Professional in het nieuws: Erik Schrijvers

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) presenteerde begin maart de verkenning ‘Cultuur herwaarderen’, waarin zij pleit voor een herwaardering van het ‘culturele’ binnen het cultuurbeleid. Erik Schrijvers, senior wetenschappelijk medewerker bij de WRR, werkte als redacteur mee aan deze verkenning.

Hoe bepaal je de waarde van cultuur?

Uit ons onderzoek blijkt dat de waarde van cultuur nauwelijks objectief is vast te stellen. Het gebruik van het begrip culturele waarde is in de praktijk bovendien niet eenduidig. Het wordt beschouwd als eigenschap van culturele objecten en activiteiten en als kader om te meten. Ook wordt het begrip gebruikt om interacties tussen cultuuruitingen en de samenleving te beschrijven en om vast te stellen dat er reden is voor overheidssteun. De WRR-verkenning bevat een studie van het Britse debat over de waarde van cultuur. Dat debat is daar al vijftien jaar gaande en heeft vooralsnog niet tot bruikbare uitkomsten geleid.

Heeft cultuurbeleid – dat wil zeggen: sturen op de culturele sector – wel effect?

Natuurlijk, maar binnen zekere grenzen. Cultuurbeleid is in belangrijke mate subsidiebeleid. Wanneer er minder subsidie beschikbaar is, heeft dat gevolgen, zoals de afgelopen jaren duidelijk is geworden. De omvang van de culturele sector hangt sterk met dit soort financieringsmaatregelen samen. Voor sommige sectoren is er bovendien wetgeving, zoals bij de monumentenzorg en de bibliotheken, en daaruit vloeien belangrijke verplichtingen voort. De meer inhoudelijke invulling van het beleid en het kwaliteitsoordeel ligt bij de sector zelf, en dat is in vrijwel alle Europese landen zo.

Adviseert de WRR nu om voor de cultuursector afscheid te nemen van het rendementsdenken?

Het begrip ‘rendementsdenken’ gebruiken we zelf niet. We hebben het over sociale en economische ‘effecten’ van cultuur. We vinden dat de gesubsidieerde culturele sector niet ten dienste moet staan van andere beleidsterreinen maar zelfstandig aandacht moet krijgen. Een belangrijke reden is dat het bewijs voor de sociale en economische effecten van cultuur weinig overtuigend is.

Ook is er het risico van overvraging: wanneer de sector steeds nieuwe doelen krijgt opgelegd, en de bijbehorende verwachtingen niet kan waarmaken of bewijzen, kan dat tot legitimatieverlies leiden. Maar we vinden ook dat de culturele sector niet met de rug naar de samenleving mag staan, wanneer daarin publiek geld wordt geïnvesteerd. Cultuur is een omstreden goed geworden, en instellingen zullen meer dan voorheen moeten aangeven waarom hun aanbod relevant is.

De WRR pleit voor versterking van de culturele sector. Wat zouden (openbare) bibliotheken kunnen doen om zich te versterken?

We signaleren dat niet elke culturele instelling in een even goede positie verkeert om eigen inkomsten te verwerven. Sommige instellingen kunnen hun success reproduceren en vergroten terwijl andere onvoldoende in staat zijn om in vernieuwing te investeren. Dit lijkt ook bij bibliotheken te gebeuren. We spiegelen het succes van de grote instellingen ten onrechte aan de problemen van de kleintjes, terwijl de oorzaak van de verschillen deels samenhangt met hoe de financiering is ingericht. Het zou helpen als daar meer aandacht voor kwam, want meer cultureel leiderschap en ondernemerschap kunnen dit soort verschillen onvoldoende verhelpen.

Wat wilde je vroeger worden?

Te veel om op te noemen, maar in mijn vroegste herinnering was het boswachter. Waarom heb je voor je deze loopbaan gekozen? Ik wilde het doen van onderzoek combineren met de reflectie op grote maatschappelijke vraagstukken. Na mijn afstuderen organiseerde ik debatten op het snijvlak van wetenschap en politiek. Omdat ik meer verdieping wilde, ben ik op zoek gegaan naar een baan waarin onderzoek een grotere rol speelde. Die baan vond ik bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

Welk ebook las je het laatst?

Ik heb nog nooit een ebook gelezen. Maar het merendeel van de literatuur die ik raadpleeg voor mijn werk bestaat natuurlijk uit digitale publicaties. Dat heeft overigens ook te maken met het feit dat veel nieuwe titels vaak nog niet fysiek opvraagbaar zijn via het systeem van universiteitsbibliotheken.

Vertel iets verrassends over jezelf.

Ik ‘leende’ vroeger vaak meer boeken van de bibliotheek dan was toegestaan (er waren nog geen poortjes) en als ik ze had uitgelezen, zette ik ze altijd weer netjes terug in de kast.


Naam en leeftijd

Erik Schrijvers (40)

Opleidingen

Doctoraal in Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen en in Wijsbegeerte

Huidige en vorige baan

Senior wetenschappelijk medewerker bij WRR (sinds 2003). Eerder voor promotieonderzoek werkzaam aan Universiteit Utrecht en actief op politieke redactie van De Balie, debatcentrum voor politiek en cultuur


Deze bijdrage komt uit IP nr. 3 / 2015. Het gehele nummer kun je hier lezen