Bij boekverboden draait het niet langer alleen maar om individuele of lokale klachten. Ze worden steeds meer gestuurd door nationale politiek en religieuze groeperingen. Dat staat in een nieuw rapport van het Amerikaanse EveryLibrary Institute ‘De censuurversnelling – een analyse van de tendensen op het gebied van boekencensuur na 2020’.
The EveryLibrary Institute is een Amerikaanse non-profit organisatie die bibliotheken en bibliothecarissen ondersteunt. In het nieuwe rapport staat een analyse van hoe gecoördineerde politieke, ideologische en religieuze krachten de censuur in de Verenigde Staten sinds 2020 hebben aangewakkerd.
Censuur in bibliotheken versnelt, vooral nu de tweede termijn van president Trump is ingegaan, staat in de rapportage. ‘Wat begon als sporadische klachten over bepaalde boeken is uitgegroeid tot een nationaal gecoördineerde campagne om ideeën te onderdrukken, gemeenschappen te marginaliseren en openbaar onderwijs te ondermijnen.’
Centrale tactiek van een brede beweging
Boekcensuur is een centrale tactiek geworden in een bredere beweging om openbare scholen te destabiliseren, privatisering van scholen te bevorderen en de toegang tot verschillende perspectieven te beperken. Het instituut onderzoekt hoe deze campagnes worden geleid door goed gefinancierde organisaties.
‘Dit rapport onthult een geraffineerde politieke strategie die bedoeld is om ons educatieve en culturele landschap opnieuw vorm te geven’, zegt John Chrastka, directeur van het EveryLibrary Institute. ‘Het begrijpen van deze onderliggende krachten is cruciaal als we intellectuele vrijheid, democratisch onderwijs en de toekomst van openbare bibliotheken willen beschermen.’
Groeiende oppositie
Het rapport is gebaseerd op onderzoek en analyses van experts. Er is een gedetailleerde tijdlijn sinds de pandemie, toen de boekcensuur versnelde. Het rapport belicht ook de groeiende oppositie (waaronder veel studenten) die wetgeving rond ‘recht op lezen’ (right to read) op de agenda probeert te krijgen.