Het doorontwikkelen en professionaliseren van taalhuizen in Nederland is van groot belang. Ze zijn een belangrijke spil in de aanpak van laaggeletterdheid in Nederland. Het Rijk moet zorgen voor kaders en richtlijnen en de daarbij behorende financiering, de gemeente voor de lokale vertaling.
Dat blijkt uit het rapport ‘Taalhuizen doen ertoe!’ van Certificeringsorganisatie Bibliotheekwerk, Cultuur en Taal (CBCT), dat tijdens het festival ‘Samen sterk in basisvaardigheden’ werd gepresenteerd. Onderzoeker Ton Brandenbarg bouwt in deze rapportage voort op het eerdere onderzoek naar de kwaliteit van taalhuizen door Huysmans en Van Raaijen (2022). Verder legt hij de verbinding met conclusies en waarnemingen van recente publicaties op het gebied van laaggeletterdheid.
Handreiking
Het rapport is een handreiking aan de sector en de politiek om opnieuw zichtbaar te maken waar de sterktes en zwaktes van taalhuizen liggen. Daarnaast onderstreept het rapport het belang van het doorontwikkelen en professionaliseren van taalhuizen in Nederland. Zo’n 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder hebben moeite met lezen, schrijven, spreken of rekenen.
Rol gemeenten
De rol van gemeenten als opdrachtgever en regisseur moet nog veel concreter, zo is de aanbeveling. Op dit moment kunnen gemeenten hun opdrachtgeverschap naar eigen inzichten invullen. Dat betekent veel vrijheid. Op zich effectief, maar vrijheid leidt ook tot vrijblijvendheid. ‘Dit geldt eigenlijk ook voor de rol van bibliotheken en welzijnsorganisaties. De samenwerking en verantwoordelijkheden kunnen beter worden gedefinieerd en zorgen voor adequate en functionele afstemming.’
De CBCT toetst als onafhankelijke organisatie de kwaliteit van bibliotheek- en cultuurorganisaties en van programma’s en diensten voor geletterdheid. Het rapport en een samenvatting zijn hier te lezen.