Masterstudenten Lily Heisig en Dirk van Doesburg hebben vorige week de KHMW Scriptieprijs Responsible Internet 2025 gewonnen voor hun onderzoek naar een internet waar veiligheid, privacy en toegankelijkheid centraal staan. Heisig onderzocht hoe de Europese Unie AI-risico’s definieert – en wie daardoor aan tafel zit of juist buiten beeld blijft.
In haar scriptie onderzoekt Heisig de waarschuwing van de EU dat ‘de hele samenleving’ risico loopt door kunstmatige intelligentie. Maar wat betekent dat precies? ‘Er worden dystopische scenario’s geschetst, maar de alledaagse, moeilijker zichtbare risico’s verdwijnen uit beeld’, stelt Heisig. ‘Denk aan discriminatie in algoritmen, ongelijke toegang tot technologie, de aanslag op het milieu, de schendingen van het kopierecht en de slechte arbeidsomstandigheden bij dataverwerking. Als je veiligheid uitsluitend technisch definieert, vallen de sociale gevolgen buiten de kaders.’
Heisig gelooft niet in het doembeeld van een superintelligente machine die de wereld overneemt. Ze is wel bezorgd over de manier waarop menselijke eigenschappen worden toegeschreven aan systemen als ChatGPT. Vervolgens gaan mensen die gebruiken als gesprekspartner of zelfs therapeut. ‘Dat is geen neutrale ontwikkeling: we gaan anders kijken naar wat menselijk is.’
Kwantumcomputers
De komst van kwantumcomputers kan de huidige internetbeveiliging gaan ondermijnen, daarom moeten we nu al nadenken over die transitie. Dat stelt Dirk Doesburg, winnaar van de tweede prijs in de KHMW Scriptieprijzen Responsible Internet. Hij onderzocht hoe we ons daarop kunnen voorbereiden, welke cryptografie-algoritmes het best bestand zijn tegen kwantumaanvallen en hoe de technische migratie daarnaartoe het best kan worden uitgevoerd.
De KHMW Scriptieprijzen
De KHMW Scriptieprijzen Responsible Internet belonen onderzoek van (voormalige) masterstudenten dat op wetenschappelijke, innovatieve en heldere wijze aan deze thematiek bijdraagt. Ze worden op voordracht van faculteiten, examencommissies en afstudeerdocenten toegekend door de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen en mogelijk gemaakt door SIDN fonds, The Sharing Group en Digitale Infrastructuur Nederland (DINL).
Foto: Bastiaan van Musscher