steden, waaronder Amsterdam, samen om de uitwisseling van open data te standaardiseren. In dit project ontwikkelt Waag Society de CitySDK Linked Data API. Een API (Application Programming Interface) maakt het makkelijker voor ontwikkelaars om die open data te gebruiken voor eigen doeleinden – en dat is precies het doel van het project.’

‘Een van de datasets die wij nu ontsluiten is die van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG), waarin de gemeentelijke basisgegevens van alle gebouwen en adressen in Nederland zijn verzameld. Deze dataset is niet zomaar voor iedereen te begrijpen. Dat was voor mij een reden om deze data te visualiseren door middel van een interactieve kaart. Alle gebouwen hebben een kleur gekregen die het bouwjaar van het betreffende gebouw aangeeft: de jongste gebouwen blauw, de oudste rood. Zo kun je zien of een stad of dorp al heel lang bestaat, of juist niet.’

‘Klik je op een gebouw, dan krijg je daar meer informatie over. De kracht zit niet alleen in het beeld zelf maar juist óók in de documentatie die wij eraan gekoppeld hebben. Door te documenteren hoe wij te werk zijn gegaan, is het voor anderen mogelijk zelf ook zo’n visualisatie te maken.’

‘Van kinds af aan ben ik al geïnteresseerd geweest in landkaarten. Ik heb informatica gestudeerd aan de TU Eindhoven en aan de Universiteit Utrecht, waar ik me specialiseerde in onder andere computationele geometrie en data science. Na een vervolgcursus cartografie aan de University of Wisconsin-Madison in de Verenigde Staten ben ik in 2008 bij TomTom afgestudeerd. In mijn werk voor Waag Society komt alles zo’n beetje samen.’

‘De interactieve kaart met alle 9.866.539 gebouwen van Nederland heb ik zelf gemaakt, maar ik werk ook veel samen met onze ontwerper. Ook al wil ik mezelf geen vormgever noemen, als iets niet te ingewikkeld is lukt het me wel er iets van te maken, mede dankzij mijn cartografische kennis.’

‘De bewuste kaart heb ik in één avond in elkaar gezet! Het ontwikkelen ervan gaat namelijk relatief snel. Je hebt een kleurenschema nodig en door de juiste codering te gebruiken maakt de computer de visualisatie voor je. Vervolgens is het een kwestie van wachten tot de computer klaar is. Het meeste werk zit hem in het begrijpen van die data. Als je eenmaal door hebt hoe zo’n dataset in elkaar zit, is het visualiseren van die data een fluitje van een cent.’

‘Deze visualisatie was bedoeld als showcase voor de API die wij hebben ontwikkeld. Ik had niet verwacht dat de kaart door verschillende nationale en internationale kranten en tijdschriften zou worden opgepikt. Ik ben al anderhalf jaar bezig met CitySDK, maar dit project kan op minder media-aandacht rekenen dan deze relatief simpele kaart…’ ‘We moeten dit soort dingen eigenlijk vaker doen: eerst iets heel krachtig visualiseren, want dan pas zien mensen waar je al maanden mee bezig bent geweest.

Hoe is het om als data-specialist zo’n visueel beeld te ontwikkelen?

‘Van kinds af aan ben ik al geïnteresseerd geweest in landkaarten. Ik heb informatica gestudeerd aan de TU Eindhoven en aan de Universiteit Utrecht, waar ik me specialiseerde in onder andere computationele geometrie en data science. Na een vervolgcursus cartografie aan de University of Wisconsin-Madison in de Verenigde Staten ben ik in 2008 bij TomTom afgestudeerd. In mijn werk voor Waag Society komt alles zo’n beetje samen.’

Moet open data voor iedereen toegankelijk en begrijpelijk zijn?

‘Dat is wel wat ik met deze API wil bereiken. Dat bijvoorbeeld onderzoekers en belangstellenden zonder academische achtergrond makkelijk en overzichtelijk dit soort open data kunnen vinden en daar vervolgens zelf mee aan de slag kunnen gaan. Maar die API moet vervolgens wel aan de standaardregels voldoen zodat een computer links kan vinden tussen verschillende datasets. Je moet als burger de mogelijkheid hebben om bij bepaalde stukken van de data te komen zonder dat je daarvoor data van heel Nederland bij het kadaster moet aanvragen. En ik weet hoe moeilijk het is om die datastandaarden van de overheid te doorgronden. De mensen die met die datastandaarden werken, doen dit al tien jaar en die standaarden zijn niet geschreven voor bijvoorbeeld ontwikkelaars. Ik weet ook niet of het de taak van de overheid is om alle open data te documenteren. Ik geloof juist in de kracht van de community om dit soort dingen op te pakken.’

‘Vroeger had je allerlei dure softwarepakketten nodig om data te visualiseren maar tegenwoordig is er steeds meer en steeds betere open source-software. Voor de gemeenschap wordt het daardoor almaar makkelijker om met alle open data te werken. Ook gaat tegenwoordig veel via de browser, waardoor je geen desktopsoftware meer nodig hebt. Bovendien zie je dat steeds meer specialisten hun kennis willen delen waar dat vroeger veel minder het geval was. YouTube staat vol met filmpjes van mensen die een expertise ergens in hebben en die dat graag willen delen met anderen. Ze maken er een sport van hun werk zo duidelijk mogelijk te documenteren, zodat bij wijze van spreken iedereen ermee zou kunnen werken. Ik vind dat een mooie ontwikkeling.’

 

Niall MacKellar heeft Media, Informatie en Communicatie gestudeerd aan de Hogeschool van Amsterdam.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 3 / 2014. Het gehele nummer kun je hier lezen