Column: De waarheid en niets dan de waarheid

Door: Eric Sieverts

Moet Google de waarheid vertellen? Dat is een vraag die het laatste jaar in allerlei varianten opduikt. Het meest recent stelde The Atlantic die vraag aan de orde onder de expliciete titel ‘Should Google always tell the truth?’. Eind vorig jaar werd een soortgelijke vraag ook al op Mainstreet.com gesteld: ‘Is Google responsible for delivering accurate – and truthful – search results?’

Vanuit technisch zoekmachineperspectief was ik geneigd simplistisch te stellen dat zoekmachines alleen maar indexeren en ophalen wat elders geschreven is, zonder zelf verantwoordelijk te zijn voor wat dat is. Bibliotheken zijn toch ook niet aansprakelijk dat alles wat in hun boeken staat, waar moet zijn. Maar misschien zijn zoekmachines toch wat minder neutrale doorgeefluiken. Die doen achter de schermen van alles met die zoekresultaten – en zeker Google. Ze ranken de resultaten en steeds vaker geven ze zelfs feitelijke antwoorden. In hun ranking zitten allerlei factoren die veel verder gaan dan alleen maar locatie en frequentie van woorden. En ook veel verder dan alleen maar de linkpatronen die in pagerank-achtige algoritmes verwerkt worden. Google heeft onlangs zelfs een ‘truth algorithm’ aangekondigd waarbij de ranking van een webpagina mede afhangt van het waarheidsgehalte dat Google daar automatisch aan toekent op basis van vergelijking met de inhoud van andere pagina’s.

Niet zo gek dus om de ethische kant van zoekalgoritmes ter discussie te stellen. ‘Should search algorithms be moral?’ Die vraag werd door Quartz (qz.com) voorgelegd aan Googles huisfilosoof, de hier in ander verband al eens aangehaalde Luciano Floridi. Hij vindt in elk geval dat Google niet moet gaan voorschrijven wat waar is. Als de eerste zoekresultaten over het uitsterven van de dinosauriërs toevallig allemaal verwijzen naar verklaringen op basis van de bijbel, dan zij dat maar zo. Toch komt het volgens mij anders te liggen als niet alleen de eerste tien zoekresultaten naar de bijbel verwijzen, maar Googles feitelijke antwoord dat ook doet.

Dat die rankingfactoren ondoorzichtig zijn, riep ook – opnieuw – de vraag op in hoeverre zoekmachines zelfs verkiezingresultaten kunnen beïnvloeden. Met Amerikaanse verkiezingen op komst is dat een terugkerend thema. Zou Google door bewust manipuleren van de ranking van zoekresultaten voor kandidaten, daarmee ook de kiezers kunnen manipuleren? Wetenschappers beweren van wel. Ook dat illustreert dat die vraag naar de ethiek zo gek nog niet is. Bij het Right-to-be-Forgotten speelt de waarheidsvraag natuurlijk ook een rol. Alleen eigenlijk andersom. Die regelgeving maakt dat Google de waarheid soms juist niet meer mag vertellen, wanneer dat bepaalde mensen slecht uitkomt. Waar gaat de ethiek dan voor? Voor privacy of voor de waarheid?

Naar aanleiding van het Atlantic-artikel concludeerde Phil Bradley in zijn weblog al dat het natuurlijk altijd het beste is om dingen aan een bibliothecaris te vragen. Die heeft methoden om onzin van waarheid te onderscheiden. Zou het echt?

Eric Sieverts is redacteur van IP en freelance docent en adviseur.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 6 / 2015. Het gehele nummer kun je hier lezen