Hoogleraar Rob Kusters in afscheidsrede: ‘Het internet is een onvoorstelbare veranderaar geweest’

De komst van het internet heeft gedurende zijn loopbaan alles veranderd. Rob Kusters, sinds 1999 hoogleraar Bedrijfskunde aan de Open Universiteit, neemt in september afscheid. In zijn afscheidsrede ‘Indrukken van Informatiekunde’ op vrijdag 6 september 2024 aan de Open Universiteit in Heerlen gaat hij dieper in op die veranderingen.

Kusters heeft als aandachtsgebied informatiekunde. Binnen zijn vakgebied houdt hij zich bezig met de rol van informatie binnen organisaties. Bij de Open Universiteit stond hij aan de wieg van de master Bedrijfsprocesmanagement en IT. In 2001 begonnen de eerste studenten met de opleiding, die jaarlijks 120 studenten trekt.

Terugblik op 45 jaar informatiekunde

In zijn afscheidsrede gaat Kusters in op de ontwikkelingen die het vakgebied informatiekunde in de afgelopen 45 jaar heeft doorgemaakt. Startpunt is zijn eigen studietijd. Het wordt een persoonlijke terugblik waarin hij put uit zijn geheugen, een harde schijf met documenten en de bibliotheek.

Tijdens de komst van het internet in 1988 werkte Kusters aan de Technische Universiteit in Eindhoven. Hij en zijn collega’s wilden een intern netwerk aanleggen. Samen een printer en opslag delen, zagen ze toen als eerste mogelijkheden van zo’n netwerk. ‘We zeiden tegen elkaar: de belangrijkste reden voor dit netwerk gaan we nog bedenken. Dat het internet zó allesomvattend zou worden, dat hadden we destijds nooit kunnen voorspellen. Sciencefictionschrijvers zagen het wel aankomen, maar de wetenschap nog niet.’

Big data en AI

‘De mate waarin we in staat zijn om informatie te delen is ongekend in de geschiedenis’, zegt Kusters in zijn rede. Het internet ontwikkelt zich voortdurend en maakt ook vervolgontwikkelingen zoals big data en AI – en ChatGPT – mogelijk. ‘We leren nog altijd de voordelen en de nadelen ervan kennen.’

Zijn boodschap aan alle onderzoekers in de informatiekunde: ‘Onderzoek is leuk en het is teamwork, je doet het niet alleen. En in ons vakgebied gaat het altijd om zowel de wetenschappelijke als om de maatschappelijke relevantie.’