Evelien de Jonge (1989) las tijdens een stage ‘Het Muiderslot. Fameux ende in ‘t ooghe leggende’. Ze kwam tot de ontdekking dat de museumwereld niet de hare was. De archiefwereld des te meer.
‘Voor mijn “beslissende boek” keer ik terug naar het Muiderslot, waar ik in 2008 een stageopdracht voor de studie Museologie aan de Hogeschool voor de Kunsten in Amsterdam zou gaan doen. Dit middeleeuwse kasteel in het Noord-Hollandse Muiden beschikt over een kleine bibliotheek met vooral publicaties die zijn uitgegeven door de eigen stichting en die met name het Muiderslot en de omgeving als onderwerp hebben. Mijn stagebegeleider had ter voorbereiding een kleine collectie boeken voor mij klaargelegd. Zo kon ik me alvast verdiepen in de diverse renovaties van het gebouw. Voor mijn stage zou ik onderzoek doen naar de kleur, samenstelling en grootte van de tegels die in de grote haard gebruikt waren door de architect Pierre Cuypers.’
‘Op tafel lag onder andere Het Muiderslot. Fameux ende in ‘t ooghe leggende. Het boek vertelt over de geschiedenis van het Muiderslot als gebouw en erfgoedinstelling. Ook de tuinen, de positie van het slot, zowel vanuit maatschappelijk oogpunt als geografisch binnen de omringende gemeentes, en de flora en fauna komen aan bod. Alle verhalen worden rijkelijk geïllustreerd. De uitmuntende bronvermelding is een perfect uitgangspunt voor diepgaand onderzoek naar een klein facet zoals de eerdergenoemde tegels.’
‘Dat klinkt allemaal geweldig. Toch was ik niet direct door het boek gegrepen. Dat gebeurde pas nadat ik mijn eigen archiefonderzoek was begonnen en het al uitgevoerde archiefonderzoek naar de renovatie van Cuypers zelf had kunnen reproduceren. Ineens was ik me bewust van het belang van de (historische) archieven in Nederland en welke rol ze zelfs decennia later nog kunnen hebben.’
‘Mijn adviesrapport ontstond door gebruik te maken van diverse bronnen. Het samenbrengen van al die informatie en die daarna weer kunnen toetsen aan de al bekende gegevens om tot iets nieuws te komen maakte me enthousiast.’
‘Hoewel ik een conservatie- en restauratiestage deed, merkte ik al snel dat ik archiefonderzoek vele malen leuker vond. Het zoeken naar snippertjes informatie, het vasthouden van oude papieren, het nalopen van iemands stappen door middel van de informatie die honderd jaar na iemands overlijden ligt opgeslagen in een archiefinstelling… Ook al vond ik mijn huidige opleiding goed bij me passen, tijdens die stage heb ik besloten dat mijn toekomst in de archiefwereld lag. Ik heb mijn tweede algemene jaar aan de Hogeschool voor de Kunsten afgerond en me in mijn derde jaar aangemeld voor de minor Archieven en me daarin gespecialiseerd. Nu, zes jaar later, ben ik de eerste afgestudeerde archivaris aan de Reinwardt Academie en nog altijd werkzaam binnen de archiefwereld.’
Deze bijdrage komt uit IP nr. 5 / 2014. Het gehele nummer kun je hier lezen