Bibliotheek als gebouw: kiezen we voor een centrale of voor wijkvoorzieningen?

Openbare bibliotheken hebben de afgelopen jaren te maken gekregen met forse kortingen op hun subsidies. Vele stonden voor de keus: steken we het geld in de dorps- en wijkvestigingen, of sluiten we die juist ten gunste van de centrale vestiging? Twee directeuren over hun overwegingen: Hanneke Veen (Assen) koos voor de centrale vestiging, Kees Hamann (Vlissingen) hield de wijkvoorzieningen overeind ten koste van de centrale.

Keuze voor centrale vestiging

Door:  Hanneke Veen

In tijden van gemeentelijke bezuinigingen zijn bibliotheken vaak aan de beurt. Zo ook in Assen. Op hetzelfde moment werd in de Drentse hoofdstad het cultuurpaleis De Nieuwe Kolk gebouwd, waar de bibliotheek naartoe zou verhuizen. Een tijd van spanning en op gespannen voet staan met de gemeente was het gevolg, 20.000 verzamelde handtekeningen brachten echter niet het gewenste resultaat. De wijkfilialen moesten uiteindelijk toch hun deuren sluiten, de bibliotheek trok in de nieuw te bouwen centrale.

Sluiten wijkvestigingen, nieuwe dienstverlening

In een werkgroep met vertegenwoordigers van bibliotheek en gemeente is een viertal scenario’s ontwikkeld. Uiteindelijk is gekozen voor een scenario waarin het gefaseerd sluiten van de wijkfilialen, twee in 2012 en twee in 2014, gepaard ging met extra aandacht voor de jeugd (0-12 jaar) en ouderen. Zo hebben vanaf 2012 alle basisscholen in Assen de Bibliotheek op school gekregen. Ook werden er blijvende voorzieningen voor ouderen gecreëerd in de vorm van een boek-aan-huis-dienst en collecties in verpleegtehuizen en buurthuizen. En samen met de partners in De Nieuwe Kolk – een theater/bioscoop en een centrum voor de kunsten – organiseerde de bibliotheek het ‘Dagje De Nieuwe Kolk’, een kennismaking met workshops en miniconcert voor de oudere inwoners.

Inmiddels is het 2014. Na een reorganisatie, sluiting van vier filialen en een verhuizing hebben we een totaal nieuwe organisatie, is er nieuwe dienstverlening ontwikkeld (zoals touchtafels en -wand met informatievoorziening en formats voor de zakelijke markt) en zijn we voortaan ook op zondag open.

Nieuwe kansen door samenwerking

Ben ik een voorstander van enkel en alleen een centrale vestiging? Niet per se. Ik ben wel van mening dat het slechter had gekund in een stad waar klanten op maximaal vijf kilometer afstand van de centrale wonen, met voor kinderen en ouderen bibliotheekvoorzieningen in de wijken. Waarbij ik ook denk dat we met de partners in De Nieuwe Kolk allianties kunnen aangaan. Dat geeft veel nieuwe kansen en maakt nieuwe bezuinigingen vooralsnog minder waarschijnlijk.

Een centrale bibliotheek in de stad werkt. Met één kanttekening: voor de jeugd en ouderen moet je een voorziening in de wijken geregeld hebben. De rest kan toch best fietsen? Want hoe ver is dat nu eigenlijk? En het is nog gezond ook! Bovendien maakt de parkeergarage onder het gebouw het ook voor automobilisten eenvoudig de bibliotheek te bereiken.

Wijkbewoners komen hier ook, alleen op andere momenten. De woensdagmiddag en het hele weekend, inclusief de zondag, zijn populair. Tachtig procent van ons publiek woont binnen acht minuten rijden van de centrale vestiging.

at dit op het platteland anders kan zijn, en misschien wel is, begrijp ik. Voorzieningen zijn hier schaarser en de bibliotheek heeft er vaak een andere, bredere rol dan de bibliotheek in een stadswijk. Wijkfilialen in de stad of op het platteland verschillen van elkaar; en dat geldt ook voor de impact ervan. Zou het zo kunnen zijn dat wijkfilialen in een compacte stad als Assen meer een luxe zijn en op het platteland eerder noodzaak?

