Bibliotheek als werkplaats: makerspaces veroveren Nederland

Makerspaces – letterlijk: plekken waar je iets kunt maken, produceren – doen na de Verenigde Staten nu ook hun intrede in Nederland. Verschillende bibliotheken gaan samenwerken met makerspaces of beginnen er zelf een. Jeroen de Boer bespreekt dit nieuwe fenomeen.

Door: Jeroen de Boer

‘De afgelopen tien jaar hebben we op het web geleerd virtueel samen te werken, dingen uit te vinden en dingen te maken. De komende tien jaar gaan we deze vaardigheden toepassen in de echte wereld.’ Dit schrijft Chris Anderson (bekend van de Long Tail-theorie) in zijn boek Makers, The New Industrial Revolution (2012). Anderson doelt hier op mensen die deel uitmaken van de maker movement, die elkaar treffen in zogenaamde makerspaces, letterlijk plekken om dingen te maken. De maker movement, die sterk verwant is aan de Do It Yourself (DIY)-trend, wordt door Obama gezien als een van de grootste kansen voor de Amerikaanse economie, en wordt door Forbes Magazine beschouwd als de derde industriële revolutie. Ontmoetingsplaatsen heten hackerspaces, makerspaces of FabLabs (zie kader) en deze termen worden ondanks het verschil in herkomst en lading vaak door elkaar gebruikt. In dit artikel zullen we de verzamelterm makerspaces gebruiken.

In makerspaces worden ontwerpen gemaakt, verbeteringen doorgevoerd aan bestaande ontwerpen of er wordt lekker geknutseld met behulp van open sourceprogramma’s en apparatuur als 3D-printers en 3D-scanners. Door nieuwe, steeds goedkopere technieken kunnen fysieke producten en prototypes onafhankelijk van dure of onbereikbare productiefaciliteiten op kleine schaal worden vervaardigd. De makers, waarachtige exponenten van de moderne webcultuur, delen hun kennis vervolgens online met elkaar.

Wie een willekeurige makerspace – waarvan er in Nederland alleen al vijftig bestaan en wereldwijd meer dan duizend – binnenloopt, ziet hoe mensen samen aan projecten werken. In een aantal internationale FabLabs is men bijvoorbeeld bezig met het maken van een goedkope armprothese uit bamboe. In een FabLab in Amsterdam vervaardigt een wiskundeleraar een mal voor een chocoladeletter van het getal Pi, wat hem altijd al heeft gefascineerd. Kinderen kunnen er op een speelse manier kennismaken met de werking van elektronica of leren programmeren.

Gemeenschappelijke kernwaarden

De Library Bill of Rights uit 1938 van de American Library Organisation werd onlangs door bibliothecaris Char Booth samengevat in enkele kernwaarden, te weten toegankelijkheid, vrijheid, belangenbehartiging, onderzoek en openheid. Deze kernwaarden van de bibliotheek blijken sterk overeen te komen met de uitgangspunten van de hackersbeweging en de maker movement. Zij staan allebei voor de laagdrempelige ontsluiting van informatie – bibliotheken door toegang te geven tot boeken en digitale bronnen, en makers door digitale onderwerpen te delen op open online platforms. Hun gezamenlijke drijfveer is de geestelijke ontwikkeling van hun individuele gebruikers en de gemeenschap. Ze behartigen diens belangen door bijvoorbeeld het restrictieve auteursrechtenbeleid aan te vechten of zich in te zetten voor de bescherming van de (online) privacy.

Bibliothecarissen vertalen dat in hun aanbod mediawijsheid, terwijl hackers vaak betrokken zijn bij digitale burgerrechtenorganisaties als de Electronic Frontier Foundation, of via ethische hacks (openheid) aantonen waar het anders of beter kan. Samenwerking tussen bibliotheken en de maker movement past in de gedeelde visie dat men niet kan functioneren zonder een actieve en betrokken gebruikersgroep of lokale partners.

Initiatieven in Amerikaanse bibliotheken

Vooral in Amerika is de aansluiting van bibliotheken met makerspaces goed te zien. Het eerste FabLab in een bibliotheek werd in 2012 door Fayetteville Free Library (New York State) gerealiseerd, de Westport Public Library volgde wat later. Directeur Sue Considine van Fayetteville: ‘Voor ons staan bibliotheken voor toegankelijkheid en de functie van de bibliotheek als makerspace kwam eigenlijk heel vanzelfsprekend tot stand. We kunnen daarmee goed toegang bieden tot interessante technieken en mogelijkheden.’ De Chicago Public Library begon afgelopen juli; dankzij een eenmalige subsidie kunnen bezoekers tijdelijk gratis gebruikmaken van hun MakerLab. De invulling van deze pilot werd in samenwerking met de New York Public Library en het Northwestern University Department of Mechanical Engineering gerealiseerd.

Ook beweging in Europa

Ook in Europa komen er voorzichtig initiatieven van de grond. In de Longsight Library in Manchester werd dit jaar een reeks workshops voor meisjes aangeboden. Paula Carley, Neighbour Engagement Officer: ‘Bij de introductiecursus programmeren hebben we al eens samengewerkt met het project Manchester Geek Girls. We wilden een vervolg geven aan dat succesvolle project en jonge meiden stimuleren een technische of wetenschappelijke loopbaan te overwegen.’ En in de Stadtbibliothek van Keulen is deze zomer een makerspace geopend waar gymnasiumscholieren workshops techniek en programmeren verzorgen.

