Goed voorbeeld doet goed volgen. Over het algemeen is dat een positief gegeven, maar het Nederlandse spreekwoord kun je ook minder positief uitleggen, namelijk als andere mensen jouw (commercieel) succesvolle voorbeelden gaan nabootsen. Waar ligt de grens tussen geïnspireerd worden door voorbeelden van een ander en het lukraak kopiëren ervan? Waar ligt de grens tussen je gevleid voelen als auteur en die ander voor de rechter dagen wegens vermeende inbreuk op je auteursrecht?
Door: Raymond Snijders
Afgelopen jaar zocht de schrijver Saskia Noort die grens op. In 2004 verscheen bij uitgeverij Ambo/Anthos haar bestseller De Eetclub, een roman over de Gooise leefgemeenschap. In het boek, waar de televisieserie Gooische Vrouwen op gebaseerd is, verwerkte Noort veel elementen die ze als kenmerkend voor de ‘Gooise levensstijl’ beschouwde. Negen jaar later zag de schrijver die elementen opeens langskomen in Het Reservaat, de debuutroman van Liselotte Stavorinus.
In een vergelijking tussen beide boeken vond Noorts uitgever maar liefst 29 wendingen en motieven uit De Eetclub die herkenbaar terug zouden komen in Het Reservaat. Er zou op onderdelen dus sprake zijn van een inbreuk op het auteursrecht van Noort. Stavorinus en haar uitgeverij, De Crime Compagnie, werden gesommeerd af te zien van herdrukken. Met daarbij een te betalen schadevergoeding, aangezien Stavorinus opzettelijk geprofiteerd zou hebben van het succes van De Eetclub.
Op die sommatie gingen ze echter niet in en daarmee belandde het geschil voor de rechter. Met als eiser Noort met haar uitgever, die alle niet-verkochte exemplaren van Het Reservaat uit de handel wilde laten halen (plus schadevergoeding) en als gedaagde Stavorinus met haar uitgever, die beiden vonden dat er geen enkele tekstuele overeenstemming is tussen de twee boeken.
Stavorinus verweerde zich door te stellen dat het hier zonder uitzondering om stereotypen en generieke elementen zou gaan. Ze kaatste de bal terug door te vorderen dat het vervolg op De Eetclub, het boek Debet, juist schadeplichtig is omdat dit op zijn beurt weer erg zou lijken op Het Reservaat.
Het auteursrecht wordt vaak als beperkend gezien voor innovatie en zou belemmerend werken om voort te borduren op goede ideeën van een ander. Er moet echter meer zijn dan een optelsom van generieke ideeën en motieven voor een plot voordat er sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk. Dat heeft te maken met het grondbeginsel van het auteursrecht dat onuitgewerkte ideeën en concepten niet beschermd worden door het auteursrecht. Je kunt nog zo’n goed idee hebben, alleen de uitwerking ervan wordt gekwalificeerd als een werk dat beschermd kan worden.
In Nederland geldt tevens de eis dat er in dat werk sprake moet zijn van een eigen oorspronkelijk karakter en een persoonlijk stempel van de maker. Aspecten die banaal of triviaal zijn, en waar dus geen creatieve arbeid in te bespeuren is, vallen daarbuiten.
In de uitspraak concludeert de rechtbank dat het verhaal van De Eetclub, als uitwerking van alle deelaspecten, wendingen en motieven, weliswaar auteursrechtelijk beschermd is maar dat dit niet geldt voor de genoemde individuele elementen uit dat verhaal. Aangezien Stavorinus geen teksten heeft overgenomen, en het verhaal ook substantieel afwijkt, pleegt de auteur met Het Reservaat geen inbreuk op het auteursrecht van Noort. De vordering van Noort wordt daarom afgewezen, waarmee ook de tegenclaim van Stavorinus over Debet komt te vervallen.
Moraal van dit verhaal: niet álles is te vangen in regels en wetten. Ook al biedt het auteursrecht een verregaande bescherming als je iets creatiefs hebt gemaakt, het hoeft een ander niet te belemmeren om daar – binnen bepaalde grenzen en met je eigen invulling – zelf weer iets creatiefs mee te gaan doen. Het wachten is nu op een roman over Gooise mannen.
Raymond Snijders is senior informatiebemiddelaar bij Hogeschool Windesheim.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 1 / 2015. Het gehele nummer kun je hier lezen