Hanneke Veen is directeur van Bibliotheek Assen.

Keuze voor wijkvestigingen

Door: Kees Hamann

Eind 2006 discussieerde het bibliotheekteam over de vraag wat onze betekenis voor de Vlissingse samenleving is en hoe we die zouden kunnen vergroten. Gezamenlijk beseften wij dat het jeugdbibliotheekwerk en alle leesbevorderingsprojecten onvoldoende effect hadden om ons daarmee op de borst te kunnen slaan.

‘Als bijna de helft van de kinderen met een onvoldoende voor begrijpend lezen van de basisschool gaat, kunnen wij ons toch niet hoofdzakelijk blijven concentreren op dat andere deel, dat super graag leest?’ Met dit gevoel omarmden wij de visie dat de bibliotheek veel meer maatschappelijke waarde kan bieden als wij meetbaar bijdragen aan een goede taalontwikkeling van jonge kinderen, en daardoor ook aan meer succes bij het leren lezen en het genieten daarvan.

Naar scholen

Om dit te bereiken moesten wij ons werk drastisch aanpassen. Bijna elk kind in Vlissingen was wel lid van de bieb, maar amper de helft kwam regelmatig bij ons langs. We besloten dus naar de scholen te gaan met mooie collecties en behoorlijk wat uren personele begeleiding in de school. Tweede stap was omarming van de kinderdagverblijven en peuterspeelzalen én het stimuleren van voorlezen thuis met de VoorleesExpress. Inmiddels hebben we tien Bibliotheken op school, hebben alle kindercentra collecties en begeleiden bibliotheekmedewerkers met gerichte aandacht elk kind dat taalachterstand heeft opgelopen.

Bezuinigingen

Maar dan moet er met ruim dertig procent bezuinigd worden. Dan sta je voor de keuze om deze bibliotheekjes op locatie op te heffen en alle kinderen weer naar de bibliotheekvestigingen te laten komen. Berichten uit andere steden, waar wijkfilialen geofferd werden om een complete centrale bibliotheek te behouden, zetten die discussie op scherp. Eén centrale is immers kostenefficiënt, het bundelt diensten en representeert het gezicht van de bibliotheek aan de samenleving.

Spreiding bleek echter zo succesvol, dat het loslaten van de visie uit 2006 eigenlijk niet ter discussie heeft gestaan. Vrijwel alle kinderen in de leeftijd van 2 tot 13 jaar maken hierdoor met zeer grote regelmaat gebruik van de bibliotheek, thuis wordt aanmerkelijk meer voorgelezen en we proberen ouders via dat enthousiasme ook zelf weer meer te laten lezen. Zelfs het filiaal in de wijk Oost-Souburg, waarvan wij dachten dat die grote concurrentie van de Bibliotheken op school zou hebben, wordt juist vaker dan voorheen door kinderen met hun ouders bezocht. Dagelijks rijdt een bestelbus rond om elke locatie te voorzien van bestelde media uit de gehele Zeeuwse collectie. We passen op elk kindercentrum of basisschool onze diensten aan de wensen van de professionals aan, zodat door dit maatwerk groepsleidsters en leerkrachten veel meer aandacht aan taal- en leesontwikkeling besteden.

Breder speelveld, groot draagvlak

Natuurlijk richt Bibliotheek Vlissingen zich op bredere doelen dan alleen taal- en leesbevordering. De traditionele diensten van de bibliotheek vereisen ons inziens geen groot bibliotheekgebouw; zeker niet als we het komende decennium de mogelijkheden van digitale dienstverlening scherp weten te benutten. De gemeenteraad ging unaniem akkoord met deze focus op taal- en leesbevordering en stemde in met verkleining van de centrale bibliotheek. Een voorstel tot verplaatsing van de centrale uit het centrum gaf enorme reuring, omdat dit als een sluiting werd opgevat. Maar de verkleining op de huidige locatie wordt naar verwachting dit jaar uitgevoerd, waardoor aan de bezuinigingsopdracht is voldaan. In dat licht werd vorige maand feestelijk onze tiende Bibliotheek op school geopend.

Kees Hamann is directeur van Bibliotheek Vlissingen.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 3 / 2014. Het gehele nummer kun je hier lezen