In Nederland is de FlevoMeerBibliotheek een samenwerking begonnen met het FabLab Dronten onder de naam Bibliolab. Initiatiefnemer Johan Vrielink: ‘Het biedt bibliotheken nieuwe kansen. Het zijn niet alleen uitleencentra, maar ook kenniscentra op het gebied van digitale technieken. Met dit nieuwe imago kunnen ze ondernemende mensen binnenhalen en hen kennis laten maken met computergestuurde machines.’

In Friesland werkt Bibliotheekservice Fryslân aan de realisatie van FryskLab, een rijdend FabLab. In tegenstelling tot andere bibliotheken kiest Bibliotheekservice Fryslân er niet voor onderdak te bieden aan een bestaande makerspace, maar een eigen FabLab op te zetten. Zo hoopt men de bibliotheek en makerspace zoveel mogelijk inhoudelijk te verankeren. Sinds vorig jaar worden potentiële partners, financieringsmogelijkheden en invulling in kaart gebracht – in dit geval bijvoorbeeld een sterke focus op lokale aandachtsgebieden als watertechnologie. Vanwege de sterk gespreide bewoning van de provincie is gekozen voor een tot FabLab omgebouwde bibliobus, zodat zoveel mogelijk mensen, met name jongeren en kinderen, kennis kunnen nemen van nieuwe ontwikkelingen en de daaraan gekoppelde lokale vraagstukken. Het mobiele FryskLab gaat in de herfst op pad.

Think global, act local

Dat bibliotheken zich kunnen aansluiten bij de maker movement is een logische stap voor de bibliotheek als platform. Bibliotheken met een makerspace zijn nog steeds kenniscentra, maar met een andere invulling.

Creatieve toepassingen zijn echter veel relevanter dan de technologie an sich. Het is een eerste stap als bibliotheken hun traditionele aanbod zouden aanvullen met deze nieuwe technologie en daardoor de bijbehorende educatieve materialen zouden kunnen verspreiden onder hun gebruikers.

Over het algemeen kiezen bibliotheken voor samenwerking met bestaande makerspaces in plaats van er zelf een op te zetten. Het kan allebei, maar het is mijn overtuiging dat een makerspace alleen op de juiste manier kan worden ingebed in een lokale bibliotheekorganisatie als diezelfde bibliotheek daarin stevig participeert.

FabLabkenner Massimo Menichinelli heeft voor bibliotheken een wijze les: begin met het verwerven van inzicht in de lokale omstandigheden en de weerslag die deze kunnen hebben op een project. Is er voldoende ‘achterland’ om een lab te kunnen exploiteren, zowel aan gebruikersals aanbiederskant? Dat kost veel tijd en moeite, maar lijkt onontbeerlijk voor een succesvol en duurzaam initiatief. Het aansluiten bij plaatselijke ontwikkelingen is een goede eerste stap. Met alleen het plaatsen van een 3D-printer in de bibliotheek en af en toe een demonstratiesessie of een knoppencursus wordt de maker movement en de bibliotheek geen recht gedaan.


Hackerspaces

Halverwege de jaren negentig ontstonden in Duitsland hackerspaces, plaatsen waar computerprogrammeurs kennis en infrastructuur met elkaar konden delen. De Duitse hackersconferentie Chaos Communication Camp bracht het fenomeen in 2007 onder de aandacht in de Verenigde Staten. Dat leidde tot een groei aan Amerikaanse hackerspaces. In tegenstelling tot de Duitse hackerspaces hielden computerprogrammeurs zich niet alleen bezig met programmeren en hacken, maar werkten ze ook aan fysieke projecten. Een voorbeeld is de toonaangevende 3D-printer van Makerbot Industries, die in de New Yorkse hackerspace NYC Resistor werd ontwikkeld.


Makerspaces

Rond 2005 kwamen makerspaces in zwang door het magazine MAKE en de registratie van het domein makerspace.com. Ze boden een passende uitweg voor initiatieven die zich liever niet wilden associëren met hackers, een term met een negatieve connotatie. Een makerspace is een soort ruimte waar objecten worden vervaardigd op basis van digitale ontwerpen. Dat gebeurt met 3Dprinters en andersoortige (ambachtelijke) machines. Vaak hebben makerspaces een educatieve focus, gericht op kinderen en jongeren. Iedereen kan een maker- of hackerspace beginnen; er zijn geen eisen aan verbonden.


FabLabs

In tegenstelling tot maker- en hackerspaces moeten FabLabs voldoen aan allerlei voorwaarden. Die voorwaarden zijn vastgelegd in het zogenaamde Fab Charter. Zo moeten FabLabs, een concept van MIT-professor Neil Gershenfeld, beschikken over eenzelfde (uitbreidbare) basisset van gereedschappen en instrumenten. Verder dient er een minimale, drempelloze openstelling voor geïnteresseerden te zijn, wordt er een programma-aanbod ontwikkeld en vormen ze een wereldwijd netwerk. Binnen FabLabs wordt ondernemerschap en zelfwerkzaamheid gestimuleerd, waarmee zij informele leeromgevingen zijn om ‘21ste-eeuwse vaardigheden’ (delen, samenwerken, probleemoplossend vermogen en ondernemerschap) te ontwikkelen. Ze worden vaak lokaal opgezet en geëxploiteerd door non-profitinstellingen. Nederland telt momenteel 27 erkende FabLabs en 5 FabLabinitiatieven. Elk initiatief wordt beoordeeld en al dan niet gecertificeerd door de Stichting FabLab Benelux.


Verder lezen


Jeroen de Boer is domeinspecialist nieuwe media bij Bibliotheekservice Fryslân en projectleider van FryskLab.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 6/ 2013. Het gehele nummer kun je hier lezen