Door: Frank Huysmans
De openbare bibliotheek mag dan een oase van rust heten, achter de innameautomaten schuurt en gist het. Inzet van de vinniger wordende discussie is dan ook niets meer of minder dan de eigen toekomst. Drie groepen strijden om dominantie. De eerste benadrukt dat openbare bibliotheken ‘van het lezen’ zijn. De dalende trends in ledentallen (volwassenen) en uitleen (volwassenen en kinderen) zijn te keren, mits men zich toelegt op retailmarketing: klantenbehoud, speciale aanbiedingen, publiekscampagnes. Daarbij helpt het ook als de bibliotheek een voorbeeld neemt aan winkelbedrijven. Ze mag er best wat meer gaan uitzien als een boekwinkel, met boeken uitgestald op tafels en rondlopende medewerkers die mensen vriendelijk aanspreken met de vraag of ze het kunnen vinden.
De tweede groep betoogt juist dat mensen niet als klanten, maar als burgers aangesproken moeten worden. Zij proberen de maatschappelijke betrokkenheid te vergroten. De bieb moet een bruisend inloopcentrum zijn waar het lokale maatschappelijke debat plaatsvindt. Waar groepen met speciale behoeften – laagopgeleiden, werklozen, inburgeraars – een kans wordt geboden om achterstanden in te lopen. En waar iedereen op zijn eigen niveau wordt bediend met informatie en doorverwijzingen.
De derde groep kan bijna niet meer aanzien hoe de bibliotheek in de digitale informatiedienstverlening links en rechts wordt ingehaald door energieke startups. We zitten op een hele berg gegevens – titelbeschrijvingen, uitleenregistraties en niet te vergeten onze fysieke en digitale collecties – waarmee we een fantastische dienstverlening kunnen opbouwen. Maar we doen het niet, omdat alle goede initiatieven verzanden in overlegcircuits en bestuurlijk onvermogen.
Aan alle kanten begint het geduld op te raken. De retailmarketeers snappen niet waarom de rest van Nederland niet wil meeliften op hun ledenbehoud en stijgende uitleentallen. De maatschappelijk geëngageerden roepen dat niet de boeken maar de bezoekers de eigenlijke collectie zijn en dat ‘we’ daar nu eindelijk meer mee moeten gaan doen. Ook wijzen zij op campagnes als Boekstart en de Bibliotheek op School, die in ieder geval bij lokale politici en bestuurders goed vallen. En de digitale hemelbestormers wachten niet langer op een fiat van hun bazen en bestuurders maar doen het gewoon in hun eigen tijd: informatiedienstverlening verzorgen op Twitter, attenderen op open bronnen op het web, een biebapp ontwikkelen.
Van scheldpartijen is het nog niet gekomen. Hoewel: het woord retailtaliban is al gevallen. Het kan niet lang meer duren voor de marktdenkers verbaal gaan inhakken op de bibliosocio’s en de digibetweters. Laat het maar even botsen dat het kraakt. Maar laat Ban Ki-moon ook op tijd een gezant sturen. Want het is zonneklaar dat de openbare bibliotheek baat heeft bij de goede kanten van alle drie de posities en hun respectievelijke zwakke kanten moet zien uit te schakelen. Er zullen bruggen moeten worden geslagen. Gelukkig is Job Cohen al in de sector gesignaleerd. Wie zorgt er zo dadelijk voor de thee?
Frank Huysmans is redacteur van InformatieProfessional, bijzonder hoogleraar bibliotheekwetenschap aan de UvA en zelfstandig onderzoeker en adviseur.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 2 / 2013. Het gehele nummer kun je hier lezen