De publicatie van de namenlijst van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) op 2 januari 2025 heeft geleid tot een zorgwekkende en zeer onwenselijke situatie, stelt het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies in een schriftelijke reactie. De lijst – bestaande uit namen, geboortedata en -plaatsen van overleden verdachten die voorkomen in de kaartenbakken van het CABR, zogenaamde dossierhouders – is nu online doorzoekbaar, terwijl de bijbehorende documenten ontoegankelijk blijven.
Het NIOD dringt erop aan om deze situatie snel en doeltreffend te corrigeren door de achterliggende reeds gescande dossiers zo snel mogelijk online beschikbaar te maken. ‘Daarbij moet de beperking van de openbaarheid van het CABR zo snel mogelijk worden opgeheven. Een langdurig wetgevingstraject is in dit geval niet acceptabel. Ondanks de waarschuwing van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) moet worden besloten om de dossiers alsnog – zoals oorspronkelijk gepland – met de juiste digitale veiligheidswaarborgen online te publiceren.’
Grote maatschappelijke beroering
De publicatie van de namenlijst heeft ‘grote maatschappelijke beroering’ veroorzaakt, stelt het NIOD. ‘Hoewel de lijst uitsluitend namen bevat van personen die aantoonbaar overleden zijn (en dus niet worden beschermd door de AVG), doet dit niets af aan de impact op familieleden en betrokkenen. De namen zijn nu voor iedereen wereldwijd beschikbaar, mogelijk leidend tot suggestieve associaties.’ Er staan namelijk niet alleen collaborateurs in, maar bijvoorbeeld ook mensen die na onderzoek zijn vrijgepleit van samenwerking met de Duitsers, of zelfs Joden die in kampen zijn vermoord. Ook zijn namen opgenomen van mensen van wie geen dossier beschikbaar is. Daarom werden afgelopen week de namen van 25.000 mensen geschrapt.
NIOD: ‘Tegelijkertijd is het achterliggende materiaal niet vrij beschikbaar, waardoor grondige historische analyse wordt bemoeilijkt en afhankelijk is van de (beperkte) capaciteit in een studiezaal. Dit verhoogt het risico dat deze gemakkelijk toegankelijke en toevallig beschikbare bron de basis vormt voor voorbarige beschuldigingen of snelle oordelen.’
Openbaar onder de Woo
De publicatie van de namenlijst is volgens het NIOD het gevolg van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. ‘De planning was dat het volledige CABR per 2 januari 2025 openbaar zou worden, waarbij zowel de namenlijst als de op dat moment gescande dossiers toegankelijk zouden zijn. De waarschuwing van de AP richt zich op mogelijke schending van de privacy van levende personen, zoals slachtoffers en getuigen die in het archief voorkomen. Voor de lijst met overleden dossierhouders geldt deze bescherming echter niet, daarom zou die lijst onder de Wet open overheid (Woo) openbaar kunnen worden.’
Medeverantwoordelijk
Het NIOD zegt zich als consortiumlid van het project Oorlog voor de Rechter medeverantwoordelijk te voelen voor de ontstane situatie en steeds te hebben gepleit voor zorgvuldigheid en respect richting nabestaanden. ‘Met onze expertise over de impact van de Tweede Wereldoorlog op meerdere generaties voelen wij de verantwoordelijkheid om bij te dragen aan een evenwichtige en verantwoorde omgang met de openbaarheid van het CABR. Het was immers al geruime tijd bekend dat het CABR openbaar zou worden conform de bepalingen van de Archiefwet. Het had de voorkeur van het NIOD om de dossiers eerst, bijvoorbeeld voor de periode totdat het volledige archief is gescand, ongeveer twee jaar, digitaal toegankelijk te maken in de studiezaal van archiefinstellingen. Deze aanpak en extra tijd zouden ruimte bieden voor een betekenisvolle dialoog met nabestaanden, daders, slachtoffers en andere betrokkenen.’
Snelle actie noodzakelijk
Door de publicatie van de namenlijst is deze tussenstap niet langer haalbaar. Om verdere schade te beperken is snelle actie noodzakelijk, aldus het NIOD, dat minister Bruins (OCW) oproept om ‘prioriteit te geven aan de online publicatie van de dossiers, met voldoende veiligheids- en andere beperkende maatregelen, en als dit niet mogelijk blijkt, direct duidelijkheid te geven over het traject voor de legalisering van online publicatie’.
De minister heeft in een reactie laten weten de ontstane zorgen te begrijpen, maar geen reden te zien het oorlogsarchief weer te sluiten of offline te halen.
> Meer over dit dossier lees je hieronder (in chronologische volgorde van oud naar nieuw):
- Nationaal Archief gewaarschuwd om online openbaarmaking Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR)
- Wetsvoorstel om oorlogsarchief CABR alsnog online toegankelijk te maken
- Nationaal Archief herkent zich niet in door AP geschetst beeld over CABR
- KVAN over CABR-besluit: ‘Catastrofale gevolgen voor de toegang tot archieven in bredere zin’
- CABR onder voorwaarden toch digitaal doorzoekbaar bij Nationaal Archief
Credit foto boven: CABR/Nationaal Archief.